41 leden, die hadden gehandeld in strijd met de algemene belangen of de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf dan wel reglementaire voorschriften hadden overtre- den. Het Hoofdbestuur heeft er ook in het verslag jaar wederom krachtig naar gestreefd excessen in de film- en bioscoopreclame te voorkomen. Buitensporigheden op dit gebied acht het College namelijk niet alleen in hoge mate scha delijk voor het algemeen bedrijfsbelang, maar ook niet in overeenstemming met de standing van het film- en bioscoopbedrijf. Bij meer dan een gelegenheid heeft het Hoofdbestuur er in de loop der jaren daarom bij de leden op aan gedrongen zich te onthouden van onwaardige reclamemethoden, die ten opzichte van het grote publiek eerder een antireclame betekenen en film en bioscoop in een verkeerd daglicht stellen. Wegens het plaatsen van advertenties voor nachtvoorstellingen, welker tekst strijdig werd geoordeeld met de algemene belangen en de waardigheid van het Nederlandse film- en bio scoopbedrijf, werd een bioscoopexploitant de straf van boete ten bedrage van 250,op gelegd. Voor een dergelijk feit kregen twee met elkaar gelieerde bioscoopondernemingen een gezamenlijke boete van eveneens 250,Deze ondernemingen hadden dezelfde afkeurens waardige advertentie gebruikt voor een film die in twee van de door hen geëxploiteerde bioscopen werd vertoond. Een lid-exploitant bleef in gebreke met het opvolgen van aanwijzingen van de Technische Commissie terzake van het aanbrengen van verbeteringen zowel ten aanzien van de pro- jectie-apparatuur en de cabine in het algemeen als ten aanzien van de behandeling van films. Deze aanwijzingen waren hoogst nodig geble ken wegens de deplorabele toestand van de cabine en de zich daarin bevindende appara tuur, alsmede ten gevolge van beschadigingen aan films, welke hieruit en uit de slechte be handeling voortvloeiden. Het Hoofdbestuur legde dit lid de straf van waarschuwing op, met dien verstande, dat bij constatering van her nieuwd verzuim een zwaardere straf zou wor den uitgesproken. Blijkens latere rapporten van de Technische Commissie is de situatie in de betrokken bioscoop sedertdien aanmerke lijk verbeterd. Enige leden waren in het verslagjaar op erns tige wijze nalatig met hun verplichtingen je gens de Bond uit hoofde van het Contributie- en Bumabesluit. In een geval werd de straf van waarschuwing opgelegd, onder het voor behoud echter, dat bij niet stipte nakoming der desbetreffende reglementaire verplichtin gen de straf van boycot zou volgen. Inderdaad heeft het Hoofdbestuur hiertoe twee keer moe ten overgaan. Ten opzichte van drie andere leden werd eveneens meermalen de straf van boycot uitgesproken, welke straf na betaling der achterstallige Bondsbij dragen steeds werd opgeheven. Contact met de afdelingen en de leden Omtrent diverse zaken heeft het Hoofdbestuur met de afdelingen en de leden in het verstreken jaar contact gehad. Het contact met de afdelin gen betrof in de eerste plaats aangelegenheden, waarover zij het Hoofdbestuur krachtens Sta tuten of reglementen van advies moeten die nen, zoals het toelaten van nieuwe leden en het benoemingsbeleid voor verschillende colleges en commissies. Ook in gevallen, waarin geen advies is vereist, heeft het Hoofdbestuur de af delingen en de leden meer dan eens geraad pleegd. Dit heeft zich onder meer voorgedaan bij verzoeken om wijziging van inschrijvingen in het Bedrijfsregister, alsmede in verband met het door het Hoofdbestuur ingestelde onder zoek naar een mogelijke verandering van de aanvangsdag der speelweken. Aan de Afdelingsraad is voorts nog advies ge vraagd omtrent een herziening van de Loon- regeling voor het bioscooppersoneel. Met het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikan ten en Filmproducenten heeft onder andere contact plaats gehad aangaande het verlangen van dit bestuur om een nieuwe bedrijfstak voor zogenaamde opdrachtfilms toe te voegen aan de reeds bestaande bedrijfstakken vermeld in het Algemeen Bedrijfsreglement. Het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders heeft het Hoofdbestuur geadviseerd met betrekking tot een wijziging van de regeling voor het le veren van films ten behoeve van de strijdkrach ten. Met genoemde drie grote bedrijfsafdelin gen heeft het Hoofdbestuur verder overleg ge pleegd omtrent de collectieve reclamecam pagne. Het contact met de leden individueel heeft inzonderheid betrekking gehad op het vraag-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1960 | | pagina 42