Technische Commissie
Arbitrage
Op 15 november 1967 heeft het Fondsbestuur afscheid genomen van drie aftre
dende leden van het college, te weten de heren J. G. J. Bosman, W. Hemelraad
en R. Uges, aan wie veel lof werd toegezwaaid voor het vele voortreffelijke werk
dat zij in het belang van het Fonds hadden verricht.
Eind 1967 was het Bestuur van het Fonds als volgt samengesteld: W. F. Dubbel-
deman, Voorzitter; L. H. Röttger (vice-voorzitter); J. J. van der Veer, Secretaris;
H. Miedema, lid van het Dagelijks Bestuur; Ch. Breyer, H. W. Hagenberg, J. van
Helden, A. A. Kuys, P. J. N. R. Ooms, W. P. van Santé, Drs. C. A. Voskuil,
E. J. Verschueren, A. F. Wolff en H. J. Zwart. Het Gemeenschappelijk Admini
stratiekantoor te Amsterdam fungeerde wederom als administrateur van het Fonds.
De samenstelling van de Technische Commissie bleef in 1967 ongewijzigd, zodat
de Commissie wederom bestond uit de heren D. J. van Leen, Voorzitter; O. P.
Besseling, Th. Cornelissen, G. J. H. Dujardin, J. J. L. Gielisse, D. Siem, H. W.
Hagenberg, Secretaris en L. Claassen Plaatsvervangend Secretaris.
De Commissie kwam in 1967 niet bijeen, hoewel per het einde van het verslagjaar
wel een vergadering voor begin 1968 was uitgeschreven, waarin de Commissie
zich zou gaan bezighouden met het vraagstuk der automatisering, met de kwestie
der filmcontrolerapporten en met het gebruik van doorzichtig kleefband bij het
lassen van films. Ook de reeds in het vorige verslag genoemde speciale service
voor noodgevallen zou dan opnieuw aan de orde komen.
De ontwikkeling van de 70 mm-projectie waarvan jaarlijks onder dit hoofd
melding wordt gemaakt, gaf ten opzichte van het vorige jaar weinig verandering
te zien.
Het aantal installaties is volgens onze gegevens slechts met twee gestegen, en wel
tot 36. Ook het aantal bioscopen dat is ingericht voor de vertoning van films
met magnetisch geluid steeg met 2, te weten tot 75, in welk aantal de 70 mm-
theaters zijn begrepen.
24 In de samenstelling der Commissie van Geschillen kwam dit jaar slechts één
wijziging: de heer S. Barnstijn uit Utrecht trad af en in zijn plaats werd be
noemd de heer E. J. Verschueren uit Hilversum. De heer C. van Willingen te
Wassenaar fungeerde weer als Voorzitter, de heer J. de Wilde te Amsterdam
als lid-plaatsvervangend Voorzitter en de heer H. W. Hagenberg als Secretaris.
Door loting werden de Kamers als volgt vastgesteld:
Eerste Kamer: C. J. Blad en Mr. J.M. Landré;
Tweede Kamer: W. Hulshof f Pol en L. J. Paerl;
Derde Kamer: H. Zondervan en E. J. Verschueren.
In het verslagjaar werden zeven zittingen gehouden, waarvan er vijf zijn ge
presideerd door de heer Van Willingen en twee door de heer De Wilde.
Gedurende het verslagjaar zijn er 35 (vorig jaar 24) geschillen aanhangig ge
maakt. Van de zeven vorderingen, die nog van 1966 resteerden, zijn er drie
ingetrokken en vier afgehandeld. Van de nieuwe geschillen werd in twintig zaken
