36
brengen. Het Hoofdbestuur heeft hierin aanleiding gevonden een circulaire te rich
ten aan de ledea-bioscoopexploitanten teneinde de voorschriften in kwestie nog
eens nadrukkelijk te hunner kennis te brengen.
Op 1 april 1957 heeft de algemene ledenvergadering het Hoofdbestuur gemach
tigd tot het doen van uitkeringen uit de Bondskas ten behoeve van oud-werk-
nemers in het film- en bioscoopbedrijf die wegens hun leeftijd niet meer in aan
merking kunnen komen voor uitkeringen uit het bedrijfspensioenfonds. Op een
aanvrage terzake welke in het verslagjaar bij het Hoofdbestuur is ingediend, heeft
het college gunstig beslist. Gezien eerder genomen beslissingen bedroeg het aantal
personen dat krachtens de machtiging in kwestie uitkeringen uit de Bondskas ont
ving, einde 1965 in totaal acht, waarvan vier oud-werknemers en vier weduwen
van oud-werknemers uit het film- en bioscoopbedrijf.
Internationale Filmweek Arnhem 1965
In de reeks filmweken sedert 1955 zou normaal 1963 aan bod zijn gekomen,
ware het niet, dat de veelomvattende werkzaamheden samenhangende met het
lastenvraagstuk van het film- en bioscoopbedrijf het Hoofdbestuur in dat jaar
hadden genoopt van medewerking af te zien. Het overleg met het rijk en de ge
meente Arnhem, die samen met de Bond voor de noodzakelijke financiering van
de filmweken zorgen, leidde tot de beslissing in 1965 weer een filmweek te houden.
Dit herstel van de Arnhemse filmmanifestatie is zeer verheugend, omdat zij én
door haar speciale opzet én door haar situering in het Holland Festival een bij
zonder waardevol aspect oplevert van het filmleven in ons land. Reeds bij de
organisatie van de eerste filmweek in 1955 is er naar gestreefd haar een eigen
gezicht te geven. Men heeft met name een manifestatie op touw willen zetten die
periodiek inzicht zou moeten geven in de stand van zaken, internationaal en
nationaal, op filmgebied. Het ligt voor de hand, dat het voornaamste bestand
deel van een dergelijke manifestatie, wil zij tot haar recht komen, zal moeten
zijn de vertoning van een kwalitatief verantwoorde selectie uit de jongste wereld-
produktie, voorzover die in Nederland zal worden uitgebracht. Gelet op dit uit
gangspunt zullen met deze selectie de verschillende facetten van de film als kunst
uiting, recreatiemiddel en communicatiemiddel moeten worden belicht. Door deze
geselecteerde filmpremières te omgeven met congressen, exposities, bijzondere
voorstellingen en eventuele andere evenementen is aldus de grondslag gelegd voor
een waarlijk unieke filmmanifestatie, die het inslaan van nieuwe wegen op het ge
bied van de bioscoopexploitatie in ons land heeft gestimuleerd en die, hoe
wel het feestelijke aspect niet wordt veronachtzaamd, afwijkt van het patroon der
buitenlandse festivals met als essentieel kenmerk het wedstrijdelement.
De vijfde internationale filmweek is van maandag 14 juni tot en met zaterdag 19
juni te Arnhem gehouden. Als verantwoordelijke organiserende instelling fungeer
de wederom de Stichting Internationale Filmweek Arnhem, wier bestuur werd
gevormd door de heren J. G. J. Bosman, directeur van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond, Dr. J. Hulsker, directeur-afdelingschef van de afdeling Kunsten van het
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, Prof. Dr. Ph. J. Iden-
burg, voorzitter van de Stichting Nederlands Filminstituut, A. J. de Lorm, direc
teur van het Gemeentemuseum te Arnhem, Dr. J. M. L. Peters, directeur van
de Stichting Nederlands Filminstituut, C. S. Roem, vice-voorzitter van de Neder
landsche Bioscoop-Bond, J. de Vaal, directeur van het Nederlands Filmmuseum, en
J. Vet, directeur van de V.V.V. te Arnhem. De heer De Lorm bekleedde het voor-