Tor inleiding Een vluchtige blik in de onderscheidene hoofd stukken van dit verslag zal bij de lezer aan stonds de indruk vestigen, dat ook in het af gelopen jaar in de kringen van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf een opmerkelijke acti viteit is ontwikkeld. Er werden nieuwe bio scopen van betekenis geopend, oudere zaken gerenoveerd of verbeterd en het uitbrengen van films ging met toenemende zorg gepaard zowel wat de programmering zelve betreft als de publiciteit en de wijze van vertoning. In het uitgaansleven van ons land, dat de glans en de intensiteit mist, waardoor men over de gren zen in steden van betekenis vaak getroffen wordt, sloeg ons bedrijf een uitstekend figuur. Het moge een eer zijn, dat het Koninklijk huis in het verslagjaar wederom blijk gaf van zijn Hoge belangstelling, van de andere kant is het mede een bewijs van haar goodwill, haar stan ding en haar belangwekkendheid, dat onze voorstellingen bij voortduring en regelmatig deel mogen hebben aan de Koninklijke belang stelling voor de verschillende uitingen van kunst en cultuur. Ook de herhaalde aanwezig heid van autoriteiten en vertegenwoordigers van uiteenlopende maatschappelijke kringen getuigt van de vooraanstaande plaats, welke ons bedrijf - hoe bescheiden ook in zijn eco nomische betekenis in het openbare leven inneemt. Tenslotte vindt de levendige functionnering van onze bedrijfstak haar weerspiegeling in de aandacht die de pers wederom in toenemende mate aan onze films en de gang van zaken in ons bedrijf in het algemeen is gaan schenken. Parallel hiermede heeft zich de activiteit be wogen van onze organisatie. Haar bemoeienis met het verkeer tussen de leden onderling, haar niet aflatende zorg voor de belangen der leden in fiscaal, economisch, technisch en cul tureel opzicht heeft zich in velerlei vorm ge openbaard. Bij herhaling was bestudering nodig van het snel wisselend aspect van ons bedrijf in het licht van de wijzigingen die zich in het algemeen in de maatschappij aan het voltrekken zijn, en van de evolutie der amuse- mentsmedia in het bijzonder. Hierbij kwamen problemen aan de orde als de commerciële gevolgen van de nieuwe technische filmpro- cédé's, de mogelijke gevolgen van de vervroe ging en verlenging van het weekeinde, de po gingen om de vermindering van de bezoeks- frequentie te keren althans een halt toe te roepen, de waakzaamheid met betrekking tot de uitzonderingspositie bij de gemeentelijke fiscus, onze verhouding tot de televisie, de zorg samen met de overheid voor de ontwikkeling ener nationale productie, onze belangen bij de Europese integratie, om slechts enkele met name te noemen. Zij vroegen een voortdurende inspanning van hen die met de zorg van de organisatorische leiding zijn belast, een inspan ning die niet altijd met het gewenste succes is bekroond, maar blijkens de gegevens van dit verslag nimmer is verminderd en voorzover nodig de gewenste besluitkracht vond. Wat onze plaats aangaat in de naaste toekomst van het ontspanningsleven zijn wij niet zonder optimisme. Onzerzijds is welhaast aan het maximum voldaan dat zou kunnen worden opgebracht om de hiervoor noodzakelijke voor waarden te vervullen. Het verdient echter meer dan tot nu toe publiekelijk de aandacht, dat ons amper de armslag wordt gelaten tot de juiste vervulling van onze taak op een ogen blik, dat vermogensverslindende veranderingen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1960 | | pagina 4