Het Bondsbureau 52 18 december. Overeenkomstig een voorstel van het Hoofdbestuur heeft de Leden raad vastgesteld een nieuw Bedrij f sbesluit terzake van de Filmvertoning gelijklui dend met het op 28 november 1966 vastgestelde besluit van die naam met dien verstande, dat het nieuwe besluit loopt van 1 januari 1968 tot 1 januari 1969. De Raad heeft eveneens op voorstel van het Hoofdbestuur een nieuw Bedrijfsbesluit inzake de Programmering vastgesteld, gelijkluidend met het een jaar eerder vast gestelde besluit van die naam. Het nieuwe besluit loopt tot 1 januari 1969. De Raad kon zich verder verenigen met het voorstel van het Hoofdbestuur tot vast stelling van een nieuw Bedrijfsbesluit op de Filmrapporten, lopende van 5 januari 1968 tot 3 januari 1969. Evenals zijn organisatie neemt het Bondsbureau in het film- en bioscoopbedrijf een unieke plaats in. Zijn voornaamste medewerkers zijn niet alleen belast met de secretariaten van Hoofdbestuur en de besturen der bedrijfsgroeperingen, maar ook met die van stichtingen en commissies, waarin de uiteenlopende activiteiten van de Bond zijn ondergebracht. Ze zijn bovendien belast met de uitvoering van de reglementen en besluiten der organisatie, met het geven van voorlichting aan de leden en het verstrekken van de noodzakelijke informaties. Zij nemen boven dien deel aan de bestuursarbeid van verenigingen en stichtingen, waarmede de Bond nauwe betrekkingen onderhoudt. Naast de uitgebreide administratie van Bonds- en Bumabijdragen, van recettes en technische controle is er het werk verbonden aan de statistiek en de verzorging van de publiciteit. Het ligt voor de hand, dat de krappe bezetting van het Bureau onder bijzonder zware druk komt te staan, wanneer er een onvoorziene, althans tijdelijke toeneming van werkzaam heden gaat ontstaan juist op terreinen, waar een zekere specialisatie vereist is. Deze omstandigheid heeft zich in het afgelopen jaar in bijzondere mate voorge daan door de verandering op het fiscale vlak, door de herstructurering van de organisatie, door de voorbereiding ener mogelijke herziening van de Bioscoopwet alsook door bepaalde reorganisaties van met de Bond gelieerde stichtingen. Een en ander heeft aan de Bureauleiding en haar naaste medewerkers bijzonder zware eisen gesteld. Dat het voornaamste deel van de opgelegde taken zonder personeels uitbreiding tot een goed einde kon worden gebracht, waarbij en passant nog even moge worden gedacht aan de zorg voor de Filmweek Arnhem, is te danken aan de voorbeeldige teamgeest en toewijding, waarmede alle betrokkenen hun werk hebben gedaan. In verband met de waarneming van het voorzitterschap door de Bondsdirecteur werd de heer J. Th. van Taalingen, zijn naaste medewerker in het Hoofdbestuurssecretariaat, belast met de daaraan verbonden secretariaatswerkzaam- heden, tegelijkertijd werd hem de persoonlijke titel van adjunct-directeur verleend. In het verslagjaar werden onder andere de volgende hoeveelheden stukken ver werkt: ingekomen stukken 19.032 (17.865); verzonden brieven 6.193 (7.111); circulaires 41.440 (40.500); gestencilde stukken 505 stel (536 stel); lichtdruk- copieën 5.750 (6.500); diploma's, inclusief 602 oorlogsinvaliden 1.606 (1.577); vergaderingen 189 (183); ontvangen bezoekers 1.372 (1.425); gecontroleerde recette-staten 46.000 (51.000); boekingen auteursrechten, inclusief codeer- en rekenwerk 51.000 (61.000). Recette-Controledienst De met name krachtens reglementsbepalingen en gesloten vertoningsovereen-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1967 | | pagina 52