60 Om hierin verbetering te brengen heeft het Afdelings bestuur aan het Hoofdbestuur verzocht bij de Leden raad een voorstel aanhangig te maken tot wijziging van artikel 20 der Bondsvoorwaarden in dier voege, dat de keuringskaarten niet meer afzonderlijk worden verzonden, maar bevestigd worden aan de binnenzijde van de deksels der filmdozen. De voorgestelde tekst van artikel 20 zou dan als volgt luiden: Keuringskaarten-Artikel 20 „De keuringskaarten, welke ten bewijze van de toe lating der films door de Centrale Commissie voor de Keuring van Films respectievelijk door de Katholieke Film Centrale voor zover het betreft de bioscopen, gevestigd in gemeenten, die op grond van een verordening ex artikel 4 van de Bioscoop wet verplicht zijn zich aan de keuringsuitslagen der Katholieke Film Centrale te houden zijn uitge reikt, moeten door de verhuurder tegelijk met de film(s), en wel door deze kaarten aan de binnen zijde van de deksels der filmdozen te bevestigen, aan de huurder worden toegezonden. De huurder is verplicht de keuringskaarten na ge bruik weer aan de binnenzijde van de deksels der filmdozen te bevestigen en aldus tegelijk met de film(s) overeenkomstig artikel 19 door te zenden. Voor door niet stipte nakoming van het in dit arti kel bepaalde ontstane schade is de huurder aanspra kelijk, als de schade wordt geleden door de ver huurder en omgekeerd." Van de zijde van het Hoofdbestuur werd in twijfel ge trokken, of het voorgestelde systeem niet zou afstui ten op een of ander voorschrift, dat de keuringskaarten steeds aanwezig zouden moeten zijn in de cassa's der bioscopen. Bij onderzoek is gebleken, dat een dergelijk voorschrift niet bestaat. In de Bioscoopwet (artikel 7, 4e) is uitsluitend bepaald, dat de houder der bioscoop vergunning verplicht is aan de personen, belast met het toezicht op de naleving der Bioscoopwet, op aan vraag de keuringskaart te tonen. Er is niet bepaald, ook niet in gemeentelijke verordeningen, dat de keurings kaarten op een bepaalde plaats in de bioscoop bewaard moeten worden. In het algemeen kan het systeem van het bevestigen der keuringskaarten in de deksels der filmdozen dus zonder bezwaar worden toegepast, zij het dat er misschien nog een aanvullende regeling ge troffen moet worden voor journaalfilms. Het Bestuur had zich bij het einde van het verslagjaar nog niet beraden over de verdere behandeling van deze aange legenheid. Leveranties aan het Centraal Filmbureau der Krijgsmacht Het verzoek, dat het Afdelingsbestuur tegen het eind van 1959 gericht heeft aan de defensie filmcommissie tot verhoging van de entreeprijs voor de militaire voor stellingen met normaalfilms, heeft deze commissie in het verslagjaar in behandeling genomen. De gevraag de verhoging stuitte op grote moeilijkheden. Tenslotte heeft de commissie voorgesteld een splitsing in de entreeprijzen te maken van de groepen a korporaals en manschappen, b onderofficieren en c officieren. De entreeprijs voor groep a bleef gehandhaafd op ƒ0,35, voor groep b verhoogd tot ƒ0,50 en voor groep c tot 0,75, met dien verstande, dat het aan het Cen traal Filmbureau toekomende deel van 0,15 van de entreeprijzen voor elke groep onveranderd zou zijn. Hoewel dit voorstel geenszins bevredigend was, heeft het Afdelingsbestuur er zich bij neergelegd. De nieuwe regeling is ingegaan op 1 januari 1961. Internationale organisatie van filmverhuurders Aanvankelijk zou er in het voorjaar een vergadering in Milaan worden gehouden van de Fédération Inter nationale des Associations de Distributeurs de Films, maar deze werd op het laatste ogenblik afgezegd. Wel is er op 13 en 14 december in Rome een algemene ver gadering van de federatie gehouden waaraan echter geen gedelegeerden van de Bond hebben deelgenomen. De agenda van deze vergadering bevatte namelijk slechts vaag omschreven punten, die naar onze mening niet rijp voor beslissing waren. In deze vergadering is be sloten de Nederlandsche Bioscoop-Bond tot de Fede ratie toe te laten. Uiteraard wordt de ontwikkeling van deze nieuwe internationale organisatie onzerzijds nauwlettend gadegeslagen. Kwesties met buitenlandse leveranciers Het aantal kwesties tussen Afdelingsleden en buiten landse leveranciers was ook dit jaar zeer beperkt. In één geval is het Bestuur bemiddelend opgetreden. In een ander geval heeft het de leden per circulaire ge adviseerd op aanbiedingen van een film in kwestie niet in te gaan. Filmkeuring De goede verstandhouding tussen de leiding van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en de film verhuurders is ook dit jaar weer bestendigd. Dat wil echter geenszins zeggen, dat de leden in alle indivi duele gevallen zich met de keuringsuitslagen konden verenigen. Nakeuring De Katholieke Filmcentrale heeft in het verslagjaar 403 (in 1959: 462) hoofdfilms gekeurd. In 130 geval len (in 1959: 127) is de K.F.C, afgeweken van de uit slag van de Rijksfilmkeuring. In totaal werden 19 films, die alle door de Rijksfilmkeuring waren toege laten voor personen boven achttien jaar, ontoelaat baar verklaard. Van de films, die de Rijksfilmkeuring voor alle leeftijden had toegelaten, heeft de K.F.C, er 5 (6) in de klasse B en 3 (2) in de klasse C I inge deeld. Van de films, toegelaten door de Rijksfilmkeu ring voor personen boven veertien jaar heeft de K.F.C, er 26 (21) ingedeeld in de klasse C I en 11 (9) in de klasse C II. Van de films, tenslotte, die de Rijkskeuring had toegelaten voor personen boven achttien jaar heeft de K.F.C. er 42 (35) ingedeeld in klasse C II, 24 in de klasse C III en er 19 (26) ontoelaatbaar verklaard. De verschillen tussen de opvattingen der Centrale Commissie voor de Filmkeuring en die van de K.F.C. zijn blijkens deze gegevens niet kleiner geworden. Bij de sterke toeneming van het aantal televisietoestellen en de mogelijkheid om via buitenlandse zenders ook in grote delen van ons land films via de televisie te zien films die of in het geheel niet door de K.F.C, be oordeeld zijn of waarvan de keuringsuitslag hetzij nega tief, hetzij met voorbehoud is uitgevallen dringt zich het anachronisme van de nakeuring steeds meer op.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1960 | | pagina 60