tegen de vermakelijkheidsbelasting met kracht voort te zetten. Verder werd met
het oog op een op handen zijnde wijziging van de Berner Conventie als principe
uitgesproken, dat bij de bioscopen geen heffing van rechten dient plaats te hebben
ten behoeve van auteurs van filmwerken, in dier voege, dat de bioscoopexploi
tanten bij het betrekken van films van filmproducenten en -distributeurs gevrij
waard moeten zijn tegen de inning van rechten door of vanwege de bedoelde
auteurs. Tenslotte werd in de motie de wil tot uiting gebracht om, mede via het
overleg met producenten en verhuurders in het Bureau International du Cinéma,
te blijven strijden tegen excessieve filmhuren.
F.I.A.P.F.
De internationale producentenorganisatie, de Fédération Internationale des Asso-
ciations de Producteurs de Films, vergaderde in 1965 tweemaal en wel op 24 mei
in Cannes en op 15 oktober in Stockholm. Tijdens de bijeenkomst in Cannes, die
een informeel karakter droeg en ter gelegenheid van het filmfestival aldaar werd
gehouden, was onze organisatie niet vertegenwoordigd. De vergadering in Stock
holm werd bijgewoond door de heer C. S. Roem en de Bondsdirecteur.
In Cannes zijn de activiteiten van de federatie in algemene zin besproken, waarbij
de nadruk lag op het elimineren van de belemmeringen die de producenten nog in
talrijke landen ondervinden qua import, transfers, quotering en dergelijke. De
secretaris-generaal, de heer A. Brisson, heeft op dit terrein grote activiteit aan de
dag gelegd.
In de algemene ledenvergadering te Stockholm zijn naast de heer H. Deutsehmeis-
ter, Parijs, die deze functie voor Europa bekleedt, vice-presidenten gekozen voor
Azië en voor Zuid-Amerika, te weten respectievelijk de heren Run Run Shaw,
Hong-Kong en Atilio Mentasti, Buenos Aires. Deze functionarissen hebben tot taak
de federatie op de hoogte te houden van de gang van zaken in hun werelddelen en
de organisatie aldaar te vertegenwoordigen.
Voorts is opnieuw gesproken over de mogelijkheid om ook organisaties van pro
ducenten van korte films tot de federatie toe te laten. Over dit onderwerp zal door
de secretaris-generaal in een volgende vergadering een nader rapport worden uit
gebracht.
Overigens werd door de secretaris-generaal uitvoerig verslag uitgebracht over de
door de federatie in de verschillende landen ondernomen stappen om tot een vrije
uitwisseling van films te geraken en over de gang van zaken bij de grote inter
nationale filmfestivals.
Tenslotte kwamen nog een aantal algemene zaken ter sprake, waaronder televisie-
heruitzendingen via een centraal antennesysteem, zoals dat sedert enige jaren in 15
Den Haag bij wijze van proef geschiedt. De kwestie van het stellen van algemene
regels voor de verkoop van filmrechten voor televisie-uitzending vooralsnog op
Europees niveau is nog in studie en zal in 1966 opnieuw aan de orde komen.
F.I.A.D.
De Fédération Internationale des Associations de Distributeurs de Films is in
1965 niet in vergadering bijeen geweest. Deze internationale organisatie van de
filmverhuurders heeft ondermeer de mogelijkheid van het instellen van een inter
nationaal uniform contract bij de verhuur van films in studie.