zorgde „gids" en het openen van de cursussen „Scenario en Draaiboek" en „Filmhandel", waarmede het in samenwerking met het filmbedrijf en de steun van de Nederlandsche Bioscoop-Bond een begin van uitvoering gegeven heeft aan een project voor een film- vakopleiding. Onderscheiden facetten van het algemene thema van de van Maandag 6 October tot en met Donderdag 9 October gehouden Academi sche Film week de vijfde van de tot een tra ditie gegroeide „Utrechtse filmstudieweken dat luidde „Filmgenres en hun functies voor het publiek", werden toegelicht door referen ten van Nederlandse, Duitse, Engelse en Fran se nationaliteit, afkomstig zowel uit weten schappelijke kringen als uit de practijk van de filmvervaardiging zelf. Met erkentelijkheid gewaagde de Voorzitter van het Instituut, Prof. Dr. Ph. J. Idenburg, bij de opening in de Aula van de Rijksuniversiteit te Utrecht van de voortdurende steun en medewerking welke deze instelling van de zijde van de Bond on dervindt. De referaten werden geopend door Prof. Dr. J. Linschoten, hoogleraar in de ex perimentele algemene psychologie aan ge noemde universiteit, met een uitstekende voor dracht over onze indrukken bij het bioscoop bezoek. Film vakopleiding Het vraagstuk van de vakopleiding is er een, dat de voortdurende aandacht van het film bedrijf heeft. Reeds twaalf jaar geleden werd de Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel in het leven ge roepen, welke intussen reeds honderden ope rateurs heeft opgeleid. Men heeft van Bondszijde echter steeds begre pen, dat met het creëren van een opleiding voor technisch bioscooppersoneel niet kon worden volstaan. Op de eerste plaats is het een algemeen bedrijfsbelang, dat ook degenen, die werkzaam willen zijn in de filmdistributie en de filmexploitatie, een daarop gerichte speciale opleiding ontvangen. En ten tweede is het in het kader van de pogingen, welke worden on dernomen tot het stimuleren van een continue speelfilmproductie en van het productiepeil in het algemeen, wenselijk en zelfs noodzake lijk, dat ook de opleiding van adspirant-filmers en filmtechnici ter hand wordt genomen. Dat er in ons land behoefte is aan een doel treffende vakopleiding van de leidinggevende en vormgevende krachten en enkele groepen van hun medewerkers in studio en laborato rium, werd onder meer vastgesteld in de rap porten van het Nederlands Filminstituut en van een door de Bedrijfsafdeling Filmfabri kanten en Filmproducenten van de Nederland sche Bioscoop Bond tezamen met de Neder landse Beroepsvereniging van Filmers en de Unie van Werknemers in de Film- en Televisie bedrijven ingestelde commissie, welke nog in 1957 weiden uitgebracht en aan het Hoofd bestuur werden aangeboden. Er werd in deze rapporten op gewezen, dat bij onderschei den creatieve en andere werkers het gemis aan een meer algemene theoretische en practische technische kennis wordt gevoeld en tevens vastgesteld, welke minimale kennis voor een vakkundige beroepsuitoefening vereist is en deze uitgedrukt in schema's voor eventueel te organiseren cursussen „Productie en Regie", „Scenario en Draaiboek", „Camera en Mon tage" en „Laboratorium en Electro-acoustiek". Overeenkomstig deze rapporten heeft het Ne derlands Filminstituut op instigatie van het Hoofdbestuur een vakopleiding ontworpen, maar moest het plan om in één keer met een complete opleiding te beginnen laten varen om verschillende practische redenen, zoals het ontbreken van voldoende financiering voor een dergelijke ruime opzet, het niet tijdig aan kunnen trekken van de daartoe benodigde do- centen, het ontbreken van voldoende lesruim ten en apparatuur, het gemis aan voldoende ervaring en vooral het ontbreken van de no dige tijd van voorbereiding. Besloten werd daarom een meer geleidelijke, een „faculteits- gewijze" opbouw na te streven en nadat de ledenvergadering van de Bond daartoe finan ciële hulp had gevoteerd, kon het Filminstituut op 20 October van het verslagjaar beginnen met een cursus „Filmhandel" voor degenen, die in de filmdistributie en de filmexploitatie werkzaam willen zijn en een tweejarige leer gang „Scenario en Draaiboek" als een eerste stap op de weg naar een meer volledige vak opleiding. Einde 1958 werden deze twee cur sussen door 37 leerlingen gevolgd. Stic hting „Nederlandse Filmstudio" Op 25 Augustus van het verslagjaar was het tien jaar geleden, dat de Cinetone Studio's door Mr. H. J. Reinink, toen Secretaris-Gene raal, thans Directeur-Generaal voor de kunsten en voor de buitenlandse culturele betrekkin gen, van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, namens zijn Minister, Prof. 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1958 | | pagina 18