Technische Commissie 22 In de samenstelling van de Technische Com missie kwam in 1960 slechts één verandering doordat het Hoofdbestuur in de vacature ont staan door het periodiek aftreden van de heer L. B. Kagenaar voorzag door de benoeming van de heer J. J. L. Gielisse. De volledige Commissie zag er met inbegrip van deze mutatie als volgt uit: D. J. van Leen, Wassenaar, Voorzitter; O. P. Besseling, Am sterdam; M. Cornelissen, Amsterdam; J. J. L. Gielisse, 's-Gravenhage; G. H. Groenewegen, Leiden; D. Siem Jr., Amsterdam; H. W. Ha- genberg, Secretaris en L. Claassen, plaatsver vangend Secretaris. De Commissie kwam tweemaal in vergadering bijeen, waarbij uitvoerig overleg is gepleegd over de wenselijkheid om het Hoofdbestuur, naast de reeds in het vorige verslagjaar ont worpen technische normen voor nieuwe bio scopen, ook een aantal minimum eisen waaraan bestaande bioscopen moeten voldoen, ter be oordeling voor te leggen. De voornaamste desiderata zijn hierbijdat van alle zitplaatsen af een redelijk zicht op het projectiescherm mogelijk is; dat de beeld helderheid voldoende is; dat de beeldgrootte moet zijn aangepast aan de zaalafmetingen; dat het stoelenplan en de opstelling van het scherm is aangepast aan de zichtmogelijkheden; dat de geluidskwaliteit aan zekere eisen voldoet; dat de projectie-installatie en de verdere inrichting van de cabine aan de tegenwoordige maat- staven beantwoordt; dat voldoende aandacht wordt besteed aan de verlichting van zaal en nevenruimten; dat de inrichting in overeen stemming is met de gangbare veiligheidsvoor schriften en dat het sanitair aan moderne eisen voldoet. Tegen het einde van het verslagjaar had de Commissie in deze kwestie nog geen beslissing genomen. Verder was een plan in behandeling om te komen tot een uniform filmcontróle-rapport teneinde op dit gebied de nodige eenheid te scheppen, vooral voor wat betreft de aandui ding der diverse beschadigingsmogelijkheden. Aanvankelijk wilde men hierbij uitgaan van de in het orgaan „FILM" naar het Duitse voor beeld gepubliceerde codeletters voor beschadi gingen. Aangezien dit echter opnieuw tot on gewenste verwarringen zou kunnen leiden, werd in het tweede ontwerprapport van dit systeem afgestapt. De behandeling van laatstgenoemd ontwerp liad aan het einde van het verslagjaar nog niet plaatsgevonden. Aan het Hoofdbestuur werd een gunstig advies uitgebracht inzake een aanvrage van een der leden om erkenning als technisch handelaar. Bij die gelegenheid werd tevens in het alge meen bezwaar gemaakt tegen het feit, dat de laatste tijd diverse leden en niet-leden zich op het terrein van de erkende handelaren bewegen zonder dat zij daarvoor de vereiste toestemming van het Hoofdbestuur hebben verkregen. Ge vraagd is te overwegen of er aanleiding be stond om hiertegen maatregelen te nemen. Het Hoofdbestuur was integendeel van oordeel, dat het systeem van de erkenning van handelaren onder de huidige omstandigheden niet kon worden gehandhaafd en maakte bij de Leden raad een voorstel aanhangig om het Bedrijfs- besluit inzake Technische Apparaten, waarop de erkenning als technisch handelaar steunde, in te trekken. In de Ledenraadsvergadering van 20 december werd door de raad conform dit voorstel besloten. Tenslotte werd er de aandacht van het Hoofd bestuur op gevestigd dat de Commissie de in druk had gekregen, dat de technische bijlagen van „FILM" niet altijd in handen van het technische bioscooppersoneel komen, hoewel deze bijlagen toch voor deze groep van werk nemers zijn gemaakt. De Commissie heeft het Hoofdbestuur in overweging gegeven maat regelen te treffen die hierin verbetering kun nen brengen. In het verslagjaar werd door de technische inspecteur één lezing voor operateurs gehou den over het onderwerp filmbehandeling en wel in Utrecht. Ook ditmaal was de belangstel ling zeer bevredigend. Gezien de voorheen op gedane ervaring werd afgezien van het houden van een tweede voordracht in de avonduren. De technische dienst heeft ook in 1960 weer bijzonder veel werk weten te verzetten. Het aantal controles steeg van 433 tot niet minder dan 536. Er werden 423 (314) hercontröles gehouden, 105 (105) bijzondere controles, welke in de meeste gevallen betrekking hadden op nieuwbouw of restauratie van bestaande bedrijven en verder op filmbeschadigingen of afwijkingen in de beeld- resp. geluidskwaliteit.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1960 | | pagina 23