69 ductiebedrijf. In verband met de voorbereiding van een Werk- en Rusttijdenbesluit Restgroepen door het Direc toraat-Generaal van de Arbeid werd van de zijde van de U.W.F.T. de vraag gesteld of het mogelijk zou zijn, dat werkgevers en werknemers in het filmfabricage- en film- productiebedrijf een gezamenlijk voorstel terzake aan genoemde instantie richten om te geraken tot een der gelijk besluit voor onze bedrijfstak. Het Afdelingsbe stuur heeft daarop te kennen gegeven bereid te zijn een concreet voorstel in studie te nemen. Door het Afdelingsbestuur werd in het verslagjaar drie maal een advies uitgebracht aan de Commissie Nieuwe Zaken. Op 31 December 1958 waren bij de Afdeling aangesloten 31 filmproductiezaken en 11 filmfabrieken. De daling van het aantal filmfabrieken ten opzichte van dat in 1957 is het gevolg van het feit, dat er een nieuwe film fabriek is opgericht, welke de filmlaboratoria van on derscheiden leden heeft overgenomen respectievelijk nog zal overnemen. Onderscheiden leden der Afdeling hadden in 1958 zit ting in de volgende colleges: Raad van Beroep, de heren H. S. Boekman, L. W. R. Meyer en E. J. Ver- schueren, leden; Commissie Beroep Nieuwe Zaken, de heren H. S. Boekman, lid, en C. S. Roem, plaatsvervan gend lidCommissie Nieuwe Zaken, de heren H. P. H. Juten en L. W. R. Meyer, plaatsvervangende leden; Gemengde Televisiecommissie van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en de Nederlandse Televisie Stichting, de heer C. S. Roem; Commissie voor Niet-Commerciële Reclame, de heer L. W. R. Meyer. In 1958 werd wederom door onze leden aan tal van filmmanifestaties deelgenomen onder meer aan het Xle Internationale Filmfestival van Cannes, het Ille Belai- sche Wereldfestival van de Film te Brussel, het VUIe Internationale Filmfestival van Berlijn, de Biënnale te Venetië, het Xle Internationale Filmfestival van Karlovy Vary, het Filmfestival van San Francisco, het Xlle In ternationale Filmfestival van Edinburgh, de Ile Inter nationale Filmwetenschappelijke Week te Wenen, het Filmfestival van Melbourne, het Ile Internationale Film festival van Stratford (Canada), het Filmfestival van Montevideo (Uruguay), het Ile Internationale Festival van Journaalfilms te Venetië, de Westdeutsche Kurz- filmtage te Oberhausen, de Mannheimer Filmwoche, het Festival voor Films over Kunst in Pakistan, het VUIe Internationale Filmfestival voor Reclamefilms te Mi laan, het Ile Festival Internationale del Film a Passo Ridotto te Merano (Italië), het Festival der Weten schappelijke Film te Moskou en de VUIe Internationale Week van de Toeristische en Folkloristische Film te Brussel. Er werden in 1958 drie speelfilms en een jeugdspeel- film geproduceerd. Uit de aan dit verslag gehechte lijst van de titels van de belangrijkste films, welke door onze leden in de loop van het jaar werden vervaardigd, blijkt een onverminderde belangstelling van opdrachtgevers in binnen- en buitenland. Er verscheen in 1958 een tweede Nederlands filmjour- naal. Naast de journaalfilmindustrie die haar goede reputatie wist te handhaven met haar geregelde uit wisseling van Nederlandse opnamen met buitenlandse journaals vond ook de export van losse actualiteiten naar het buitenland voortgang, waardoor via film- en televisiejournaals een steeds groter internationaal pu bliek het karakter van ons land en volk leert kennen. Onze Afdeling betreurt het heengaan van Brand Dirk Ochse, in leven Gedelegeerd-Commissaris van de N.V. Filmfabriek Polygoon te Hilversum, die op 12 Decem ber na een langdurige ziekte in de leeftijd van 66 jaar overleed. Bijna veertig jaar van zijn leven heeft de heer Ochse gewijd aan de Nederlandse filmindustrie. Na aanvan kelijk te Leiden gestudeerd te hebben, wijdde hij zich al spoedig geheel aan de mede door hem gestichte N.V. Filmfabriek Polygoon, die onder zijn stimulerende lei ding uitgroeide tot een groot journaalbedrijf met inter nationale vertakkingen en tot productiemaatschappij van bedrijfsfilms en culturele films. Gedurende de oorlog diende de heer Ochse de Neder landse zaak als handelsattaché bij het Nederlandse Voor lichtingsbureau te San Francisco. Nadien wijdde hij zich geheel aan de heropbouw van zijn bedrijf en bracht samenwerking tot stand met de N.V. Filmfabriek Profilti en andere filmbedrijven. In 1952 trad de heer Ochse af als Directeur van Polygoon en werd benoemd tot Gedelegeerd-Commissaris. Als zo danig had hij een groot aandeel in de stichting van het Cinecentrum met een kleurenfilmlaboratorium te Hil versum; de voltooiing daarvan heeft hij niet mogen beleven. De heer Ochse is uit hoofde van zijn bijzondere beteke nis voor de vestiging en ontwikkeling van de nationale journaalfilmproductie een van de grondleggers van de Nederlandse filmindustrie, maar hij heeft ook een op merkelijke activiteit ontplooid op organisatorisch ge bied. De Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft hij in on derscheiden functies gediend en zijn uitzonderlijke ver diensten voor organisatie en bedrijf vonden algemene erkenning in zijn benoeming tot erelid van de Neder landsche Bioscoop-Bond door de op 1 October van het verslagjaar gehouden buitengewone algemene ledenver gadering, welke benoeming de hoogste eer betekent, die de Bond aan een lid kan bewijzen. De Overheid erkende zijn verdiensten door zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De heer Ochse zal in onze herinnering voortleven als een man van uitzonderlijke kwaliteiten, die met Willy Mullens en Jan Cornelis Mol tot de pioniers van het Nederlandse filmwezen behoort, die de grondslagen legden voor de Nederlandse filmindustrie. Ik moge dit verslag besluiten met de vermelding, dat onze Voorzitter, de heer C. S. Roem, dit jaar de dag herdacht, waarop hij vijf en twintig jaar geleden Direc teur werd van de N.V. Filmfabriek Profilti en vijf en dertig jaar werkzaam is in het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Op 15 September 1958 heeft het Neder landse filmbedrijf in al zijn geledingen hem tijdens een te zijner ere in Hotel de 1'Europe te Amsterdam gehou den receptie op waarlijk grootse wijze gehuldigd. In de woorden van erkentelijkheid en van waardering, door vooraanstaande persoonlijkheden uit het bedrijf uitgesproken, werd ook de Bedrijfsafdeling Filmfabri kanten en Filmproducenten betrokken, „deze jongste spruit in de Nederlandse filmgemeenschap", die voor een groot deel zijn werk is. Mogen deze woorden erkenning vinden door spoedig aan onze Afdeling in het organisatorisch bestel van de Bond een zodanige plaats toe te kennen, dat onze leden de hun door de Statuten gewaarborgde rechten als ver- enigingsleden inderdaad ook zullen kunnen uitoefenen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1958 | | pagina 69