Technische Commissie 22 ning van het College van Rijksbemiddelaars om aan het personeel een extra uit kering te verstrekken gelijk aan 1 van het jaarloon. Hetzelfde gebeurde in begin december met het oog op de tweede extra uitkering van 1% van het jaarloon. De Sociale Commissie heeft in 1965 zes vergaderingen gehouden. Zij bestond uit de heren W. K. G. van Royen, voorzitter, W. F. Dubbeldeman, C. van Liere en E. J. Weier (vertegenwoordigers van de Bioscoop-Bond), J. J. van der Veer en A. A. Kuys (vertegenwoordigers van de Bond Sint Antonius), L. H. Röttger (wegens ziekte geruime tijd vervangen door de heer L. H. Sterringa) en H. P. J. van der Hilst (vertegenwoordigers van de Algemene Bond Mercurius) en H. W. Hagen- berg, secretaris. Het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf heeft in 1965 aan een opnieuw toegenomen aantal personen pensioenuitkeringen verricht. Eind 1965 werden 232 ouderdomspensioenen uitgekeerd tegen respectievelijk 196 en 152 in 1964 en 1963. Het aantal weduwenpensioenen bedroeg aan het einde van het verslagjaar 75 (55 in 1964) en het aantal wezenpensioenen 28 (25 einde 1964). De pensioenvoorziening, die op 1 januari 1958 van kracht is geworden, is ondanks haar betrekkelijk korte werking ook voor de oudere werknemers in deze bedrijfs tak van belang, vooral wegens de in het pensioenreglement neergelegde regeling ter zake van het doen van aanvullende uitkeringen voor dienstjaren vervuld vóór genoemde datum. Daarbij komt, dat de pensioentrekkenden de uitkeringen krach tens de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet on verkort genieten. Het antal premiebetalende verzekerden bedroeg op 31 december 1965 omstreeks 1400, met dien verstande, dat nog enkele honderden werkne mers deelnemen in gedispenseerde ondernemingspensioenregelingen. Aan het einde van 1965 was het bestuur van het bedrijfspensioenfonds samen gesteld uit de heren J. J. van der Veer, voorzitter, L. H. Röttger, vice-voorzitter, R. Uges, secretaris, J. M. van Asperdt, J. G. J. Bosman, Ch. Brever, W. F. Dub beldeman, J. van Helden, W. Hemelraad, A. A. Kuys, H. Miedema, E. J. Ver- schueren, A. F. Wolff en H. J. Zwart. De heren Van der Veer, Röttger, Uges en Miedema vormden het dagelijks bestuur. In het fonds werken samen de Neder- landsche Bioscoop-Bond als werkgeversorganisatie en de Katholieke Bond St. Antonius en de Algemene Bond Mercurius als werknemersorganisaties. Als admi nistrateur fungeerde wederom het Gemeenschappelijk Administratiekantoor. In de samenstelling van de Technische Commissie werd in 1965 een mutatie aan gebracht, doordat het Hoofdbestuur in de plaats van de heer G. H. Groenewegen, die aan de beurt van aftreden was, de heer G. J. H. Dujardin benoemde. Met inbegrip van deze verandering bestond de commissie uit de heren D. J. van Leen, voorzitter, O. P. Besseling, Th. Cornelissen, G. J. H. Dujardin, J. J. L. Gielisse, D. Siem, H. W. Hagenberg, secretaris, en L. Claassen, plaatsvervangend secretaris. Er deden zich in 1965 geen bijzonderheden voor die niet door de Tech nische Dienst van de Bond, waarover onder de rubriek Bondsbureau wordt gerap porteerd, konden worden behandeld, zodat de commissie gedurende het verslag jaar niet bijeen behoefde te komen. In 1965 werd op voorstel van het Hoofdbestuur en met inachtneming van de door de Technische Commissie geopperde denkbeelden door de Ledenraad besloten tot het instellen van uniforme en verplichte filmcontrolerapporten. Deze rapporten

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1965 | | pagina 22