86
waarvan er nog 2 verstek lieten gaan. Voor de aan
vang van het examen vielen er aldus reeds 12 can-
didaten af, zijnde ruim 31% van het totaal. Laten
wij de drie candidaten die het tentamen niet haalden
buiten beschouwing dan wordt dit bijna 24%, hetgeen
zeker nog teveel is. Dit klemt temeer indien men
bedenkt dat het hier steeds candidaten betreft die
reeds in de praktijk werkzaam zijn en voor wie het
bezit van een vakdiploma dus onontbeerlijk is om
een hogere functie dan die van leerlingoperateur te
kunnen vervullen.
De overblijvende 26 candidaten bleken zich evenwel
naar behoren op het examen te hebben geprepareerd,
want daarvan slaagden er 20 ofwel 77%, zijnde een
in vergelijking met voorgaande jaren zeer goed resul
taat (1958: 60% (twee examens!); 1957: 54%).
Onder de zes afgewezen candidaten was er boven
dien slechts één die voor de beide examenvakken,
cabinepraktijk en brandbeveiligingsvoorschriften, een
onvoldoende cijfer kreeg.
Het is verheugend dat de stijgende lijn die wij het
vorig jaar ten aanzien van deze examens signaleerden
zich dit jaar heeft voortgezet, zulks waarschijnlijk
mede als gevolg van de selecterende en instructieve
werking van het eerder genoemde verplichte tentamen.
Het aantal afgegeven praktijkcertificaten is thans geste
gen tot 261 (1958: 237), waarin zijn begrepen een
viertal certificaten welke tussentijds werden afgege
ven op grond van vroeger behaalde examenresultaten.
Wanneer bijvoorbeeld iemand met succes aan het
eerste gedeelte van het „grote" examen heeft deelge
nomen en hij gaat later in een bioscoop werken met
een normale wekelijkse arbeidstijd van minder dan 24
uur, of hij gaat bijvoorbeeld in militaire dienst, dan
wordt op aanvrage alsnog tot uitreiking van een prak
tijkcertificaat overgegaan, mits tussen het tijdstip van
aanvrage en het afgelegde examen niet meer dan
drie jaar zijn verlopen.
In het algemeen kan met betrekking tot de examens
nog worden opgemerkt, dat dankzij de deskundige
medewerking van het ditmaal uit 21 personen be
staande corps van examinatoren, waaronder zes brand
weerdeskundigen en de medewerking van de direc
ties van de bioscopen Alhambra, Calypso en City, als
mede die van het Bondsbureau te Amsterdam, door
het ter beschikking stellen van hun projectiecabines,
alles organisatorisch gezien geheel naar wens is ver
lopen. Een woord van dank aan het adres van de be
trokkenen is hier dan ook zeker op zijn plaats.
Voorts dient nog te worden gememoreerd dat enige
weken voor het mondelinge examen een vergadering
van examinatoren is gehouden, teneinde de tot dus
verre gevolgde gedragslijn bij de mondelinge exa
mens te herzien.
Er zijn bij die gelegenheid voor de verschillende
examencommissies nieuwe directieven samengesteld
voornamelijk ten doel hebbende een zo groot moge
lijke uniformiteit, voor wat betreft het peil van de
te stellen vragen, tot stand te brengen, terwijl voorts
regelingen van examen-technische aard werden getrof
fen ten aanzien van de vaststelling der uitslagen. Ge
zegd kan worden dat het gewijzigde systeem goed
heeft voldaan, zodat het in de bedoeling ligt op de
ingeslagen weg voort te gaan.
Voor wat betreft de schriftelijke cursussen zal in de
toekomst moeten worden gezocht naar middelen om
de belangstelling voor de studie te stimuleren. Zoals
elders reeds werd gesignaleerd verslapt in vele geval
len de activiteit van de cursisten zodra de cursus
is gevorderd tot bepaalde tamelijk moeilijke onder
werpen, welke men alleen bij serieuze studie onder de
knie kan krijgen. De daarop volgende lessen over
een zeker onderwerp leveren dan steeds meer moeilijk
heden op en het gevolg is meestal dat achterstanden
ontstaan die alleen ten koste van veel inspanning in
gehaald kunnen worden. Veelal gebeurt dit laatste
niet en blijft de cursist dus op een bepaald punt met
de studie steken. Sommige onder hen proberen dan
desondanks na een vluchtige voorbereiding in de vorm
van zelfstudie, examen te doen, doch dit loopt prak
tisch steeds op teleurstelling uit.
Het behoeft zeker geen nader betoog, dat dit een
van de typische nadelen van schriftelijk onderwijs is,
doch het ware te wensen dat om te beginnen van de
kant van de werkgevers wat meer aandacht aan de
studie van hun technisch personeel werd geschonken.
Dit zou zeker stimulerend werken. Verder zou perio
diek mondeling contact met de cursisten natuurlijk
veel goed kunnen doen, doch gezien de daaraan ver
bonden kosten, wegens de spreiding van de leerlin
gen over het gehele land en hun sterk variërende
werktijden, is een dergelijke oplossing uiterst moeilijk
te verwezenlijken.
Tenslotte nog, hoewel strikt genomen niet tot ons
terrein behorende, enige opmerkingen over de situatie
op de arbeidsmarkt.
Schreven wij in ons vorige verslag dat de spanning
op de arbeidsmarkt ten aanzien van het verkrijgen
van bevoegd technisch personeel aanzienlijk was ver
minderd, thans moeten wij reeds weer het omgekeerde
geluid laten horen althans voor zover het de pro
vincie betreft.
Zoals dat in vele andere bedrijfstakken het geval is,
kan men ook in deze tak een trek naar de steden
waarnemen en is het vooral in de kleinere plaatsen
moeilijk om gekwalificeerde krachten van elders aan
te trekken. Daar komen de minder gunstige werk
tijden dan nog bij en een en ander leidt er toe
althans voor zover wij dat kunnen overzien dat on
danks het feit dat ten opzichte van de situatie van
enige jaren geleden door de komst van het nieuwe
materiaal en door de perfectionering van de appara
tuur, in totaal met minder operateurs kan worden
volstaan, het, behoudens voor wat de grote steden
betreft, zeer moeilijk is om te voldoen aan de eis
dat in iedere bioscoop over tenminste één volledig
bevoegde operateur moet worden beschikt. Het valt
buiten dit bestek om de oorzaken van en eventuele
remedies voor dit probleem te onderzoeken, aange
zien deze voor een belangrijk deel in het sociale vlak
liggen.
Zoals te doen gebruikelijk zullen wij op deze plaats
de omvang van de secretariaatswerkzaamheden met
enig cijfermateriaal illustreren.
Het aantal ingekomen brieven beliep ruim 1000 stuks
en het aantal uitgaande brieven 615, waarbij nog
komen enige honderden brieven in circulairevorm be
treffende de examens, werkboekjes, dispensaties e.d.
Er werden 73 algemene circulaires verzonden, voorna
melijk aan de cursisten en er zijn 62 voorlopige
werkboekjes uitgereikt, welk aantal dus ongeveer moet