Beslissingen Hoofdbestuur
Er werden drie nieuwe permanente bioscopen-A geopend, namelijk Believue-
Cinerama en Studio K te Amsterdam, alsmede de Studio te Maastricht. Deze
bioscopen werden in het Bedrij f sregister ingeschreven, evenals een permanente
bioscoop-B in Zaal Van de Brink te Oldebroek, welke bioscoop een voortzetting
en uitbreiding betekende van de tot dan toe in die zaal met een reisbioscoop
gegeven filmvoorstellingen. De achteruitgang van het bioscoopbezoek, de aan
houdende zware belastingdruk en de andere oorzaken leidden evenwel tot de
definitieve opheffing van 19 permanente bioscopen en wel 15 bioscopen-A:
National en Van Swinden te Amsterdam, Astoria-Denekamp, Hollandia-Eygels-
hoven, Palace-Hoensbroek, Mebio-Meerssen, Harmonie-Nederweert, Luxor-Oss,
Rovo-Oud-Gastel, Witte-Simpelveld, City-Soestdijk, West-End-Terschelling, Veen-
lust-Veendam, Monopole-Zandvoort en Odeon-Zwolle, alsmede 4 bioscopen-B:
Posthoorn-Bladel, Witte-Bocholtz, Royal-Huizen en Luxor-Losser.
Het aantal filmverhuurkantoren verminderde van 39 tot 37 door uitschrijving
van de N.V. Metro Goldwyn Mayer Filmmaatschappij en Louis Groen Film
Agency. Er kwam wederom geen verandering in de aantallen reisbioscopen, film
fabrieken en filmproduktiezaken.
Het totale aantal ingeschreven permanente bioscopen verminderde met 15. De
zetelcapaciteit van de geregistreerde zaken nam af met 7.628, inclusief een ver
mindering als gevolg van de in enige bioscopen toegepaste moderniseringen. Ver
der dient volledigheidshalve te worden vastgesteld, dat in 1965 drie bioscopen
door ontploffing of brand verwoest werden, te weten: Concertgebouw te Den
Bosch, Asta-Gorkum en Corso-Wormerveer. De exploitant van laatstgenoemde
zaak, de heer J. C. Woud, slaagde erin de bioscoop in negen maanden geheel her
steld en gemoderniseerd te heropenen, voorwaar geen geringe prestatie in deze
tijd.
Waren er, zoals uit het vorengaande valt af te leiden, op 1 januari 1966 officieel
522 bioscopen geregistreerd, in werkelijkheid was het aantal zaken dat op die
datum in bedrijf was veel lager, namelijk 493, hetgeen betekent dat nog 29
bioscopen geruime tijd op non-actief waren door allerlei oorzaken en wel in 22
gevallen door de zware belastingdruk, respectievelijk de achteruitgang van het
bezoek, in drie gevallen wegens voorgenomen verplaatsing en in vier gevallen
als gevolg van verwoesting. Al deze zaken kwamen vooralsnog niet voor uit
schrijving in aanmerking, omdat er kleine of grote kansen op heropening be
stonden door realisering van de ter zake bestaande plannen dan wel door even
tuele afschaffing of drastische vermindering van de vermakelijkheidsbelasting.
Het Hoofdbestuur gaf aan 15 aanvragers toestemming tot het overnemen van 27
tezamen 33 permanente bioscopen en één reizende bioscoop. Voorts werd toe
stemming verleend tot het verplaatsen van de Corso Cinema te Arnhem.
Het aantal zaken en leden
Conform andere jaren is in dit hoofdstuk een overzicht geplaatst van het aantal
zaken dat op 1 januari 1966 en de daaraan voorafgaande tien jaren stond geregis
treerd. Het Hoofdbestuur liet 13 nieuwe leden tot de Bond toe; 22 leden, waaron
der 2 filmverhuurders, werden uitgeschreven wegens verlies der vereisten of als
gevolg van overlijden. Op 1 januari 1966 waren bij de Bond aangesloten 399 le
den, die gezamenlijk 630 zaken exploiteerden.