Afdeling Rotterdam
75
De in 1959 voor één jaar aangegane overeenkomst voor
heet wekelijks plaatsen van agendabiljetten op vijftig
openbare aanplakzuilen werd per medio november
1960 beëindigd.
Deze plaatselijke collectieve reclame-campagne werd
voortgezet met een algemene bioscoop-reclame in de
openbare vervoermiddelen van de Gemeente 's-Gra-
venhage, aansluitend aan de landelijke reclame-actie
ter stimulering van het bioscoopbezoek. Door de vele
Bezoekers
Bruto-recette
Netto-recette (zonder aftrek O.B.)
Netto-recette (na aftrek O.B.)
Vermakelijkheidsbelasting
Gemiddelde
Netto recette (na aftrek O.B.)
Ie kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
voorbereidende werkzaamheden is deze actie eerst in
Januari 1961 gestart.
Met voldoening kan wederom worden vastgesteld, dat
de betrekkingen met de gemeentelijke autoriteiten in
het verslagjaar van de meest aangename aard waren.
Hieronder volgt een vergelijkend overzicht van het
bioscoopbezoek en de recettes in onze afdeling over
1959 en 1960.
1959
1960
Daling
Stijging
5.773.639
5.709.516
64.123
7.435.018
7.872.951,
f 437.933,
6.095.331
6.455.150,
359.819,
5.851.518
6.196.944,—
345.426,
1.339.687
1.417.801,
77.114,
22%
22%
1959
1960
Daling
Stijging
f 1.587.282
f
1.452.476
f 134.806
1.379.127
1.387.942,
8.815,
1.453.289
1.740.856,
287.567,
1.431.820
1.615.670,
183.850,
5.851.518
f 6.196.944
Bij de beoordeling van deze cijfers dient men in aan
merking te nemen, dat de gemiddelde entreeprijs in
1960 1,38 was tegen ƒ1,29 in 1959.
Verder werd het Haagse bioscooppark binnen één jaar
met drie bioscopen uitgebreid namelijk eind 1959 twee
nieuwe bioscopen „Camera" en „Bijou" en in mei
1960 met „du Midi" in het Bezuidenhout.
Het resultaat in het tweede en derde kwartaal 1960
werd gunstig beïnvloed door de regenachtige zomer,
terwijl de zeer warme zomer in 1959 het resultaat in
diezelfde periode ongunstig beïnvloedde.
Wanneer men deze punten bij de analysering van
bovenstaande cijfers in aanmerking neemt, dan blijkt
dat de teruggang die in 1959 is begonnen in 1960, zij
hel in niet zo belangrijke mate, zich heeft voortgezet.
In de vorige jaarverslagen is steeds de noodzaak naar
voren gebracht de tarieven van de vermakelijkheden-
belasting te herzien. Het behoeft geen betoog dat deze
aangelegenheid thans urgenter is dan ooit.
Nu het nieuwe medium, de televisie, in Nederland een
grote vlucht neemt en het bioscoopbedrijf hiervan de
ernstige terugslag ondervindt, is er een onhoudbare
toestand ontstaan.
Het televisiebestel krijgt voor haar ontwikkeling de
financiële steun van de centrale overheid, terwijl het
bioscoopbedrijf een vermakelijkhedenbelasting heeft,
die door de gemeentelijke overheid wordt opgelegd.
Een eerste eis is thans wel, dat de centrale overheid de
gemeentelijke taak van heffing van vermakelijkheden
belasting overneemt, c.q. regelt en aanpast aan de ge
wijzigde omstandigheden, waardoor het mogelijk wordt
dat het bioscoopbedrijf een gezonde concurrentie
positie kan innemen ten opzichte van de andere ont-
spanningsmedia en wel speciaal de televisie.
J. R. SCHOONBEEK,
Secretaris.
Hoewel de aan het einde van dit verslag te vermelden
jaarcijfers op het eerste gezicht de indruk wekken
als zou de daling in het bioscoopbezoek voor onze af
deling in het achterliggende jaar nog niet tot staan
zijn gekomen, leidt een nadere beschouwing tot de
conclusie dat er zich wel degelijk een lichte verbete
ring begint af te tekenen. Dat de gezamenlijke Rotter
damse bioscopen in 1960 ruim 100.000 bezoekers min
der noteerden dan in 1959, wordt namelijk grotendeels
verklaard door het wegvallen van het ruim 1000 zit
plaatsen tellende Lutusca Theater. Voorts werden er in
1960 meer avondvullende voorstellingen gegeven dan
in het voorafgaande jaar, hetgeeen enerzijds het be
zoekersaantal deed dalen, maar er anderzijds toe bij
droeg dat de totale recettecijfers op een hoger niveau
kwamen te liggen.
Onze stad stond in 1960 in het teken van enkele op
vallende manifestaties op amusementsgebied. De ten
toonstelling FLORIADE trok maandenlang duizenden
bezoekers per dag, het voormalige Scala Theater in
troduceerde in juli de cinerama-vertoningen in ons
land, en de Nederlandse versie van de musical MY
FAIR LADY werd met succes ten doop gehouden in
het Luxor Theater. Wat het eigen bedrijf betreft, me
moreren wij de Rotterdamse, resp. Nederlandse pre
mières van de Hollandse speelfilms FAJA LOBBI van
Herman van der Horst, DE ZAAK M.P. van Bert Haan
stra en MAKKERS STAAKT UW WILD GERAAS
van Fons Rademakers, voor welke laatste première
ook van de zijde van het Gemeentebestuur grote be
langstelling werd getoond.
De van Bondswege gelanceerde publiciteitscampagne
voor het filmbezoek in het algemeen betekende een
11
11
11
11
11
11