Verslag over het stichtingsjaar 1956-1957 87 (1 September 1956 t/m 31 Augustus 1957) In het afgelopen Stichtingsjaar heeft zich in het Bestuur slechts één mutatie voorgedaan. De heer A. A. Hakhof aanvaardde namelijk een functie in de productiesector van het bedrijf en hij werd derhalve op voordracht van de Katholieke Bond St. Antonius vervangen door de heer H. A. Fluyter. Met inbegrip van deze verandering zag het Bestuur er als volgt uit: W. F. Dubbeldeman, Voorzitter; G. H. Groenewegen, Penningmeester; O. P. Besseling, H. A. Fluyter, F. v. d. Heyden, H. J. Zwart, D. Meenhorst en E. F. W. Trijssenaar, leden; L. Claassen, Secretaris. Er zijn in het verslagjaar twee Bestuursvergaderingen gehouden, waarin de jaarstukken aan de orde kwamen en waarin diverse lopende kwesties zijn behandeld. Overigens stonden echter beide vergaderingen vrijwel geheel in het teken van het Handboek der Bioscoop techniek, met de samenstelling waarvan in dit verslag jaar flinke vorderingen zijn gemaakt. In ons vorig jaarverslag vermeldden wij, dat de voor bereidende werkzaamheden waren voltooid, zodat dit jaar dadelijk kon worden begonnen met de samen stelling van een Redactie-Commissie. Inmiddels was op ons desbetreffend verzoek aan het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond om het ter beschikking stellen van een crediet voor de finan ciering van het boekwerk gunstig beslist, zodat ook dit belangrijke aspect als geregeld kon worden be schouwd. Tot leden van de Redactie-Commissie werden be noemd de heren: W. F. Dubbeldeman, Voorzitter; J. B. Berman, E. F. Henny, F. v. d. Heyden, R. de Vries, E. J. Weier en L. Claassen, Secretaris. Oorspronkelijk was het de bedoeling de tekst van het Handboek in eigen beheer samen te stellen, doch bij nadere bestudering van deze mogelijkheid bleek, dat hieraan wegens de enorme hoeveelheid tijd, welke daarvoor nodig is, onoverkomelijke moeilijkheden ver bonden waren. Derhalve werd Ir. D. C. van Reyendam, die regelmatig als examinator aan de examens mede werkt, en bovendien zijn sporen heeft verdiend op het gebied van allerlei technische publicaties, aangezocht om zich onder supervisie van de Redactie-Commissie met de samenstelling van de tekst te belasten. Nadat ook op dit punt overeenstemming was bereikt, kon de Redactie-Commissie op 12 November 1956 met haar werkzaamheden beginnen. Er was tevoren een voorlopig werkschema opgesteld met de bedoeling het daarheen te leiden, dat het eerste deel van het Hand boek, omvattende de onderwerpen cabinepractijk en brandbeveiligingsvoorschriften, omstreeks medio 1957 gereed zou zijn en het tweede deel betreffende de theoretische onderwerpen, die in de bioscooptechniek van belang zijn, tegen het eind van dat jaar. Reeds na enige redactievergaderingen kwam men echter tot de conclusie, dat deze tijdsruimte veel te kort was om het gehele werk te kunnen voltooien. Gebleken was namelijk, dat de oorspronkelijke veronderstelling, dat de tekst van het Handboek voor een belangrijk deel ontleend zou kunnen worden aan de tot dan toe ge bruikte schriftelijke cursus en dat ook dezelfde volg orde van de leerstof aangehouden zou kunnen worden, niet juist was. Ieder hoofdstuk moest derhalve geheel opnieuw worden opgezet en de ontwerp-tekst daarvan werd vervolgens door de Redactie-Commissie aan een zeer grondige behandeling onderworpen. Een en ander leidde ertoe, dat in de 12 redactie vergaderingen, welke in dit verslagjaar plaatsvonden, slechts zeven van de tien hoofdstukken, welke deel I zou gaan omvatten, gereed kwamen. Hiervoor was het noodzakelijk geweest ruim 265 folio pagina's tekst van de hand van Ir. Van Reyendam door te werken, hetgeen tenslotte resulteerde in 208 pagina's gedrukte tekst, geïllustreerd met niet minder dan 229 foto's en tekeningen. In het begin van het verslagjaar was de voor-inteke ning op het Handboek opengesteld, waarvoor zich ongeveer 270 gegadigden meldden. Dit aantal is later opgelopen tot circa 300 en daar bekend was gemaakt, dat het eerste deel van het Handboek naar alle waar schijnlijkheid medio 1957 zou verschijnen, werd door het Bestuur besloten na het gereedkomen van Hoofd stuk VII met de toezending van het eerste gedeelte van deel I aan de voorintekenaars te beginnen. Dit gebeurde in September 1957 en valt dus juist buiten het kader van dit verslag. Rest ons nog ten aanzien van het Handboek hier op te merken, dat de samenwerking tussen de Redactie- Commissie en de heer Van Reyendam enerzijds en tussen Redactie-Commissie en Bestuur anderzijds steeds zeer goed was. In de lopende verslagperiode is slechts één nieuwe cursus begonnen en wel in Februari 1957. Dit uitzonderlijke aanvangstijdstip vindt zijn oorzaak in het feit, dat het Bestuur de nieuwe cursisten ge bruik wilde laten maken van de tekst van het Hand boek. Het werd namelijk onjuist geacht in September (de gebruikelijke aanvangsdatum) nog een cursus in gestencilde vorm te laten beginnen, terwijl binnen enkele maanden de nieuwe lessen beschikbaar zouden zijn. Doordat echter het gereedkomen van de eerste hoofdstukken van het Handboek onder andere wegens moeilijkheden met de toenmalige drukker van het boekwerk langer op zich liet wachten dan was voor zien, duurde het tot Februari alvorens de nieuwe cursus kon beginnen. Er hadden zich voor deze cursus inmiddels ruim 60 deelnemers opgegeven, welk aantal geleidelijk geste gen is tot 104. Nadat de inschrijving van nieuwe cursisten was stop gezet, hetgeen gewoonlijk gebeurt drie maanden na de aanvang van de cursus, liep het aantal deelnemers weer geleidelijk terug, waardoor aan het eind van dit verslagjaar het aantal cursisten, die de lessen in de nieuwe vorm bestudeerden, 95 bedroeg. 24 daarvan hadden zich alleen opgegeven voor de bestudering van het eerste gedeelte van de cursus, hetgeen betekent, dat zij zich voorbereidden op het examen ter verkrijging van het practijk- certificaat.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1957 | | pagina 85