Afdeling 's-Gravenhage De Afdeling zag zich in het begin van het jaar haar zeer energieke Voorzitter, de heer G. M. Th. Gielisse, ontvallen, hetgeen reeds in het vorige jaarverslag ge memoreerd werd. In 1955 werden vijf ledenvergaderingen en zes bestuurs vergaderingen gehouden. Op de jaarvergadering werden de volgens rooster afgetreden bestuursleden herkozen, terwijl de heer J. J. L. Gielisse gekozen werd om de opengevallen plaats van wijlen zijn vader in het Bestuur, als lid, in te nemen. Als Voorzitter werd gekozen de heer R. Uges Jr., die zijn functie van Secretaris over droeg aan de heer J. J. H. H. Tapke Lokenberg. Het Bestuur was daardoor als volgt samengesteld: R. Uges Jr., Voorzitter; C. J. Blad, Vice-VoorzitterA. J. A. Huyser, Penningmeester; J. J. H. H. Tapke Lo kenberg, Secretaris; S. Barnstijn, W. F. Dubbeldeman en J. J. L. Gielisse, leden. In de Afdelingsraad hebben zitting de heren: R. Uges Jr., A. J. A. Huyser en S. Barnstijn. Laatstgenoemde vertegenwoordigt de Afdeling tevens in de Ledenraad. Het advertentiebesluit werd in de jaarlijkse ledenver gadering zonder commentaar voor één jaar verlengd. Groot was de voldoening bij de leden toen op 2 Mei 1955 de gemeenteraad van Den Haag besloot de ver- mikelijkheidsbelasting te verlagen tot 25 en films gekeurd volgens Art. 1, lid 2, 2e der Bioscoopwet, als mede Nederlandse speelfilms tot 15 zulks met terug werkende kracht van 1 Januari 1955 al, waarna spoedig op 22 Juli 1955 de goedkeuring van de Kroon afkwam. Deze verlaging is een succesvolle bekroning van het onvermoeide streven en werken van onze toenmalige secretaris, de heer R. Uges Jr. Een woord van dank aan de heer Uges is daarom in dit jaarverslag zeker op zijn plaats. Statistische gegevens: Aan bezoekers Netto Recette Gem. bruto-toegangsprijs Betaalde Vermakelijkheidsbelas- ting per plaats en per bezoeker 1954 7.234.511 5.923.879 1.076 0.257 1955 7.160.705 6.576.746 1.128 0.210 In tegenstelling met 1954, toen er een stijging van 1,2 was te constateren, is in 1955 een daling van 1,2 van het aantal bezoekers. De gemiddelde bruto-entreeprijs steeg daarentegen met 0,052 ets. De gezamenlijk betaalde vermakelijkheids- belasting bedroeg 1.504.597. Dit is gemiddeld 22,88 hetgeen komt door de vele films, die gekeurd waren volgens artikel 1, lid 2, 2e der Bioscoopwet. De cijfers van 1954 waren ƒ1.860.907 en 31,42 Als belangrijke gebeurtenis in onze Afdeling kan niet onvermeld blijven het bezoek, dat Hare Majesteit de Koningin bracht aan het Metropole-Theater, in verband met de première van het filmpje „Kinderogen glunde ren weer" voor de United Nation Children Fundation, waarbij ook Danny Kaye aanwezig was. Een ander zeer belangrijk feit, dat in het afgelopen jaar de belangstelling van de Afdeling had, was de uit breiding van de activiteiten van de Haagse Jeugd Actie, kortweg genoemd H.A.J.A. In een achttal theaters zullen regelmatig om de veertien dagen op Woensdagmiddagen kindervoorstellingen wor den gegeven onder auspiciën van de H.A.J.A. Op 1 Fe bruari 1956 zal gestart worden. Als vertegenwoordigers van de Afdeling hebben de heren J. G. Bloem en J. J. H. H. Tapke Lokenberg in de Commissie zitting ge nomen. Een kleine ongerustheid ontstond, toen begin November bij de theaters, die Zondagochtendvoorstellingen geven, bericht binnenkwam, dat zij niet meer vóór 13 uur mochten beginnen. De direct genomen stappen bij de Burgemeester hadden tot resultaat, dat de oude toe stand gehandhaafd bleef. Ter oriëntering wat geoorloofd is: Artikel 1: Niet als openbare vermakelijkheden in de zin van de Zondagswet zullen worden beschouwd toneelvoorstel lingen, filmvoorstellingen, concerten en andere open bare voorstellingen, welke in besloten ruimten worden gehouden, en de geestelijke of culturele verheffing of ontwikkeling van het publiek ten doel hebben. Hiermede zijn de voornaamste gebeurtenissen over het afgelopen jaar gememoreerd, en wil ik besluiten na mens het Afdelingsbestuur U allen goede zaken en ge zondheid in het komende jaar toe te wensen. 's-Gravenhage, 17 Februari 1956. J. J. H. H. TAPKE LOKENBERG, Secretaris. 77

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 76