vijfde zitting, die was uitgeschreven voor 8 december, moest worden uitgesteld tot januari 1968. De Commissie behandelde vier aanvragen voor permanente bioscopen, twee aan vragen voor productiezaken en een verzoek tot wijziging van de gestelde conditie. De eerste twee zittingen waren uitsluitend gewijd aan de voortgezette behandeling van een aanvraag, welke betrekking had op de vestiging van een nieuwe permanente bioscoop-A in de kelderzaal van het Congresgebouw te 's-Gravenhage. De laatste zitting betreffende die zaak sloot tevens een plaatselijk onderzoek in. Er was namelijk gebleken, dat er om tot een goed resultaat te komen vele technische problemen moesten worden opgelost. De Commissie heeft dan ook advies inge wonnen bij de Technische Commissie van de Bond. Voor de exploitatie van ge noemde bioscoop gaf de Commissie Nieuwe Zaken tenslotte aan de aanvraagster, de N.V. Mij voor Cinegrafie, de gevraagde toestemming. Verder verleende zij toestemming aan de N.V. Novum te Bussum, tot het gaan exploiteren van een nieuwe permanente bioscoop-A, te vestigen in het daartoe te verbouwen Concerthuis te Groningen; aan de Firma Gebrs Van Bommel tot het exploiteren van een nieuwe permanente bioscoop-A in een nevenruimte van het City Theater te Delft; aan de Stichting Udense Gemeenschap, tot het gaan exploiteren van een permanente bioscoop-B in het Gemeenschapshuis te Uden. Op verzoek van de N.V. City Theater te Eindhoven verlengde zij ten tweeden male de bij conditie vastgestelde termijn, waarbinnen met de exploitatie van de bioscoop (Studio M) te Eindhoven een aanvang zou moeten worden gemaakt. Voorts werd de gevraagde toestemming tot het exploiteren van een filmproductie zaak voor de bedrijfstak c (de productie van korte films) verleend aan M. M. Chanowski Productions N.V. te Amsterdam, alsmede aan Cartouche N.V., even eens te Amsterdam. Tegen de beslissing, waarbij toestemming werd verleend voor een nieuwe bioscoop in Delft werd beroep aangetekend door de Firma F. H. Janssen, aldaar. Commissie Beroep Nieuwe Zaken De Commissie bestond uit Mr J. A. van Lanschot Hubrecht, Kaagdorp, Voorzitter; Mr A. Greebe, Den Haag, Vice-Voorzitter; W. F. Dubbeldeman, Amsterdam, C. S. Roem, Den Haag en Drs. E. H. Scherks, Utrecht, leden; H. S. Boekman, Mr M. Geerling en B. W. G van Royen, allen te Amsterdam, plaatsvervangende leden. In de loop van het jaar is in de plaats van de heer H. S. Boekman benoemd 28 tot plaatsvervangend lid de heer S. Barnstijn te Utrecht. Verder zijn tot plaats vervangende leden benoemd de heren W. Hemelraad te Utrecht en H. Miedema te Deventer. Secretaris was de heer H. W. Hagenberg. De commissie heeft in 1967 twee zittingen gehouden, beide onder leiding van Mr J. A van Lanschot Hubrecht. De eerste zitting was gewijd aan de behandeling van een hoger beroep, ingesteld door een der Maastrichtse bioscoopondernemingsn tegen een beslissing van de Commissie Nieuwe Zaken, waarbij aan een andere Maastrichtse bioscoopexploitant toestemming was verleend tot het gaan exploiteren van een nieuwe permanente bioscoop aldaar. De tweede zitting was gewijd aan de behandeling van een hoger beroep ingesteld door een Delftse bioscooponder neming tegen een beslissing van de Commissie Nieuwe Zaken, waarbij aan een andere Delftse bioscooponderneming toestemming was verleend tot het gaan exploiteren van een nieuwe permanente bioscoop aldaar. In beide gevallen werd het beroep verworpen en de beslissing der Commissie Nieuwe Zaken bevestigd.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1967 | | pagina 28