Het Hoofdbestuur heeft in het verslagjaar driemaal gebruik gemaakt van zijn
bevoegdheid tot strafoplegging. Een lid-bioscoopexploitant werd de straf van
waarschuwing opgelegd wegens handelingen in strijd met de algemene belangen
en de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. De bewuste
exploitant had in een door hem geplaatste filmannonce de keuringsuitslag als
reclame-element gebezigd, zulks in afwijking van de bedrijfsusance. Het Hoofd
bestuur heeft in drie gevallen eveneens de straf van waarschuwing opgelegd aan
leden-bioscoopexploitanten die zich in interviews, blijkende uit een weekblad
artikel, over films en het zakelijke beleid van bedrijfsgenoten hadden uitgelaten
op een wijze welke strijdig is te oordelen met de algemene belangen en de waardig
heid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Van deze straf zijn twee van
de betrokken leden in beroep gegaan bij het College van Appel. De behandeling
door dit college heeft niet meer in het verslagjaar plaatsgevonden. Het Hoofdbe
stuur heeft voorts een aantal klachten behandeld omtrent overtredingen van het
Bedrijfsreglement Reclame, hierop neerkomende, dat voor bioscopen, geëxploiteerd
door hetzelfde lid, advertenties waren verschenen buiten het rayon van die bio
scopen. Het Hoofdbestuur heeft in deze gevallen geen gebruik gemaakt van zijn be
voegdheid tot strafoplegging, aangezien de plaatsing van de desbetreffende an
nonces de bioscoopexploitant, gelet op alle omstandigheden, niet kon worden
aangerekend.
Reglement op het Naamregister
Voorzover er bezwaren rezen tegen inschrijving van filmtitels in het Naamregister,
konden deze bijna alle door bemiddeling van het Bondsbureau worden opgelost.
Slechts in één geval werd het Hoofdbestuur om een beslissing verzocht. De behan
deling leidde er toe, dat een kleine aanvulling van de bestreden filmnaam een zo
danig onderscheid te zien gaf, dat voor verwarring met de reeds ingeschreven naam
niet behoefde te worden gevreesd.
In het register werden 441 filmnamen (vorig jaar 503) ingeschreven, waarvan
er 90 (vorig jaar 82) een wijziging van reeds gedeponeerde namen betroffen.
Toekenning van eretekens
Op 28 augustus 1956 heeft het Hoofdbestuur besloten tot instelling van eretekens
als bewijs van waardering voor trouwe plichtsvervulling van hen die vele jaren in
dienst van eenzelfde onderneming in het film- en bioscoopbedrijf werkzaam zijn.
Deze eretekens hebben de vorm van een gestileerd Maltezer kruismechanisme, 45
zijnde het symbool van film en bioscoop. Toekenning van het ereteken geschiedt
uitsluitend op voordracht van het betrokken Bondslid. In 1965 werden 49 zilveren
steekspelden (voor heren) en 22 zilveren brochettes (voor dames) toegekend aan
personen die gedurende tenminste tien jaar doch minder dan 25 jaar bij een onder
neming in dienst waren. Voorts werden 14 gouden steekspelden en 3 gouden bro
chettes uitgereikt aan werknemers wier diensttijd tenminste 25 jaar doch nog geen
40 jaar had bedragen en 11 gouden steekspelden met diamant en een gouden
brochette met diamant wegens trouwe dienstvervulling gedurende tenminste 40
jaar. In totaal werden in het verslagjaar dus 100 insignes met bijbehorende oor
konden verstrekt, waarmede het aantal sedert de instelling verleende eretekens is
gekomen op 1596.