Afdeling Rotterdam
ding tot een uitgebreide discussie.
Bij het einde van het verslagjaar waren over
dit onderwerp nog geen positieve resultaten
bereikt; voor een verdere toelichting hier
over verwijs ik U naar het jaarverslag van
de ledenraad en de afdelingsraad.
Overzichten van recettes en het bioscoop
bezoek in onze gemeente zijn opgenomen
in de landelijke statistieken die zijn ver
werkt in het jaarverslag van onze Bond.
Door onze vertegenwoordigers in de Leden
raad en de Afdelingsraad waren wij in het
verslagjaar bij de bondswerkzaamheden be
trokken.
In het najaar van 1965 werd het Studio
theater na een grondige restauratie onder
de naam Studio de Luxe feestelijk heropend
onder directie van de N.V. Nationale Bio
scoopondernemingen.
Hieruit blijkt dat in het bioscoopbedrijf,
ondanks de vele moeilijkheden waarmede
het te kampen heeft, nog de ondernemings
geest wordt opgebracht een bestaande ex
ploitatie te wijzigen die gepaard gaat met
belangrijke investeringen.
De reeds jaren bestaande aangename be
trekkingen met de gemeentelijke autoritei
ten werden in het verslagjaar gecontinueerd.
Op de jaarvergadering van onze afdeling
werden de aan de beurt van aftreden zijnde
bestuursleden de heren C. J. Blad, J. J. L.
Gielisse, M. S. Schaap en J. R. Schoonbeek
in hun funkties herkozen.
De Heer J. R. Schoonbeek heeft in de loop
van 1965 medegedeeld per ultimo 1965 als
secretaris/bestuurslid af te treden.
Gaarne wil ik hier de Heer Schoonbeek
danken voor het sinds 1958 vervullen van
de funktie van secretaris van onze afdeling;
hierbij wil ik tevens betrekken de Heer J.
H. Herweijer voor het verrichten van de
aan het secretariaat verbonden administra
tieve werkzaamheden.
J. J. L. Gielisse, wnd.-secretaris.
70
De gang van zaken in onze afdeling onder
scheidde zich in het verslagjaar in geen
enkel opzicht van de algemene ontwikke
ling die het gehele land te zien heeft gege
ven en waarover uiteraard in het Bonds
jaarverslag uitvoerig wordt gerapporteerd.
Weliswaar vertoonde het bezoekersaantal in
onze afdeling ditmaal slechts een zeer
geringe daling en steeg het totaalbedrag der
behaalde recettes enigszins, doch hierbij
moet in aanmerking genomen worden dat
hierin ditmaal ook het Cinerama Theater is
begrepen, dat eind 1964 toetrad tot het
lidmaatschap van de Bond; bij eliminatie
der op dit theater betrekking hebbende
cijfers worden de totalen aanmerkelijk on
gunstiger.
Op 18 februari hield onze afdeling haar
jaarvergadering, waarin het jaarverslag van
de secretaris, de rekening en verantwoor-
dfng van de penningmeester over 1964 en
de begroting voor 1965 onder dankzegging
werden goedgekeurd; de bestuursleden die
volgens rooster aan de beurt van aftreden
waren, werden bij enkele candidaatstelling
herkozen, zodat de bestuurssamenstelling
ongewijzigd bleef.
De onvermijdelijke aanpassing aan de bewe
ging op het loonfront, welke tot uitdrukking
kwam in de door de Sociale Commissie voor
het Bioscoopbedrijf voorgestelde wijzigin
gen in de CA.O., werd ook door onze afde
ling aanvaard.
Op 11 november kwamen de leden onzer
afdeling nogmaals in vergadering bijeen,
ditmaal in hoofdzaak ter bespreking van de
door het Hoofdbestuur bij de Ledenraad in
gediende voorstellen tot verlenging, wijzi
ging en vaststelling van een aantal bedrijfs-
reglementen en -besluiten, waarmede de
vergadering zich accoord kon verklaren.
Tevens voldeed onze afdeling aan het ver
zoek van het Hoofdbestuur om zich uit te
spreken over de merites van het aanvanke
lijk bij de Ledenraad ingediende, doch later
van de agenda afgevoerde voorstel tot
vaststelling van een bedrijfsreglement op de
programmering. Uiteraard onderkende de
vergadering de problemen, die het Hoofd
bestuur tot dit initiatief aanleiding hadden
gegeven, maar de leden bleken van oordeel
dat hiervan weinig gunstig resultaat te ver
wachten was en dat dit niet opwoog tegen
de door de nieuwe reglementering te schep
pen bezwaren van principiële en practische
aard. Dienovereenkomstig werd aan de
Afdelingsraad verslag uitgebracht.
Gezien het feit dat de leden maandelijks
volledige statistische gegevens van het
Bondsbureau ontvangen omtrent het verloop
der bezoekersaantallen en de bruto- en
netto-recettes, kan vermelding dezer cijfers
in ons jaarverslag achterwege blijven
W. F. Dubbeldeman,
secretaris.