Nederlandse filmindustrie
Duidelijker misschien nog dan in voorgaande
jaren viel in 1957 te constateren hoe de
Nederlandse filmindustrie zich geleidelijk
maar gestadig ontwikkelt. Onder meer bleek
dit uit het feit, dat men de reeks van mani
festaties, samengebundeld in de Internatio
nale Filmweek Den Haag, niet alleen kon
openen met een voortreffelijke documentaire
van Bert Haanstra „Rembrandt, schilder van
de mens", maar ook kon besluiten met een
geheel Nederlandse Dag, waarop zowel 's mid
dags als 's avonds een volledig programma
van eigen bodem kon worden vertoond, terwijl
men zich twee jaar tevoren op de Arnhemse
Filmweek nog had moeten beperken tot een
avondvoorstelling zonder hoofdfilm.
Het was een gelukkige gedachte van de
Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, Mr. J. M. L. Th. Cals, om de door
hem voor de periode van 20 Juni 1955 tot
31 Mei 1957 ter beschikking gestelde Film
prijs voor korte films op deze dag uit te doen
reiken. De prijs werd toegekend aan Theo
van Haren Noman voor diens film „Een leger
van gehouwen steen". Eervolle vermeldingen
ontvingen: Charles Huguenot van der Linden
voor het gedurfde experiment in zijn film
„De Morgenster", Pim Heytman voor zijn
uitstekend camerawerk in deze en andere
films, Jozef Misik voor zijn veelzijdig werk
inzonderheid in Joop Geesink's met de prijs
van de Biënnale onderscheiden poppenfilm
„Prince Electron" en Wim van der Velde
voor zijn regie in de film „Stervende taal".
Een zeer bijzondere onderscheiding ontving
Bert Haanstra voor zijn film „Rembrandt,
schilder van de mens" in de vorm van een
der weinige ter herdenking van Rembrandts
geboortejaar in opdracht van de Regering
naar een ontwerp van Prof. V. P. S. Esser ge
slagen erepenningen.
Ook aan tal van buitenlandse festivals of
andere manifestaties van deze aard hebben
Nederlandse films deelgenomen. Zo werden
de films „Rembrandt, schilder van de mens"
van Bert Haanstra en Theo van Haren No-
man's „Een leger van gehouwen steen" ver
toond op het Xe Internationale Filmfestival
van Cannes en later „De Morgenster" van
Ch. Huguenot van der Linden op het XVe
Internationale Filmfestival van Edinburgh.
Op het Hle Internationale Festival van Films
over Kunst te New York werd Dr. J. Hulsker's
kleurenfilm, „Vincent van Gogh", een Poly
goon-Prof ilti-Productie, onderscheiden met een
Certificate of Excellence Award. Op de Vle
Mannheimer Kultur und Dokumentarfilm-
woche verwierf Haanstra's Rembrandtfilm
als beste biografische film de Kritikerpreis
der Mannheimer Presse. Op de Biënnale te
Venetië werd aan een door Jan Varossieau en
Willem de Vogel voor Universitaire Film ver
vaardigde medische film de eerste prijs in
deze categorie toegekend en zag een speciale
uitgave van Polygoon-Profilti's „Neerlands
Nieuws" zich voor de eerste maal in de ge
schiedenis van het filmfestivalwezen onder
scheiden met de Grand Prix in een nieuwe,
door de leiding van de Biënnale ingestelde,
afdeling voor film- en televisiejournaals. Op
dit festival werd eveneens het door Han van
Gelder voor Marten Toonder Film N.V. ver
vaardigde experimentele kleurenfilmpje „De
verzonken klokken" vertoond.
Ook op het gebied van de reclamefilm werden
internationale successen behaald. Op de Fiera
di Milano verwierf Joop Geesink's poppenfilm
„Philips' Lamplight Band" de door de Biën
nale van Venetië uitgeloofde prijs voor de
meest kunstzinnige propagandafilm. Het In
ternationale Festival voor Publiciteitsfilms te
Cannes bekroonde een andere film van Gee-
sink „Pleasure Bound" met de eerste prijs en
verleende hem een Honourable Award voor
„Klondike Pete". Aan Starfilm werden op dit
festival Honourable Awards toegekend voor
12