Verslag over het stichtingsjaar 1954/1955
(1 September 1954 t/m 31 Augustus 1955)
In het afgelopen Stichtingsjaar hebben zich in het Be
stuur geen veranderingen voorgedaan, zodat dit er als
volgt uitzag: W. F. Dubbeldeman, Voorzitter; G. H.
Groenewegen, Penningmeester; O. P. Besseling, A. A.
Hakhoff, F. v. d. Heyden, J. H. van Kerkwijk, D. Meen-
horst en E. F. W. Trijssenaar, leden; L. Claassen,
Secretaris.
Er werden in het verslagjaar slechts twee Bestuursver
gaderingen gehouden en wel op 30 December 1954 en
10 Juni 1955. In de eerste vergadering werden de jaar
stukken behandeld en kwam tevens de wenselijkheid
naar voren om een publicatie samen te stellen inzake
de verschillende nieuwe projectie- en geluidssystemen.
Reeds eerder was over dit onderwerp gesproken, doch
de situatie was toen nog dusdanig verward, dat het beter
werd geacht het samenstellen van een dergelijke publi
catie op te schorten totdat duidelijk zou zijn geworden
welke kant het in grote lijnen met de nieuwe systemen
zou opgaan. Het Bestuur was van mening, dat tegen het
eind Van 1954 de tijd rijp was om de uitwerking van
een publicatie als bovenbedoeld ter hand te nemen en
er werd een Commissie benoemd, bestaande uit de
heren F. v. d. Heyden, J. H. van Kerkwijk, E. F. W.
Trijssenaar en L. Claassen, Secretaris, welke Commissie
tot taak kreeg een concept samen te stellen.
De Commissie kwam tweemaal in vergadering bijeen,
teneinde van gedachten te wisselen omtrent de door de
Secretaris samengestelde voorlopige concepten en reeds
in Juni 1955 kon aan het Bestuur een volledige druk
proef met inbegrip van de bijbehorende foto's, teke
ningen en dergelijke ter goedkeuring worden voor
gelegd.
In het concept waren alle tot op dat moment bekende
nieuwe projectie- en geluidssystemen, welke in of bui
ten ons land in het bioscoopbedrijf toepassing hadden
gevonden, op beknopte, populair-technische wijze be
sproken, waarbij gebruik werd gemaakt van talrijke
illustraties ter ondersteuning van de gegeven uiteen
zettingen.
Het door de Commissie samengestelde ontwerp werd
door het Bestuur goedgekeurd en er werd in de ver
gadering van 10 Juni 1955 besloten tot een oplage van
1500 stuks.
De verschijning van de publicatie, welke op kunstdruk
papier was uitgevoerd en circa 50 pagina's omvatte, vond
plaats in de eerste week van Juli 1955 en tegen het
eind van het verslagjaar waren met inbegrip van de
nodige present-exemplaren reeds 800 stuks verkocht.
Uit de binnengekomen reacties menen wij te mogen
opmaken, dat met het uitgeven van dit boekwerpje is
voorzien in een dringende behoefte aan voorlichting op
het gebied van de nieuwe projectie- en geluidssystemen.
Het is in dit verband wellicht interessant te vermelden,
dat ook de organisatie van Belgische Bioscooponder
nemers belangstelling voor dit werkje toonden en
daarvan 75 exemplaren ten behoeve van haar leden
heeft besteld.
Wij stellen er prijs op al degenen, die de Studiecom
missie bij de samenstelling van het boekje met ge
gevens, adviezen en suggesties behulpzaam zijn geweest,
op deze plaats nogmaals onze erkentelijkheid te be
tuigen.
Een tweede vraagstuk, dat in de loop van dit verslagjaar
in behandeling is genomen, betrof de mogelijkheid om
de schriftelijke cursus te zijner tijd in drukvorm te
laten verschijnen. Het Bestuur was van mening, dat zo
langzamerhand met de lessen een dusdanige ervaring
is opgedaan, dat het reeds jaren geleden geopperde
denkbeeld om uit de cursus een handboek voor opera
teurs samen te stellen thans binnen afzienbare tijd voor
verwezenlijking vatbaar schijnt.
Er werden prijsopgaven gevraagd en enige proeflessen
vervaardigd, doch aan het eind van het verslagjaar was
nog geen beslissing genomen over de wijze waraop het
drukwerk zou worden uitgevoerd en het tijdstip waarop
daarmede een aanvang zou kunnen worden gemaakt.
Wel was het Bestuur tot de conclusie gekomen, dat het
aanbeveling verdient te geraken tot een losbladig werk,
zodat aanvullingen en/of wijzigingen in de bestaande
technieken steeds gemakkelijk kunnen worden toege
voegd. Door het ter beschikking stellen van afzonder
lijke vragenlijsten zou het boek voorts als cursus ge
bruikt kunnen worden.
De omvang van de werkzaamheden van het Secretariaat
was evenals in vorige jaren betrekkelijk groot, hetgeen
blijkt uit de volgende cijfers: ingekomen stukken 1273;
uitgaande brieven 943circulaires 49gestencilde stuk
ken circa 24.000 vel.
In de verslagperiode begonnen twee nieuwe schriftelijke
cursussen en wel in September 1954 en Januari 1955
met respectievelijk 38 en 21 deelnemers. Bovendien
liepen nog 3 cursussen, die eerder waren begonnen,
waardoor het totaal aantal cursisten aan het begin van
het verslagjaar bedroeg 118 en aan het eind van het
verslagjaar 81. In het eerste totaal zijn begrepen 17
cursisten, die deelnamen aan de opleiding ter verkrij
ging van het practijkcertificaat.
Zoals bekend is de schriftelijke cursus thans dusdanig
samengesteld, dat in de eerste 30 lessen de stof is ver
werkt, welke men nodig heeft om met succes te kunnen
deelnemen aan het examen ter verkrijging van het ge
noemde certificaat.
De correctiewerkzaamheden waren evenals vorige jaren
in handen van de heer R. de Vries voor wat betreft de
vakken cabinepractijk en brandveiligheidsvoorschriften
en van de heren P. H. A. Lankester, J. H. van Peursem
en J. Schipper, leerkrachten van de Electrotechnische
School te Amsterdam voor wat betreft de theoretische
onderwerpen.
Ook dit jaar werd met al deze correctoren op prettige
wijze samengewerkt en in combinatie met hun deskun
digheid leidde dit ertoe, dat bij de cursussen alles naar
wens verliep.
Het herschrijven van de cursus, waarmede in het vorig
verslagjaar een aanvang was gemaakt, werd in dit jaar
voortgezet en per 31 Augustus 1955 waren van de cursus
in zijn nieuwe samenstelling 83 lessen gereed.
Het is nog te vroeg om reeds thans een definitief oor
deel uit te spreken over de vraag, of de vernieuwing
van de lessen inzake de theoretische onderwerpen heeft
geleid tot een merkbare verbetering van de kennis der
cursisten der desbetreffende onderwerpen.
Voor wat betreft de practische vakken, waarmede ook
87