84
drie vakken een voldoen cijfer krijgt, ontvangt hij nog
geen diploma, doch hij behoeft in die vakken later niet
opnieuw examen te doen. Derhalve heeft hij bij een
volgend examen genoeg aan een voldoend cijfer voor
één van de resterende examenvakken om het diploma-A
te behalen. Het B-diploma wordt tenslotte verworven
nadat in alle zes vakken met goed gevolg examen is
afgelegd.
Door deze tot ettelijke combinatiemogelijkheden leiden
de examenconstellatie kan men zich van de feitelijke
resultaten van elk examen aan de hand van het aantal
geslaagde candidaten geen nauwkeurig beeld vormen.
Het kan namelijk zeer goed gebeuren, dat zich onder de
afgewezenen een aantal candidaten bevindt, dat nog
slechts in één vak met succes examen moet doen om
het volledige diploma te behalen, terwijl tegelijkertijd
onder de geslaagden talrijke candidaten kunnen zijn, die
slechts voor de beide practische vakken voldoende
cijfers hebben behaald en dus nog twee respectievelijk
vier vakken voor de boeg hebben alvorens in het bezit
te kunnen komen van een der diploma's.
Teneinde toch een overzicht te kunnen geven van de
resultaten van de afgelopen examens laten wij hieronder
een opstelling volgen van de gang van zaken per vak.
Cabine-
practijk
Brandbe-
veiligings-
voorschr.
Aantal cand.
Januari examen 44
44
Aantal cand.
Zomer examen
42
48
Afgewezen na schriftelijk
Resterende candidaten
7
79
13
79
Afgewezen J
anuari examen
11
15
Afgewezen 2
lomer examen
9
9
Geslaagd
59
55
Geslaagd
'58
'57
65%
(58%)
55%
(65%)
Licht-
techniek
Electro- Electrotechn.
techniek voorschr.
Verster
kertechniek
37
31
27
27
14
12
-
6
24
19
27
21
8
7
3
6
15
12
24
15
41%
(43%)
39%
(57%)
90%
(72%)
56%
(43%)
Uit dit overzicht volgt, dat hoewel de resultaten per vak
ten opzichte van 1957 hier en daar nogal afwijken, het
gemiddelde percentage van geslaagde candidaten in
beide jaren nagenoeg gelijk is.
Het examen ter verkrijging van het practijkcertificaat
werd, evenals het vorig jaar, voorafgegaan door een ver
plicht schriftelijk tentamen, dat ertoe leidde, dat vier
van de 29 examencandidaten niet tot het examen wer
den toegelaten, daar zij een volstrekt onvoldoend cijfer
voor het tentamenwerk kregen. Bovendien zijn op grond
van het reeds eerder genoemde nieuwe examenregle
ment enige gegadigden voor dit examen verwezen naar
het normale examen, daar zij niet voldeden aan de
eisen, die voor de onderhavige candidaten gelden. Er is
namelijk thans bepaald, dat tot het examen ter ver
krijging van het practijkcertificaat uitsluitend toegang
hebben operateurs, die blijkens hun werkboekje werk
zaam zijn in bioscopen met een arbeidstijd van minder
dan 24 uur per week. Genoemd certificaat heeft immers
uitsluitend voor werknemers in die categorie van bios
copen waarde en het heeft dus geen zin ook andere
candidaten aan dit speciale examen te laten deelnemen,
daar zulks slechts tot misverstanden en verwarring om
trent de betekenis van het certificaat zou kunnen leiden.
Een uitzondering wordt hierbij gemaakt ten opzichte
van dienstplichtige militairen, aangezien zij in militaire
bioscopen gewoonlijk met een practijkcertificaat kunnen
volstaan.
Van de 25 candidaten, die op het examen verschenen,
zijn er 15 geslaagd, zijnde dus 60% tegen 54% in 1957.
Men zou dus zeggen, dat de resultaten in dit jaar be
langrijk beter waren, doch wanneer het hieronder
opgenomen overzicht per vak wordt bekeken, dan blijkt,
dat uitgedrukt in percentages de resultaten van beide
jaren ook hier elkaar slechts weinig ontlopen.
(De tussen haakjes geplaatste cijfers geven de correspon
derende cijfers aan voor het jaar 1957.)
Cabine- Brandbeveili-
praktijk gingsvoorschr.
Aantal candidaten Januari 1958 14
Aantal candidaten Zomer 1958 23
14
21
Afgewezen Januari 1958
Afgewezen Zomer 1958
Geslaagd Januari 1958
Geslaagd Zomer 1958
Totaal geslaagd 1958
Totaal geslaagd 1957
37(23)
8
7
35(21)
5
6
15(8)
6
16
11(7)
9
15
22(60%) 24(69%)
(15=65%) (14=67%)
Het totaal aantal afgegeven practijkcertificaten is thans
gestegen tot 237 (1957: 218), waarin zijn begrepen een
vijftal certificaten, die tussentijds zijn afgegeven aan
operateurs, die op grond van vroeger behaalde examen
resultaten daarop aanspraak konden maken.
Resumerende kan worden vastgesteld, dat de totaal
uitslag van de examens 1958 normaal is, dat wil zeggen
ongeveer gelijk aan die van voorgaande examens, waar
bij het percentage geslaagde candidaten zich steeds om
de 60% bewoog. Een afwijking ten opzichte van vorige
jaren vormt het aantal gedeeltelijk geslaagde candida
ten, dat ditmaal bijzonder hoog was, namelijk 61 tegen
over 20 in 1957. Deze candidaten zijn dus voor een of
meer vakken, waarin zij examen deden, geslaagd, maar
hadden aan die uitslag niet voldoende om in aanmer
king te komen voor enig diploma. Dit grote aantal ge
deeltelijk geslaagde candidaten is onder andere een
gevolg van het feit, dat tijdens de Januari-examens uit
sluitend in de practische vakken kon worden geëxami
neerd, waarmede dus geen diploma valt te behalen en
dat de betrokken cursisten op het tijdstip van de zomer-