Op 11 januari en 28 februari werd in
ledenvergaderingen aandacht gewijd aan de
kaderannonce in de dagbladen. Zoals reeds
in het vorig jaarverslag vermeld, was een
proef genomen voor de duur van drie
maanden met een nieuw type announce,
waarin was gestreefd naar een betere en
rustiger indeling, met weglating van alles,
wat niet strikt noodzakelijk zou zijn. Deze
proeftijd was begin januari verstreken, zo
dat opnieuw overleg werd gepleegd, vooral
ook op verzoek van enkele leden, die
bezwaren hadden tegen de nieuwe annonce.
Daartegenover stond de mening van andere
leden, die zeer tevreden waren. Derhalve
werd gestreefd naar een compromis, dat
bereikt werd door een nieuwe vorm, waar
in de buurtzaken met uitgebreide program
meringen compact gezet apart wer
den opgenomen naast de kolom met zaken,
die op de nieuwe wijze wilden voortgaan.
Nadat de proeftijd voor de aldus gewijzigde
annonce was verstreken, bleken de leden
in het algemeen wel tevreden over het
nieuwe model, zodat geen aanleiding meer
werd gezien tot verandering.
De krantenstakingen in het najaar leverden
moeilijkheden op in die zin, dat de leden
voortdurend op hun qui-vive moesten zijn,
dat hun wekelijkse bioscoopreclame, welke
op woensdag in de bladen verschijnt, inge
val van een staking op die dag, niet teloor
zou gaan. Eenmaal dreigde zulk een si
tuatie te ontstaan, toen de bladen ook op
een dinsdag nog steeds niet waren uit
gekomen. Het Bestuur heeft toen gezorgd,
dat het advertentieblok in elk geval zou
verschijnen in een van de weekbladen.
In verband met de gewijzigde indeling van
de Kerst- en Nieuwjaarsweken werd over
leg gepleegd over de data waarop de kader
annonces zouden moeten verschijnen en
werd terzake contact opgenomen met de
betrokken advertentiebureaus. Aangezien
de Kerstweek van acht dagen eindigde
met het Kerstfeest op woensdag en donder
dag, werd besloten op de daaraan vooraf
gaande dinsdag een extra kaderannonce te
plaatsen, opdat het bioscoopbezoekend pu
bliek vóór de feestdagen nog eens herin
nerd zou worden aan het programma van
de betrokken vertoningsweek.
In een der ledenvergaderingen werd be
handeld een hernieuwd verzoek van Uit
geverij „De Driekleur" te Amsterdam, om
een kostenbijdrage voor de bioscoopagenda
in het drie jaar bestaande „Weekprogram-
ma Amsterdam". De ledenvergadering be
sloot uit waardering voor de wijze waarop
het blad wordt verzorgd en verspreid een
beperkte jaarlijkse subsidie te verlenen, ten
laste van het gezamenlijk advertentiebud
get der Amsterdamse bioscopen.
In het vorige verslagjaar werd reeds gewag
gemaakt van de in overleg met de directeur
van de Afdeling Belastingen der gemeente
Amsterdam getroffen garantieregeling, wel
ke het mogelijk zou maken, dat de entree
bewijzen in den vervolge niet meer zouden
worden geleverd bij vooruitbetaling van
belasting doch tegen betaling achteraf op
factuur, een regeling waarvoor de meeste
leden zeer geporteerd waren en welke in
januari van kracht werd.
Enkele leden kregen een aanslag, behelzen
de een navordering van omzetbelasting,
berekend over het verschil tussen de betaal
de prijs voor een sterbiljet en de geldende
prijs voor de rang, welke beschikbaar was
gesteld. Het bleek, dat deze aanslagen niet
zwaar waren. Toch vond men de na
vordering onbillijk, omdat het hier ging om
belasting over bedragen, die niet in wer
kelijkheid waren omgezet. De leden die
deze moeilijkheid ondervonden, werden
verwezen naar het Bondsbureau, dat ter
zake na met de belastingdeskundige van de
Bond gepleegd overleg, advies gaf. Zij zijn
hierop later niet meer teruggekomen.
In een der vergaderingen van de leden
werd ook aandacht gewijd aan de ten on
gunste veranderde positie van de buurt
zaken. Uit de discussies is gebleken, dat
samenwerking ten aanzien van de program
mering met première-zaken op zoveel prak
tische bezwaren stuit, dat deze thans niet
uitvoerbaar is.
Het Bestuur acht de toekomst van deze
buurtbioscopen zorgelijk. Zoals men zich
herinnert werd reeds eerder overwogen wat
te zijner tijd ten aanzien van de belasting
druk zou kunnen worden gedaan voor die
bioscopen in het bijzonder. Het is echter
de vraag of zulks thans zin heeft, nu de
regering heeft verklaard, dat zij streeft
naar een spoedige oplossing voor een ver
betering van het economisch klimaat in
onze bedrijfstak voor het gehele bioscoop
bedrijf.
Het Bestuur voorzag voorts in de vacatures
bij het Bestuur van de Stichting Bio-
Vacantieoord, welke waren ontstaan door
het periodiek aftreden van de heren J. G. J.
Bosman, en W. G. Veldhuizen, door ge
noemde heren te herbenoemen. Intussen
had het Bestuur van de Stichting Bio-
Vacantieoord bij het Bestuur der Afdeling
Amsterdam ter goedkeuring ingediend een
ontwerp voor nieuwe statuten der Stichting,
aangezien de acte van oprichting totaal
verouderd was. Ons Bestuur kon zich in
grote lijnen met het ontwerp verenigen,
71