39 Stichting, respectievelijk de in deze Stichting georganiseerde omroepverenigingen, ander zijds bleef in het verslagjaar ongewijzigd van kracht. De gemengde commissie van vertegenwoor digers van de Bond en de Stichting, ingevolge de overeenkomst belast met de behandeling van bepaalde kwesties, welke zich bij de uit voering ervan kunnen voordoen, heeft diverse malen een beslissing genomen ter zake van de levering van films voor televisiedoeleinden. In deze Commissie hadden vanwege de Bond zitting de heren C. J. Blad, C. S. Roem en R. Uges Jr. De Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman, trad op als plaatsvervangend lid. Lidmaatschappen Het Hoofdbestuur liet in het verslagjaar 22 nieuwe leden toe. Als gevolg van overlijden of wegens verlies der vereisten werden uitge schreven 19 leden. Op 1 Januari 1958 had de Bond 399 leden, die tezamen op die datum 638 zaken exploi teerden. Op bladzijde 25 van dit verslag is opgenomen het jaarlijks overzicht van het aantal zaken, onderverdeeld naar de uitgeoefende bedrijven. Diploma's Het totaal der uitgereikte diploma's bedroeg 2.452, waarvan 781 Bondsdiploma's, 271 beurs diploma's, 59 bewijzen van donateurschap en 1.341 bioscoopdiploma's voor oorlogsinvali den. Film venzekering In de loop van het verslagjaar werden nieuwe overeenkomsten gesloten voor de filmverzeke ring. Voor de brandverzekering op films in de opslagruimten van verhuurders kon een be langrijk verlaagde premie worden bedongen, terwijl voor de all risk-verzekering op films een bescheiden aandeel in de winst werd be reikt; ofschoon nog niet alle schadegevallen zijn afgehandeld, valt te verwachten dat uit dien hoofde over het eerste jaar als gevolg van een betrekkelijk laag bedrag aan claims een premierestitutie van circa 2 zal worden genoten. De zogenaamde kluizenverzekering bleef wederom beperkt tot de films, waarvan de première minder dan drie jaren geleden heeft plaatsgevonden; van de mogelijkheid om voor eigen rekening copieën van oudere films te verzekeren maakten drie verhuurders ge bruik. In de „kluizen" bevonden zich gemid deld 12.536.000 meters op Bondskosten ver zekerde films, belangrijk meer derhalve dan in het voorafgaande jaar 1956 met een ge middelde van 11.273.000 meters. De stijging in metrage betrof zowel de zwart/wit films als de kleurenfilms, doch de vermeerdering van de laatste soort was verreweg het belang rijkst; deze films maakten gemiddeld circa 39% van het totaal uit (in 1956 was dit gemiddelde circa 36%). Lijst van Geen Bezvwaan Het aantal aanvragen voor de Lijst van Geen Bezwaar bedroeg 2409. Hierin zijn ook be grepen de aanvragen voor televisie-uitzendin- oen, namelijk 58. Tegenover de stijging van het aantal aanvra gen van 1739 tot 2409 staat ook het grotere aantal weigeringen, dat toegenomen is van 78 tot 193. Toekenning van eretekens Met zijn besluit van 28 Augustus 1956 had het Hoofdbestuur eretekens ingesteld als uiting van waardering voor de trouwe plichtsvervul ling van hen die vele jaren onafgebroken bij dezelfde onderneming in het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf werkzaam zijn ge weest. Krachtens dit besluit reikte het Hoofd bestuur in het verslagjaar 533 zilveren steek spelden en brochettes met bijbehorend certi ficaat uit aan werknemers die ten minste tien jaar in dienst waren van een lid van de Bond. Tevens werden 90 gouden steekspelden en brochettes verstrekt aan werknemers wier diensttijd ten minste 25 jaar, maar minder dan 40 jaar had bedragen. Aan 7 werknemers, die tenminste 40 jaar bij dezelfde onderneming in dienst waren, werd het ereteken in goud met diamant uitgereikt. Sedert de instelling van het ereteken werden er derhalve 11 eretekens in goud met diamant uitgereikt, 186 eretekens in soud en 658 zilve- ren eretekens. Hiermede is wel ten duidelijk ste aangetoond dat de leden en het personeel grote waarde aan de toekenning van het ere teken hechten. Dit blijkt ook wel uit het feit dat tal van leden aan de uitreiking van het ereteken een officieel tintje geven.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1957 | | pagina 40