leden-bioscoopexploitanten door het Hoofdbestuur opgewekt in de collecteweek
een desbetreffend propagandafilmpje van het Roode Kruis gratis in hun theaters
te vertonen.
Aan de opwekking van het Hoofdbestuur hebben zeer vele leden-bioscoopexploi
tanten gehoor gegeven. De opbrengst van de inzameling ter grootte van f 81.500,
wordt door het Nederlandsche Roode Kruis aangewend voor de zogenaamde natio
nale taken. Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft het Hoofd
bestuur en de leden van de Bond dank gebracht voor de verleende medewerking.
Commissie voor Niet Commerciële Reclame
Deze gemengde commissie van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en de Neder
landsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten bestond in het afgelopen
jaar uit de volgende leden: P. J. Burbach, voorzitter; N. F. van Ewijk, B. W. G.
van Royen en J. Smit, leden; toegevoegd lid voor de beoordeling van sponsored
films: L. W. R. Meyer; secretaris: H. W. Hagenberg.
De commissie behandelde acht aanvragen om kosteloze vertoning, respectieve
lijk reductie op de vertoningsprijzen voor reclamedia's ten behoeve van liefdadige
acties of andere sociale doeleinden.
In zes gevallen adviseerde de Commissie tot het verlenen van een reductie van
50 op de vertoningsprijzen. Ten aanzien van twee verzoeken besloot zij dit niet
te doen. De commissie was van oordeel, dat zij slechts tot het verlenen van
faciliteiten behoort te adviseren als het gaat om het lenigen van noden of het
bestrijden van gevaren die de mensheid bedreigen.
Op verzoek van een lid-filmverhuurder van de Bond beoordeelde de commissie
een aan dat lid te koop aangeboden film van een Nederlandse industrie, getiteld
„Bagger".
Aangezien niet kon worden aangenomen, dat bij de produktie van de film de
bedoeling had voorgezeten om daarmede reclame te maken voor baggermachines
of het doen uitvoeren van baggerwerkzaamheden, stelde de commissie vast, dat
deze film als normaal bijwerk zonder reclame-element moest worden beschouwd.
Vertegenwoordigingen
In het voorafgaande is reeds verspreid melding gemaakt van de wijze waarop de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, zulks krachtens benoemingsbesluit of aanbe-
48 veling van het Hoofdbestuur, in 1967 was vertegenwoordigd in vele nationale en
internationale organen en instellingen. Hieronder volgt een samenvatting van de
voornaamste vertegenwoordigingen.
In de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en in de Huishoudelijke Commis
sie van de Rijksfilmkeuring was de Bond tot medio 1967 vertegenwoordigd door
de heer R. Uges. Nadien werd zijn plaats in de beide commissies ingenomen door
de heer J. Nijland. In de Zuidelijke Nakeuringscommissie van de Katholieke
Filmcentrale had tot de opheffing van dat instituut op 1 oktober zitting de heer
M. A. V. Vermin.
In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio was de Bond
vertegenwoordigd door de heren W. K. G. van Royen, tevens voorzitter van die
raad, J G. J. Bosman en A. F. Wolff.
In het Bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films hadden
zitting de heren J. G. J. Bosman, D. J. van Leen en Joh. Miedema, met dien ver-