66
scheidingen. Daarenboven hebben enige
leden individueel films naar festivals gezon
den en daaruit resulteerde eveneens een
aantal bekroningen.
De korte film „Een zondag op het eiland
van de Grande Jatte" van Frans Weisz,
productie Jan Vrijman, werd tijdens de
Filmweek in Arnhem onderscheiden met de
Staatsprijs Filmkunst 1965 en verwierf
bovendien op het Filmfestival van Berlijn
een Zilveren Beer. Hij kreeg verder een
nominatie van de Raad van Europa, bekend
gemaakt tijdens het Filmfestival in Edin-
burgh.
Eervolle vermeldingen in het kader van de
Staatsprijs gingen naar „Interludium Elec-
tronicum" van Hattum Hoving, productie
N.V. Multifilm en de film „Blind Kind" van
Joan van der Keuken. Eerstgenoemde film
werd verder onderscheiden op festivals in
München, Rouaan en Cork.
De film „Droom zonder einde" van Max de
Haas kreeg eervolle vermeldingen op fes
tivals in Antwerpen en Triest.
Van de oudere films zijn verder nog onder
scheiden „Bouwspelement" van Charles Hu-
guenot van der Linden in Parijs, „P" van
Keja, productie Nederlandse Filmproductie
Maatschappij in Edingburgh, „De werkelijk
heid van Karel Appel" van Jan Vrijman,
productie Nederlandse Filmproductie Maat
schappij in La Felquera en „Alleman" van
Bert Haanstra Filmproductie in Valadolid
en Meibourne.
Tijdens een festival op het terrein van het
Verkeerswezen in Genua verwierf de film
„Wijd en zijd" van Han van Gelder Film
productie de prijs voor de beste documen
taire op het gebied van de scheepvaart. De
films „Variations electroniques" van de
N.V. Carillon Films en „Piccolo Saxo"
van Joop Geesink kregen eveneens
prijzen in La Felquera. Op het terrein
van de reclamefilms boekte Joop Geesink's
Filmproductie wederom successen in Can-
nes, waar zij de eerste prijs kreeg in de
categorie Televisie modelanimation voor de
film „Cards". In Hollwood werd bovendien
de bekende „Hollywood Trophy" gewon
nen. In Nederland bekroonde het Genoot
schap voor Reclame haar film „Mosselen".
Een tweede bekroning van dit Genootschap
werd toegekend aan de N.V. Oscar Film
voor haar productie „Jolita".
Vermeld dient tenslotte nog te worden dat
de Stichting Film en Wetenschap met haar
films op medisch gebied belangrijke succes
sen oogstte in Padua, Parijs, Brussel en
Belgrado.
HET LEDENTAL
Het aantal leden onderling in 1965 geen
verandering. Er waren 42 leden-producen-
ten ingeschreven en 12 leden-filmfabrikan-
ten. Vijf filmproductiebedrij ven waren ge
durende 1965 op de Lijst van Geen Bezwaar
geplaatst. Er lopen nog vijf aanvragen voor
de Lijst van Geen Bezwaar en twee voor het
lidmaatschap, waarvan er een slechts be
trekking heeft op bijschrijving van enige
bedrijfstakken.
IN MEMORIAM
Op 26 september overleed tijdens een be
zoek aan Duitsland de heer G. A. D. Dam-
hof, eigenaar van Regeneto-Film te Den
Haag. De teraardebestelling vond plaats op
1 oktober en de Afdeling, waarvan wijlen de
heer Damhof sedert 1956 lid is geweest,
werd daarbij vertegenwoordigd door de heer
C. S. Roem.
VOORUITZICHTEN
Het is ons een genoegen reeds in 1965 te
hebben kunnen vaststellen, dat de stijgende
lijn die in de overheidssubsidiëring van de
film sedert enige jaren te zien is geweest,
ook voor 1966 wordt gecontinueerd.
Het Ministerie van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk, dat onder andere op
het gebied van de film de taak van het Mi
nisterie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen in 1965 heeft overgenomen,
plaatste op zijn begroting voor 1966 voor
korte Nederlandse films een bedrag van
ƒ800.000,— tegen ƒ600.000,— in 1965. In
dit bedrag is 100.000,begrepen voor
films over onderwerpen liggende op het
specifieke terrein van dit Ministerie, zoals
musea, recreatie en dergelijke. Voor speel
films is een bedrag uitgetrokken van
ƒ975.000,— tegen ƒ825.000,— in 1965.
Cinetone is hierin opgenomen voor
ƒ300.000,— tegen ƒ250.000,— in het
vorige jaar. Voor het Nederlands journaal
van Polygoon is tenslotte een maximale
bijdrage van 400.000,voorzien, zijnde
50.000,— meer dan in het afgelopen jaar.
In de particuliere sector zijn de vooruitzich
ten eveneens gunstig. Er waren per het
einde van het verslagjaar volgens de ver
kregen gegevens circa 35 korte films in
productie, benevens circa 15 reclamefilms
en 150 televisiespots. Wanneer de commer
ciële televisie in 1966 een feit wordt
hetgeen door velen overigens nog ernstig
wordt betwijfeld dan zal dit laatste aan
tal in de loop van het jaar zeer aanzienlijk