68 vaarden. Wel stelde zij het echter op prijs dat de materie als zodanig opnieuw in stu die zou worden genomen en indien mogelijk een regeling zou kunnen worden bereikt die in overeenstemming zou zijn met de onderscheidene belangen van de verschil lende groepen in de organisatie. Een andere zaak die de Afdeling zeer ter harte ging, was de kaderannonce. Nadat het geruime tijd rustig was geweest rondom deze gezamenlijke advertentie, werd de een heid onverwacht verbroken, doordat enige zaken die een andere advertentiepol itiek wilden gaan voeren, buiten het kader ble ven. In het onmiddellijk daarna aangespan nen overleg bleek, dat deze leden het kader niet meer als een agenda beschouwden, maar als een advertentie, waarin door en kele zaken overheersende annonces werden geplaatst. Zij stonden beperking en bezuini ging voor. Het nieuwe ontwerp voor een kaderannon ce dat op 17 december naar aanleiding van vorenbedoeld overleg in de algemene ver gadering ter tafel kwam, viel echter niet in de smaak, zodat besloten werd aan drie reclamebureaus een ontwerp te vragen dat aan bepaalde eisen zou moeten voldoen. De ontwerpen van deze bureaus zouden medio januari 1966 wederom worden behandeld in de ledenvergadering. Er viel in het ver slagjaar derhalve geen beslissing, maar het was wel de bedoeling dat na de ingevoerde vereenvoudiging en besparing alle theaters permanent in het kader zouden staan. De aanvankelijk uit het blok verdwenen zaken waren inmiddels weer in dat kader ver schenen. Het Bestuur werd in oktober door de Com missie Nieuwe Zaken uitgenodigd zijn standpunt kenbaar te maken met betrekking tot een aanvraag van de N.V. Nationale Bioscoopondernemingen om toestemming tot het gaan exploiteren van een nieuwe permanente bioscoop-A aan het Rem- brandtsplein te Amsterdam in het daartoe te verbouwen pand van het voormalige Rutecks restaurant. Alvorens zijn standpunt te bepalen, raadpleegde het Bestuur als te doen gebruikelijk de ledenvergadering. Daarin werd verontrusting uitgesproken over het feit, dat in een korte spanne tijds een derde aanvraag bij de Commissie was ingediend tot het vestigen van een nieuwe bioscoop in de hoofdstad op een ogenblik, dat het bedrijf als geheel kampt met een ernstige teruggang van de bezoekcijfers, als gevolg waarvan reeds een aantal zaken gesloten was. Bovendien vreesden onder nemers van bepaalde zaken, dat zij als gevolg van de nieuwe ontwikkeling voor programmeringsmoeilijkheden zouden ko men te staan. Bedoelde ondernemers vroe gen zich af, of de normale en gezonde ontwikkeling van het bedrijf als bedoeld sub d van artikel 8A van het Algemeen Bedrijfsreglement hierdoor niet in gevaar werd gebracht, juist nu het bedrijf in acute moeilijkheden verkeert. Het Bestuur, dat terzake geen definitief standpunt heeft kenbaar gemaakt, heeft al thans deze bezwaren schriftelijk en monde ling ter kennis van de Commissie gebracht, die de aanvrage afwees. In beroep werd het verzoek van de N.V. Nabio echter in gewilligd, zodat er in een vrij kort tijds bestek in Amsterdam drie nieuwe biosco pen gevestigd zullen zijn. In schrille tegenstelling tot deze ontwikke ling stonden de moeilijkheden die zich in toenemende mate voordeden bij onze leden die buurttheaters exploiteren. Deze theaters hebben het meest te lijden van de verschui vingen die zich voordoen in het huidige amusementspatroon. En hoewel hun be zoekcijfers in het algemeen genomen niet wijzen op overbodigheid zijn althans de bestaande inkomsten zodanig, dat de huidi ge belastingdruk voortzetting van het me rendeel dezer zaken onmogelijk maakt. In overleg met het Bestuur hebben zij daarop een beroep gedaan op de gemeente om in afwachting van een nadere regeling van het belastingvraagstuk een vorm van overbruggingssteun te mogen ontvangen ter compensering van de opgebrachte belas tinggelden. Zij hoopten op deze wijze niet alleen hun functie als cultureel en sociaal medium in de uitgestrekte woonwijken van de stad te kunnen blijven vervullen, maar tevens hun exploitaties te kunnen aanpassen aan de eisen des tijds en ingeschakeld te kunnen worden bij het recreatieve werk dat in deze wijken zo dringend noodzakelijk is. Het gemeentebestuur heeft er negen maan den over gedaan aan deze noodkreet gehoor te geven, zij het in deze vorm, dat afwijzend werd beschikt, in hoofdzaak om budgetaire redenen. Inmiddels zijn in het verslagjaar in Am sterdam-Oost achtereenvolgens gesloten het Van Swinden Theater en het National Theater en was tegen het eind van dat jaar kennis gegeven van de voorgenomen op heffing van het Olympia Theater in West, welke in het begin van het nieuwe jaar een feit werd. Uit de cijfers, die in het Bondsverslag wor den vermeld zal blijken, dat de teruggang van het bezoek nog steeds niet tot staan is gekomen. Ook de ontvangsten, al zijn deze ongeveer gelijk gebleven, zijn niet van dien

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1965 | | pagina 66