Uit het vorenstaande volgt, dat afgezien van de lopende dispensaties, welke steeds een zeer tijdelijk karakter hebben, en rekening houdende met het feit, dat onge veer 10 van de categorie der „bevoegde" operateurs het bedrijf heeft verlaten, per 31 Augustus 1955 circa 1000 operateurs voldoen aan de vereisten, welke voor de uitoefening van het operateursvak zijn omschreven in de Loonregeling voor het Bioscoopbedrijf. Ervan uitgaande, dat in het bedrijf circa 1200 operateurs werkzaam zijn, waarvan er ongeveer 120 aan een dei- cursussen deelnemen, begint het ernaar uit te zien, dat wij de overgangstijd binnenkort achter de rug zullen hebben en nog slechts te doen zullen krijgen met de opleiding van nieuwe krachten in het bedrijf. Dit laatste blijkt tevens duidelijk uit het toenemende aantal jonge operateurs bij de nieuwe cursussen en op de examens. Ondanks deze vrij gunstige cijfers blijven ons klachten bereiken, over het tekort aan geschoolde operateurs. Hoewel dit feit op zichzelf geen verwondering behoeft te wekken, daar dit euvel zich in het gehele bedrijfs leven voordoet, menen wij op grond van de beschik bare gegevens te mogen constateren, dat het bioscoop bedrijf ten opzichte van vele andere bedrijven in een vrij gunstige positie verkeert. Weliswaar doen zich speciaal in de provincie nu en dan moeilijkheden voor bij het aantrekken van operateurs, doch er kan niet gesproken worden van een angstaan jagend tekort. Desondanks wordt ernaar gestreefd door middel van een soepele handtering der dispensatie- mogelijkheid in incidentele gevallen zoveel mogelijk medewerking te verlenen. Zoals ook reeds in ons vorig jaarverslag werd vermeld blijven wij van mening, dat hier in de eerste plaats een taak ligt voor de werkgevers om de belangstelling voor het operateursvak te stimuleren en al het mogelijke te doen om geschikte krachten, bij voorkeur uit de plaats hunner inwoning, aan te trekken en op te leiden. Voor wat dit laatste betreft kan van onze zijde alle gewenste medewerking worden verwacht. Resumerende menen wij dit verslag te mogen besluiten met de verklaring, dat de resultaten, welke in deze verslagsperiode, alsmede in voorgaande jaren zijn be reikt, ons met vertrouwen het tiende jaar van het bestaan onzer Stichting tegemoet kunnen doen gaan. Amsterdam, 9 November 1955. CLAASSEN, Secretaris. 89

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 88