44 wees het Hoofdbestuur de bezwaren van de hand. Tegen een dezer beslissingen werd beroep bij de Ledenraad aangetekend. Het ging in de on derhavige zaak om het gebruik van een titel alvorens deze was ingeschreven. De bewuste filmnaam was gelijkluidend met een reeds in geschreven titel. Het Hoofdbestuur was van oordeel, dat geen inbreuk was gepleegd op artikel 9 van het Reglement op het Naamregis ter, welk artikel bepaalt, dat het uitsluitend ge bruik van een ingeschreven naam toekomt aan het lid te wiens verzoeke die naam in het Re gister is ingeschreven. De nog niet ingeschreven titel was namelijk niet alleen een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke titel, doch bovendien de naam van een algemeen bekend werk op het gebied van de letterkunde. De film in kwestie was een wezenlijke verfilming van dit letterkundig werk. In zulke gevallen kan de inschrijving volgens artikel 6d van genoemd reglement niat worden geweigerd, ondanks be staande deponeringen, weshalve het recht tot gebruik van deze titel ook zonder inschrijving reeds tevoren vaststond. De Ledenraad beves tigde de beslissing van het Hoofdbestuur. Toekenning van eretekens Op 28 augustus 1956 heeft het Hoofdbestuur een ereteken ingesteld als waardering voor trouwe dienstvervulling in het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Dit insigne heeft de vorm van een gestyleerd maltezerkruismecha- nisme, aldus film en bioscoop symboliserend. Voor toekenning van het ereteken komen in aanmerking zij, die tenminste 10 jaren bij een zelfde onderneming, geëxploiteerd door een lid van de Bond, in dienst zijn geweest. Ter voorkoming van eventuele kwesties geschiedt de toekenning uitsluitend op schriftelijke voor dracht van het Bondslid in wiens onderneming de betrokkene werkzaam is. In 1960 zijn 51 zilveren steekspelden (voor heren) en 18 zilveren brochettes (voor dames) uitgereikt aan personen, die ten minste 10 jaar maar minder dan 25 jaar bij dezelfde onder neming in dienst waren. Voorts zijn 25 gouden steekspelden en 4 gouden brochettes toegekend aan werknemers met een diensttijd van 25 tot 40 jaren. In de categorie van werknemers, die 40 jaar of langer bij een onderneming in het film- en bioscoopbedrijf werkzaam zijn geweest voor een betrekkelijk jonge bedrijfstak een bijzonder feit werden 10 eretekens in goud met diamant uitgereikt, waaronder 1 brochette. Sinds de instelling van het Hoofdbestuursbe sluit zijn in totaal 1190 eretekens met bijbe horend certificaat toegekend, waaronder 897 zilveren eretekens, 267 gouden eretekens, als mede 26 eretekens in goud met diamant. Het aantal aan dames uitgereikte eretekens heeft bedragen 283, waarvan 244 zilveren en 37 gou den insignes en 2 eretekens in goud met dia mant. Keuringsnormen voor voorfilms Blijkens mededeling van de zijde van de Cen trale Commissie voor de Filmkeuring waren een enkele maal voorfilms, die B 14 jaar) of C (18 jaar) waren gekeurd, vertoond in bio scoopvoorstellingen, waarvan de hoofdfilm voor alle leeftijden was toegelaten. Het Hoofdbestuur heeft hierin aanleiding ge vonden de leden er ten overvloede op te atten deren, dat de bedoelde vertoningen niet alleen strijdig zijn met artikel 16 der Bioscoopwet, maar ook, zoals in de praktijk was gebleken, kunnen leiden tot repercussies bij bezoekers, in het bijzonder van de kant der ouders. Het College heeft de leden daarom dringend in overweging gegeven er op te letten, dat bij het vertonen van voorfilms en bijwerk, waarvoor uiteraard hetzelfde geldt, de leeftijdsgrenzen voor het hoofdfilmprogramma nauwgezet in acht worden genomen. Nationale Herdenkingsavontl De Nationale Herdenkingsavond, waarop allen gehuldigd worden, die in de oorlogsjaren voor de vrijheid van het Koninkrijk zijn gevallen of als Nederlander dan wel als Nederlands onderdaan tengevolge van een tegen hen ge richte vijandelijke daad zijn omgekomen, viel in 1960 op woensdag 4 mei. Na terzake ge pleegd overleg met de Commissie Nationale Herdenking heeft het Hoofdbestuur de leden bioscoopexploitanten verzocht in verband met de herdenking op deze avond van 18.00 uur tot 21.00 uur zodanige maatregelen te treffen als men met het oog op het karakter van de Na tionale Herdenkingsavond passend achtte. In het bijzonder heeft het Hoofdbestuur daar bij gewezen op de wenselijkheid tijdens de herdenking geen lichtreclame in werking te hebben. De leden hebben overeenkomstig het verzoek van het Hoofdbestuur gehandeld. In de praktijk kwam zulks hierop neer, dat de bioscopen gedurende de herdenkingsplechtig- heden gesloten waren.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1960 | | pagina 45