Bondsarbitrage 20 De Commissie van Geschillen, waarin door liet overlijden van de heer H. J. de Vries, Groningen, in 1956 een vacature was ontstaan, werd in het lopende verslagjaar gecomple teerd door de benoeming van de heer J. Nijland Jr., Utrecht. Tegen het einde van het jaar ontstond echter een nieuwe vacature en wel door het aftreden van de Vice-Voorzitter, de heer J. Weening, Amsterdam, wegens vertrek naar het buiten land. In deze vacature werd in 1957 niet voorzien. De heer C. van Willigen trad wederom op als Voorzitter van de Commissie en de heer H. W. Hagenberg als Secretaris. De Kamers waren in 1957 als volgt samen gesteld Eerste Kamer: J. de Wilde, Amsterdam en H. Zondervan, Leeuwarden; Tweede Kamer: J. v. d. Horst, Amsterdam, K. F. Wijsmuller, Amsterdam; Derde Kamer: J. Nijland Jr., Utrecht en L. W. R. Meyer, Amsterdam. In het verslagjaar zijn slechts vier zittingen gehouden, waarvan er drie werden gepresi deerd door de heer C. van Willigen en één door de Vice-Voorzitter, de heer J. Weening. In totaal zijn in 1957 21 geschillen aanhangig gemaakt, zijnde hetzelfde aantal als in 1956. Het volgende overzicht geeft een beeld van de werkzaamheden der Commissie: Aantal geschillen21 Ingetrokken geschillen11 Schikkingen4 Niet behandelde geschillen 3 18 Aantal geschillen, waarin vonnis werd gewezen3 (1956: 8) De 21 geschillen uit 1957 zijn als volgt aan hangig gemaakt 7 door leden-filmverhuurders contra leden exploitanten 5 door leden-exploitanten contra leden-film verhuurders 1 door een lid-exploitant contra een lid- exploitant 7 door donateurs contra leden-exploitanten; 1 door een lid-filmproducent contra een lid- filmfabrikant. Van de genoemde 21 geschillen waren er zeven betalingsgeschillen terwijl ook de zeven door donateurs aanhangig gemaakte geschillen een dusdanig karakter droegen. In slechts drie van deze geschillen kwam het tot een uitspraak, waarbij het in één geval ging om het afnemen resp. betalen van be stelde technische apparaten en in de beide andere geschillen om het betalen van ver schuldigde filmhuur respectievelijk van ge leverde technische artikelen. Alle overige geschillen werden voor de open bare behandeling ingetrokken of er kwam (in 4 gevallen) met medewerking van de Com missie een minnelijke schikking tot stand. De drie geschillen, waarin tenslotte vonnis is gewezen, waren niet van principiële betekenis, zodat er geen aanleiding bestaat hieraan in het kader van dit verslag een beschouwing te wijden. De vonnissen zijn alle gepubliceerd in het orgaan „Film". Raad van Beroep In de samenstelling van de Raad van Beroep kwam in het verslagjaar geen wijziging. Het Hoofdbestuur herbenoemde op 29 April de Voorzitter, de plaatsvervangend Voorzitter en de zitting hebbende leden. Overeenkomstig artikel 12D van het Arbi trage Bondsreglement werd op 21 Mei de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1957 | | pagina 21