reeds in het vorige jaar ervaring is opgedaan, is dit zeker wel het geval. In het volgend jaar zal de ver nieuwde cursus geheel zijn voltooid en er zal worden getracht dan een analyse te geven van de resultaten, welke daarmede zijn hereikt. Het operateursexamen 1955 kon voor wat het schrifte lijk gedeelte betreft dit jaar in verband met de Filmweek Arnhem niet worden afgenomen in de laatste week van Juni en werd derhalve verschoven naar 26 en 27 Juli. Het mondeling examen vond plaats op 30 en 31 Augustus en op 1 September. Op laatstgenoemde data werd tevens het examen ter verkrijging van het practijkcertificaat afgenomen. Voor het examen ter verkrijging van het diploma A of B hebben zich 81 candidaten aangemeld, waarvan er 9 niet op het schriftelijk of mondeling examen versche nen, terwijl aan 2 candidaten reeds na het schriftelijk gedeelte werd medegedeeld, dat de resultaten dusdanig waren, dat deelneming aan het mondeling examen als zijnde nutteloos moest worden ontraden. Van de resterende 70 candidaten slaagden er 27, waar van er 12 het diploma-B en 15 het diploma-A verwier ven. Aan 20 candidaten, die alleen in de vakken cabine- practijk en brandveiligheidsvoorschriften met succes examen deden werd dispensatie verleend van de ver plichting om het operateursdiploma te bezitten tot aan het volgend examen. 25 candidaten moesten tenslotte worden afgewezen. Het percentage der geslaagde candidaten met inbegrip van hen, die dispensatie verkregen, bedroeg dit jaar 61, tegen 67% in het vorig verslagjaar. In tegenstelling tot het vorige jaar had ook het examen ter verkrijging van het practijkcertificaat een gunstig resultaat. Voor dit examen meldden zich 46 candidaten aan, waarvan er 2 niet op het examen verschenen. Van de resterende 44 slaagden er echter 27 en moesten er 17 worden afgewezen. Het aantal geslaagden bedroeg hier dus 61 teeen 50 in het vorig jaar. Een flinke vooruitgang dus. "Wellicht is dit gunstige resultaat mede toe te schrijven aan het feit, dat zeer tij dia; voor het examen de moge lijkheid is geopend om bij het Secretariaat een aantal oef en vragen te verkrijgen, waarin de examenstof in grote lijnen was verwerkt. Bij vorige gelegenheden was namelijk gebleken, dat talrijke candidaten zich een ge heel verkeerde voorstelling hadden gemaakt van de inhoud van dit examen. Gezien de betrekkelijk grote belangstelling, welke er voor de oefenvragen bestond, is het Bestuur voornemens op de ingeslagen weg voort te gaan. Een ander nieuw element bij de examens was de toe voeging van het onderwerp grootbeeldprojectie. Hoewel de candidaten tevoren waren gewaarschuwd, dat over dit onderwerp bij het mondeling examen vragen gesteld zouden kunnen worden en dat de leerstof daarvoor geput kon worden uit de in het begin van dit verslag genoemde publicatie, bleven de resultaten over het algemeen beneden de verwachtingen. Dit leidde echter niet tot afwijzingen, daar de Examen commissie had besloten de kennis van het onderwerp grootbeeldprojectie dit jaar nog niet als factor van doorslaggevende betekenis te laten gelden. Het volgend jaar zal dit onderwerp echter als een volledig onder deel van de leerstof worden beschouwd, aangezien er dan voldoende tijd beschikbaar is geweest om de stof te bestuderen, hetgeen nog zal worden vergemakkelijkt, doordat in het kader van de schriftelijke cursus een vragenlijst betreffende dit nieuwe terrein in de vorm van een les zal verschijnen. De mogelijkheid om het examen in gedeelten van ten minste twee vakken tegelijk af te leggen bleef ook dit jaar gehandhaafd. Helaas, moet weer worden gezegd, dat de resultaten daarvan slechts zeer matig waren. De opzet van deze splitsing is geweest de candidaten de gelegenheid te bieden zich grondig op bijvoorbeeld twee vakken voor te bereiden in plaats van genoodzaakt te zijn de totale leerstof in één keer te beheersen. In vele gevallen bleek echter, dat van deze mogelijkheid in onvoldoende mate wordt geprofiteerd. De vraag rijst derhalve, of deze splitsing, die een grote hoeveelheid extra administratie veroorzaakt, in de toekomst gehand haafd moet blijven. Het is in dit verband interessant te vermelden, dat van de 7 candidaten allen behorende tot de jongeren die in de zes vakken tegelijk examen deden er 5 met goede cijfers slaagden, één werd afgewezen en één ge deeltelijk slaagde. Overigens zij nog opgemerkt, dat dit jaar op verzoek van de Brandweer een scheiding heeft plaatsgevonden tussen het vak cabinepractijk en brandveiligheidsvoor schriften. Aan de Commissies van brandweerdeskundigen werd namelijk in tegenstelling tot hetgeen vroeger werd toe gepast, voor het afnemen van het examen een afzonder lijke cabine beschikbaar gesteld. Hoewel hierdoor de organisatie van het examen zeker niet eenvoudiger is geworden, geloven wij te mogen zeggen, dat het voor deel, dat ook door de brandweercommissies in een cabine kan worden geëxamineerd, opweegt tegen de daaraan verbonden extra organisatorische werkzaam heden. Het ligt derhalve in het voornemen hiermede voort te gaan, indien althans bij de binnen afzienbare tijd te verwachten nieuwe brandveiligheidsvoorschriften de wenselijkheid daartoe aanwezig blijft. Nu allerwege gebruik wordt gemaakt van het moeilijk brandbare film materiaal is namelijk een speciale Commissie, bestaande uit brandweerdeskundigen en vertegenwoordigers van het bioscoopbedrijf, doende voorstellen te ontwerpen voor een aanzienlijke verlichting van de bestaande voorschriften, en wel speciaal voor wat betreft de in richting der projectiecabines. Tenslotte dient nog te worden vermeld, dat in 1955 door 26 examinatoren en gecommitteerden aan de examens is medegewerkt, zijnde deskundigen uit het bedrijf, leer krachten van de Electrotechnische School en vertegen woordigers van de brandweer. Daar in de samenstelling der Commissies de laatste jaren betrekkelijk weinig ver andering is gekomen kunnen wij haast gaan spreken van een vaste Examencommissie, die op het te bestrijken terrein volledig is georiënteerd en er in zeer belang rijke mate toe bijdraagt, dat de examens jaarlijks vol ledig naar wens kunnen verlopen. Een woord van dank aan de leden van deze Commissie mag hier zeker niet ontbreken, hetgeen tevens geldt ten opzichte van de directies van de Amsterdamse bioscopen Alhambra, City, Corso. Passage, Boxy en Royal, zomede van het Bureau der Nederlandsche Bioscoop-Bond, die voor het afnemen van het examen inzake de vakken practijk en brandveiligheidsvoorschriften hun cabines welwillend ter beschikking stelden. Zoals te doen gebruikelijk zullen wij ook dit jaar de examenresultaten combineren met de cijfers, welke ter zake in de vorige jaarverslagen zijn opgenomen. Wij komen dan tot het volgende totaal-overzicht: aantal gediplomeerden 541aantal diploma's-B 195aantal diploma's-A 180; aantal practijkcertificaten 166; aantal vrijstellingen 522. 88

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 87