42 Hoofdbestuur niettemin ingeschreven op de conditie, dat de verhuurder matiging zou be trachten in de wijze van reclame maken voor deze film. Toepassing antikei 15 den Statuten Het Hoofdbestuur zag zich in het verslagjaar wederom genoodzaakt op grond van artikel 15 der Statuten tegen een aantal leden op te treden. Een lid had in strijd gehandeld met artikel 3 van het Reglement Recette-Controle, doordat de recette-administratie niet aan de gestelde eisen bleek te voldoen en de entreebewijzen niet in volgorde van nummering waren af gegeven. Het bleek dat weliswaar de zeker heid omtrent de juistheid der afzonderlijke afrekeningen ontbrak, maar dat geen afwij kingen waren te constateren ten aanzien van hetgeen aan de gezamenlijke filmverhuurders was afgerekend. Het Hoofdbestuur volstond dientengevolge met het opleggen van de straf van waarschuwing. Een ander lid bleek bij een ingestelde zaal controle een aantal ongeldige plaatsbewijzen verkocht te hebben en de opbrengsten ter zake niet op de voorgeschreven wijze te hebben afgerekend. Bovendien was een verschil aan het licht getreden tussen de afrekenstaat en de gegevens der zaalcontrole. Dit lid werd de straf van boete opgelegd ten bedrage van 500.wegens overtreding van artikel 3 van het Reglement Recette-Controle, het Contri- butiebesluit, het Bumabesluit en artikel 8 van de Algemene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films. Een lid, dat in strijd met artikel 2A van het Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Be zwaar had gehandeld door de vertonings- rechten op een film verkocht te hebben aan een niet-lid zonder hiervoor een verzoek tot plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar te hebben ingediend, werd beboet met 500. Het bewuste lid ging van deze beslissing in beroep bij de Ledenraad, welk College de uitspraak van het Hoofdbestuur evenwel in zijn vergadering van 19 November bevestigde. Bij een soortgelijke, minder ernstige, over treding van het Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar, volstond liet Hoofdbestuur met het opleggen van de straf van waar schuwing. De straf van waarschuwing werd uitgesproken ten aanzien van twee leden, die in annonces voor hun theaters een slagzin hadden gebe zigd, welke strijdig werd geacht met de alge mene belangen en de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Rekening houdende met de omstandigheden besloot het Hoofdbestuur een lid, dat een minder gepaste advertentie in de dagbladen had geplaatst, niet te straffen. Het College volstond in dit geval met een berisping lg- Twee leden-filmverhuurders werden op grond van artikel 15 der Statuten gehoord wegens handelingen betreffende de verhuur van Nederlandse journaalfilms, welke niet in over eenstemming waren te beschouwen met de respectieve inschrijvingen der betrokken leden in het Bedrijfsregister. Het Hoofdbestuur be sloot na kennisneming van alle feiten het opleggen van een straf vooralsnog achterwege te laten, in de verwachting, dat de verhuur van het onderwerpelijke Nederlandse jour naal voortaan zou geschieden conform de inschrijvingen. Enige leden die het Contributie- en het Buma besluit hadden overtreden, kwamen hun ver plichtingen jegens de Bond alsnog na, wes halve het Hoofdbestuur besloot te volstaan met het geven van een berisping. Contact met de Afdelingen en de leden In het verslagjaar had het Hoofdbestuur om trent allerlei aangelegenheden contact met de Afdelingen. Onder meer dienden de Afdelin gen van advies met betrekking tot de samen stelling van Bondscolleges, alsmede ter zake van de benoeming van vertegenwoordigers van de Bond in verschillende instellingen. Ook werd waar nodig het advies ingewonnen van de Afdelingen in verband met het verrichten van inschrijvingen in het Bedrijfsregister. Het Hoofdbestuur onderhield een intensief contact met de Afdelingsraad, de Bedrijfs afdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten en de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders aan gaande kwesties van reglementaire aard, in zonderheid met het oog op het tot stand komen van het nieuwe Algemeen Bedrijfs reglement. Op vele Afdelingsvergaderingen was het Hoofdbestuur vertegenwoordigd. Ook de Bondsdirecteur woonde meerdere vergade-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1957 | | pagina 43