36 Theater, welke door een uitgelezen publiek, waaronder tal van hoogwaardigheidsbekleders uit binnen- en buitenland, werd bijgewoond. Met grote dankbaarheid zij hier gewaagd van de bereidheid van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Zijne Excellentie Mr. J. M. L. Th. Cals, de openingsrede voor deze tweede filmweek uit te spreken. Na af loop van deze galavoorstelling hielden Burge meester en Wethouders van Den Haag in het oude stadhuis aan de Groenmarkt een ont vangst, waarmede de eerste dag van de film week op eclatante wijze werd besloten. De filmweek kreeg een bijzonder cachet doordat ter gelegenheid van deze manifestatie de jaarlijkse algemene vergadering van de Union Internationale de 1'Exploitation Ciné- matographique (Internationale Unie van Bioscoopexploitanten), welke normaal te Parijs wordt gehouden, ditmaal te Scheve- ningen plaatsvond en wel op 18 en 19 Juni in het Kurhaus aldaar. Voor nadere details omtrent deze vergadering wordt verwezen naar het hierna volgende hoofdstuk „buiten landse betrekkingen". De verschillende congressen, die tijdens de filmweek gehouden werden, genoten grote belangstelling. Op 18 Juni werd in de Aula van het Haags Gemeentemuseum de Contact dag van de Katholieke Film Actie en het Katholieke Filmcentrum voor de Jeugd ge houden. De Stichting Filmcentrum congres seerde op 20 Juni, waarbij tevens het feit werd herdacht dat zij 10 jaar geleden werd opge richt. De Stichting Nederlands Filminstituut hield op 21 Juni een congres over het onder werp „Film en Vrijetijdsbesteding". Het Genootschap voor Reclame had besloten zijn jaarlijkse Reclamefilmdag te doen plaatsvin den in het kader van de filmweek. Deze achtste Reclamefilmdag, welke gehouden werd op 21 Juni, werd bijgewoond door vele experts op reclamegebied en belangrijke per sonen uit het bedrijfsleven. Het Instituut Film en Jeugd had afgezien van het beleggen van een conferentie of het houden van een con gresdag en vertoonde in plaats hiervan op 19 Juni een aantal belangwekkende jeugdfilms. Gezien het succes tijdens de Filmweek Arn hem in 1955 werden ook ditmaal openlucht voorstellingen gegeven. Deze voorstellingen, met welker uitvoering de technische staf van het Bondsbureau belast werd, hadden met instemming van het Gemeentebestuur van Den Haag plaats op het Burgemeester de Monchyplein waaraan het fraaie nieuwe stad huis van Den Haag is gelegen. De grote betekenis van deze voorstellingen, die duizen den kijkers trokken, is wel dat het grote publiek rechtstreeks betrokken werd bij de filmweek. Wat dit aangaat verdienen eveneens vermelding de filmvoorstellingen die gedu rende de manifestatie in het Kurhaus- cabaret werden gegeven en waarbij het Todd-AO systeem werd gedemonstreerd. Ook de tentoonstelling „Affiche en Film" trok veel belangstelling, zij het ook uit de aard der zaak van een meer geselecteerd publiek. Deze tentoonstelling stond onder auspiciën van het Haags Filmmuseum en kwam in samenwer king met het Nederlands Filmmuseum tot stand. Zij werd gehouden in een der zalen van het Gemeentemuseum te 's-Gravenhage. Het feestelijke karakter van de filmweek werd verhoogd door onderscheiden ontvangsten, waarvan de receptie van Burgemeester en Wethouders van Den Haag reeds is genoemd. Voor de deelnemers aan de jaarvergadering van de Union Internationale de 1'Exploitation Cinématographique en de overige buiten landse gasten werd een excursie georgani seerd, waarbij onder meer een bezoek aan Delft op het programma stond. Het geslaagde tennistournooi onder auspiciën van de Af deling 's-Gravenhage beoogde uiteraard meer de gezelligheid te bevorderen. De laatste dag van de filmweek stond geheel in het teken van de Nederlandse film. Het feit, dat twee hoofdfilms in première vertoond konden worden, toonde overduidelijk de sti mulerende werking aan welke van het Pro ductiefonds voor Nederlandse Films op de filmproductie in ons land uitgaat. Voorts bleek het mogelijk een zestal nieuwe Neder landse korte films op het programma te plaatsen, waardoor men ten aanzien van de slotdag met recht kan spreken van een „Ne derlandse" dag. Tijdens de avondvoorstelling reikte Mr. H. J. Reinink, Directeur-Generaal voor de Kunsten en de Buitenlandse Culturele Betrekkingen van het Ministerie van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, de door de Minister uitgeloofde Filmprijs uit voor korte Nederlandse films, vervaardigd gedurende de laatste twee jaar. Met de door het Bestuur van de Stichting Internationale Filmweek Den Haag 1957 aan-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1957 | | pagina 37