Afdeling Het Westen 82 Het voorbije jaar 1957 is voor de leden van onze Afdeling, behoudens een kleine terugloop in het be zoekersaantal, over het geheel genomen geen slecht jaar geweest. Wel werd er veel geklaagd in de ver gaderingen en maakten verschillende leden zich on gerust over het feit dat de beunhazerij van de meren deels clandestiene voorstellingen met smalfilms zich nog steeds uitbreidt, een zeer ongezonde toestand waarvan de leden veel nadeel ondervinden. Door eigen initiatief van enkele exploitanten konden verschillen de van deze voorstellingen voorkomen worden en dus geen doorgang vinden. Onze Afdeling kwam in het afgelopen jaar drie maal in vergadering bijeen welke zich in een redelijk be zoek mochten verheugen. Tijdens de Jaarvergadering, gehouden op 28 Februari te Dordrecht, werd de Voorzitter, de heer J. van Bentum, met algemene stemmen in deze functie her kozen terwijl er in de vacature, ontstaan door het overlijden van de heer K. J. Kaptein voorzien werd door de verkiezing van de heer E. J. Weier te Rot terdam. De samenstelling van het Bestuur is thans als volgt: J. van Bentum, Voorzitter; A. J. Ch. Silvius, Vice- Voorzitter; A. A. Moser, Secretaris; C. van Liere, Penningmeester en E. J. Weier., lid. De heer Silvius, die aftredend was als lid van de Afdelingsraad, werd met algemene stemmen herkozen. In drie gevallen werd door het Bestuur advies gegeven inzake aanvragen van nieuwe zaken. In September overleed te Brielle de heer M. J. Philipse, exploitant van het Luxor Theater aldaar. De heer Philipse was altijd een trouwe bezoeker van onze vergaderingen, maar het laatste jaar hebben wij hem niet meer mogen ontmoeten, daar hij reeds ge ruime tijd bedlegerig was. Dat hij ruste in vrede. Het Luxor Theater te Alphen a/d Rijn bestond op 23 September 25 jaar, een feit dat onder grote belang stelling herdacht werd. Op de vergaderingen werd over verschillende onder werpen zoals o.a. het ontwerp-Wijziging Algemeen Bedrijfsreglement, de Vermakelijkheidsbelasting, de steeds hoger wordende filmhuren en last not least, het bioscoopbedrijf contra de televisie, uitvoerig van ge dachten gewisseld en gedebatteerd waarbij wij steeds op een uitvoerige uiteenzetting en toelichting konden rekenen van de heren Uges en Dubbeldeman, iets wat door de leden ten zeerste gewaardeerd werd. Ook zal er, blijkens uitlatingen in de vergaderingen, een oplossing gevonden moeten worden voor het euvel dat de televisie veel eerder met het nieuws op het scherm komt dan wij in onze theaters en het journaal dus voor de meeste leden van onze Afdeling, die meren deels in tweede of derde weeks vertoning draaien, zijn actualiteit heeft verloren. Op het ogenblik telt onze Afdeling 53 leden met 71 theaters. Naaldwijk, 13 Februari 1958. A. A. MOSER, Secretaris.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1957 | | pagina 82