Afdeling Het Centrum
Op 23 Mei hield de Afdeling haar jaarlijkse Algemene
Ledenvergadering, in welke vergadering het Afdelings
bestuur als volgt werd samengesteld:
A. F. Wolff, Voorzitter; J. Visser, Vice-Voorzitter; J.
van Willigen Jr., Penningmeester; J. Nijland Jr., Secre
taris; P. van Dommelen, C. H. de Lange en N. Ortje.
De aftredende heren Visser, Van Willigen Jr. en Nij
land Jr. werden herkozen.
Ook dit jaar wenste de Afdeling haar reeds eerder inge
nomen standpunt te handhaven en aan de heer Van
Dommelen werd verzocht, zich bereid te verklaren, can-
didaat te willen zijn voor het Hoofdbestuur, teneinde de
door de Afdeling wenselijk geachte tegencandidaat te
kunnen stellen. De heer Van Dommelen aanvaardde
deze candidatuur, met dien verstande, dat in de Afde-
lingsraad hierover beslist zal worden.
Andere afdelingen bleken zich reeds voor een andere
candidaat verklaard te hebben, waardoor aan de wens
van de Afdeling tot het stellen van twee candidaten is
voldaan, zodat de heer Van Dommelen zich deswege
terugtrekt.
De Afdeling vatte dit jaar, op initiatief van het Bestuur,
het plan op om een buitenlandse excursie te houden,
teneinde de deelnemers een indruk te geven van de
nieuwe mogelijkheden met beirekking tot nieuw- en
verbouw van theaters in het buitenland.
Het buitenland, en meer speciaal Duitsland, bewandelt
voor ons nog onbekende wegen, met werkelijk verbluf
fende resultaten, tegen prijzen, die ook voor ons land
zeer aantrekkelijk lijken. Een nadere bestudering hier
van is zeker aan te bevelen.
Op de vergadering, gehouden op 7 November, werd be
sloten de reis te doen plaats vinden per bus, en wel drie
dagen na Pasen. Een architect zal te zijner tijd ter be
schikking zijn. De leden zullen hierover nog nader
worden ingelicht.
Een belangrijk punt van bespreking was dit jaar het
Bedrijfsregiement inzake filmhuurcondities, welk regle
ment op 1 Mei 1956 zal expireren. Na langdurige discus
sies was men algemeen van mening dat de panoramische
films niet meer tot de uitzonderingen behoren en dus
onder de reglementen zullen moeten gaan vallen. Indien
het reglement gehandhaafd wordt, kan de Afdeling
hiermede ook accoord gaan.
De Afdeling achtte echter de minste verzwaring van de
filmhuurcondities bij genoemd reglement vastgelegd,
niet acceptabel, terwijl de overgrote meerderheid van
de leden zich verklaarde voor totale liberalisatie, dat
wil zeggen inclusief vaste prijzen. De thans geldende
fiimhuurprijzen zijn te zien als maxima en ook al voor
de verhuurkantoren zeer goed te noemen. Nieuwe ver
hogingen in welke vorm ook, zijn niet mogelijk en zul
len vele kleine exploitanten in hun bestaan gaan be
dreigen, hetgeen een reden te meer is voor de Afdeling
om voor het belang van haar leden te waken.
Ten aanzien van de candidatuur voor het voorzitter
schap van de Bioscoopbond, door het niet meer beschik
baar zijn van de heer Vermin, was de Afdeling unaniem
in haar oordeel ten aanzien van de heer J. Miedema. De
Afdeling heeft dan ook haar stem hierover in de Afde-
lingsraad doen horen.
Tevens werd in genoemde Raad naar voren gebracht de
vrees van de Afdeling, geuit in de vergadering van 7
November, ten aanzien van de ontwikkeling van de
televisie en de vertoonde en eventueel nog te vertonen
films.
Het afgelopen jaar heeft niet veel nieuws voor het be
drijf gebracht; weliswaar werd hier en daar de belas
ting verlaagd.
Hoewel de filmhuren voor cinemascope- en andere films
elkaar naderden, stegen de gemiddelde fiimhuurprijzen
ontegenzeggelijk en hier is men de grens van het mo
gelijke genaderd. Een waarschuwing aan de afdelings-
leden is hier zeker op zijn plaats.
Door enkele „grote kassafilms" werden de recettes gun
stig beïnvloed en het stemt tot grote vreugde dat hiertoe
ook de Nederlandse film „Ciske de Rat" behoort. Of
deze recettestijging een blijvende zal zijn, is een vraag
waarop wij het antwoord schuldig moeten blijven.
In de Afdeling werden dit jaar vier nieuwe theaters ge
opend.
De Afdeling vergaderde tweemaal, terwijl het Bestuur
vrijwel maandelijks contact had.
Advies in nieuwe zaken werd vijfmaal gegeven.
Het Afdelingsbestuur verzond eenmaal een waarschu
wing aan een lid.
Utrecht, Februari 1956.
J. NIJLAND,
Secretaris.
80