lijkheden van het ogenblik, aanleiding tot gerechtvaardigd optimisme voor de toe
komst van het film- en bioscoopbedrijf, daarbij in aanmerking genomen de om
standigheid, dat het jongere publiek nu eenmaal een zeer voornaam part van
het bioscoopbezoek pleegt uit te maken. Het is de betekenis van de Internationale
Filmweek Arnhem 1965 op dit aspect de aandacht te hebben gevestigd.
Erasmusprijs 1965
Het was een bijzondere eer voor allen die op het terrein van de film werkzaam
zijn, dat de Stichting Praemium Erasmianum de Erasmusprijs 1965 heeft toege
kend aan twee van de allergrootste filmkunstenaars, Charles Spencer Chaplin en
Ingmar Bergman. De Erasmusprijs wordt verleend als onderscheiding voor per
sonen of instellingen die een voor Europa bijzonder belangrijke bijdrage op cul
tureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk terrein hebben geleverd. De Stichting
Praemium Erasmianum, die op 23 juni 1958 door Z.K.H. Prins Bernhard is op
gericht, heeft de prijs sindsdien verleend aan figuren en instellingen wier arbeid
van eminente waarde wordt geacht voor de geestelijke en culturele herbeleving
van Europa. De bekroning van de heren Chaplin en Bergman moet derhalve als
een hoge onderscheiding worden aangemerkt, een onderscheiding die tevens een
waardering inhoudt van film en filmkunst op het niveau van meer traditionele
uitingen van geest en cultuur.
De uitreiking van de Erasmusprijs 1965 vond plaats op 24 juni in het Inter
nationaal Congrescentrum te Amsterdam door Z.K.H. Prins Bernhard als regent
van de Stichting Praemium Erasmianum in aanwezigheid van H.M. de Koningin,
H.K.H. Prinses Beatrix, alsmede van hoge vertegenwoordigers van verschillende
landen, van de Nederlandse overheid en van alle maatschappelijke geledingen.
Het Hoofdbestuur en vele bedrijfsgenoten hebben de indrukwekkende plechtig
heid bijgewoond. Toespraken werden gehouden door Z.K.H. Prins Bernhard, de
minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Mr. M. Vrolijk, Peter
Ustinov, Charles Chaplin en de heer K. Fant. Laatstgenoemde vertegenwoordigde
Ingmar Bergman, die wegens ziekte verhinderd was naar ons land te komen.
Na afloop van de plechtige prijsuitreiking werd, eveneens in het Internationaal
Congrescentrum, een ontvangst gehouden door het bestuur van de Stichting
Praemium Erasmianum.
Het Hoofdbestuur besloot ter gelegenheid van de uitreiking van de Erasmusprijs
1965 de bekroonde filmkunstenaars een erediner aan te bieden. Aan dit diner,
hetwelk des avonds 24 juni in het Amstel Hotel te Amsterdam werd gehouden,
zaten aan Z.K.H. Prins Bernhard, Z.K.H. Prins Peter van Griekenland en Dene- 39
marken, de Zweedse ambassadeur, Peter Ustinov, hoge Nederlandse autoriteiten,
bestuur en directie van de Stichting Praemium Erasmianum, prominente ver
tegenwoordigers uit de kringen van film- en toneelkunstenaars en vooraanstaande
bedrijfsgenoten.
Een hoogtepunt tijdens het diner vormde de uitreiking van de Zilveren Roos,
die het Hoofdbestuur zowel aan Chaplin als aan Bergman had toegekend. De
Zilveren Roos, welke onderscheiding in 1960 door het Hoofdbestuur is ingesteld
als blijk van erkenning voor bijzondere prestaties op het gebied van de filmkunst,
werd aan Chaplin verleend wegens zijn universeel kunstenaarschap en aan Berg
man wegens zijn verdiensten als vernieuwer van de filmkunst.
Het zeer feestelijke diner vormde de waardige afsluiting van een evenement van
in filmhistorisch opzicht grote betekenis. Het is uitermate verheugend, dat ons