Filminvoer
Nederlandse filmproduktie
gen en wel van 39% in 1964 tot 40,2%.
Het aantal in omloop zijnde bijzonder lange films is in het verslagjaar weer toege
nomen, doch deze films trokken op een enkele uitzondering na minder bezoek. De
stimulans die in het algemeen van het uitbrengen van Nederlandse films uitgaat,
heeft het bedrijf in 1965 nagenoeg moeten ontberen: slechts één film beleefde zijn
première en deze heeft bovendien bij het publiek weinig succes geboekt.
De reeds jaren aan de gang zijnde daling van de aantallen ingevoerde nieuwe
hoofdfilms is in het verslagjaar vrijwel tot stilstand gekomen; niettemin betekent
het aantal van 353 films (1964: 358) een nieuw naoorlogs laagterecord.
De vermindering bleef tot de Amerikaanse films beperkt; de Europese films stegen
zelfs van 244 naar 246, waardoor het aandeel van deze films in de totale filmin
voer omhoog ging naar 69,7% (1964: 68% 1963: 69%).
Het aantal opnieuw uitgebrachte hoofdfilms lag wederom hoog, doch bleef met 25
beneden het bijzonder hoge cijfer van 1964 (34); tot deze films behoorden 16
(1964: 20) Amerikaanse.
Het aantal ingevoerde nieuwe kleurenfilms bleef met 184 gelijk aan het aantal
van 1964; hun aandeel in de totale filminvoer steeg hierdoor nog iets tot 52,1
(1964: 51,4%). De invoer van Amerikaanse kleurenfilms daalde van 77 naar 69
en het aantal ingevoerde Europese kleurenfilms steeg dienovereenkomstig van 107
naar 115; het aandeel van de laatste categorie in de totale import van kleurenfilms
klom hierdoor naar 62,5 (1964: 58,2
Slechts één Nederlandse hoofdfilm kwam in 1965 in première, namelijk ,,Op de
bodem van de hemel" van Jan Vrijmans Cineproductie. Dit gebeurde in het kader
van de Filmweek Arnhem op 18 juni. Het betrof hier een semi-documentaire film,
die bij de filmcritici groot enthousiasme teweeg bracht. Helaas waren de com
merciële resultaten daarmede niet in overeenstemming.
Tegen het einde van het verslagjaar waren nog drie Nederlandse speelfilms vrij
wel gereed, te weten ,,10.32" van de Nederlandse Filmproductie Maatschappij,
„Een ochtend van zes weken" van de N.V. Cineurope en ,,De dans van de reiger"
-Q van Fons Rademakers. De premières zullen echter in 1966 plaats vinden. In pro-
duktie respectievelijk voorbereiding waren voorts nog de films ,,De stem van het
water" van Bert Haanstra Filmproductie en ,,Het Gangstermeisje" van Jan Vrij
mans Cineproductie. 1966 belooft aldus met vijf nieuwe Nederlandse hoofdfilms
een topjaar te worden.
Rex Film te Schinnen zette haar activiteiten op het gebied van de jeugdfilms ook
in 1965 voort. Er kwam een nieuwe film gereed, getiteld „Vrijbuiters van het
woud", benevens twee korte films. In produktie waren aan het einde van het jaar
de films „Sjors, Sjimmie en de gorilla", alsmede „Het geheimzinnige laboratorium".
In de sector van de korte film heerste wederom een grote activiteit. Er kwamen
162 films gereed, waaronder documentaires, industriële-, instructie-, reclame- en
televisiefilms. Bovendien werden er 428 televisie-commercials vervaardigd. Een
groot deel hiervan was voor het buitenland bestemd, daar het uitblijven van een