Technische Commissie
21
De samenstelling van de Technische Commis
sie onderging in 1959 geen verandering en zag
er als volgt uit:
D. J. van Leen, Wassenaar, Voorzitter; O. P.
Besseling, Amsterdam; D. Siem Jr., Amster
dam; M. Cornelissen, Amsterdam; G. H. Groe-
newegen, Leiden; L. B. Kagenaar, Utrecht;
H. W. Hagenberg, Secretaris; L. Claassen,
Plaatsvervangend Secretaris.
De Commissie kwam tweemaal in vergadering
bijeen, waarbij kwesties van uiteenlopende
aard zijn behandeld. Zo is aan het Hoofd
bestuur advies uitgebracht over de vraag, of
het gebruik van duplicaat negatieven bij de
vervaardiging van copieën al dan niet moet
leiden tot ernstige kwaliteitsverliezen; aan het
Hoofdbestuur is een opgave verstrekt inzake
een 25-tal bioscopen die nog steeds met slechts
één projector werken en aan het Hoofdbestuur
is een serie technische normen ter beoordeling
voorgelegd, welke gehanteerd zouden kunnen
of moeten worden ten aanzien van de vestiging
van nieuwe bioscopen.
Aan het Hoofdbestuur werd voorts nog rap
port uitgebracht over de zeer slechte toestand
waarin een tweetal bioscopen verkeerden, on
danks het feit dat door de technische dienst
jarenlang op het aanbrengen van verbeterin
gen was aangedrongen. Alvorens deze kwestie
aan het Hoofdbestuur werd voorgelegd is er
door een delegatie uit de Commissie een plaat
selijk onderzoek ingesteld.
Tegen het einde van het verslagjaar waren
over laatstgenoemde aangelegenheden nog
geen beslissingen genomen, hetgeen ook nau
welijks mogelijk was, omdat een en ander uit
de laatste maanden van 1959 dateert.
Het houden van lezingen voor operateurs over
het nog steeds zeer actuele onderwerp film-
behandeling werd ook dit jaar voortgezet met
voordrachten door de technische inspecteur in
Rotterdam en 's-Gravenhage. Speciaal de le
zing in Rotterdam trok grote belangstelling.
Die in Den Haag was een zogenaamde avond
lezing en telde daardoor - zoals gebruikelijk
- veel minder toehoorders.
Aangaande breedbeeldprojectiesystemen kan
worden vastgesteld, dat thans - behoudens een
aantal van de kleinste exploitaties - praktisch
alle bioscopen zijn ingericht voor de vertoning
van cinemascope films met optische geluids
registratie. Het aantal bioscopen dat is uitge
rust voor magnetische geluidsreproduktie
bleef vrijwel ongewijzigd, hetgeen echter eer
der een economische dan een technische aan
gelegenheid is. Hoewel de aanvankelijke
„systemenwedloop" zo langzamerhand als ge
ëindigd kan worden beschouwd met een over
winning aan de kant van de cinemascopepro-
jectie, ging de ontwikkeling in de tweede helft
van het verslagjaar in de richting van de 70
mm-projectie, met dien verstande, dat deze
ontwikkeling zich vooralsnog uitsluitend in
het buitenland voordeed; het aantal Neder
landse bioscopen dat onder andere voor 70
mm-projectie is ingericht bleef tot één beperkt.
De technische dienst is ook dit jaar weer
bijzonder diligent geweest, waardoor het aan
tal controles steeg van 424 tot 433, zulks
ondanks het feit, dat ook deze dienst zeer
nauw betrokken was bij de voorbereidingen
en afwikkeling van de openluchtvoorstellingen
van de Filmweek Arnhem 1959, hetgeen steeds
een tijdrovende aangelegenheid vormt.
Er zijn dit jaar 314 hercontröles gehouden
tegen 317 in 1958; het aantal bijzondere con
troles steeg van 94 tot 105 en het aantal inven
tarisatie-controles bedroeg 14 tegen 13 in 1958.
De stijging van het aantal bijzondere controles,
zijnde voor een groot deel controles waarbij
adviezen werden gegeven met betrekking tot
nieuwbouw of restauratieplannen, wijst er