60
Als wij de activiteiten van de filialen der
buitenlandse productiemaatschappijen bui
ten beschouwing laten, dan moeten wij een
verhoging van gemiddeld 5% van de garantie
bedragen der licentiecontracten signaleren.
Daar staat tegenover een daling van gemid
deld 2% van de betaalde vaste licentieprijzen.
Het aantal films, waarvoor een licentieper
centage van 50 of minder werd betaald,
daalde van 119 tot 96 en die van de catego
rie boven 50% tot 70% van 42 tot 21 films.
Oit is ten dele toe te schrijven aan de daling
"an het totaal aantal op percentage basis
gekochte films van 186 naar 152. In de ca
tegorie van 70% was er niettemin een stijging
van 25 naar 36. Ook het aantal tegen vaste
prijs gekochte films nam toe, namelijk van
63 naar 101.
FILMAANBOD
De in 1966 gesignaleerde toeneming van het
hoofdfilmaanbod (van 380 tot 409) is in
1967 gevolgd door een kleine vermindering
tot 397. Het aantal ingevoerde hoofdfilms
daalde van 389 in 1966 tot 383 in 1967 (in
1965: 353; in 1964: 358; in 1963: 385; in
1962: 396; in 1961: 416; in 1960: 399; in
1959: 454; in 1958: 507). Daaraan moeten
nog 4 Nederlandse (in 1966: 6) en 10 (14)
oude hoofdfilms, die in het verslagjaar op
nieuw in roulatie zijn gebracht, worden toe
gevoegd, waarvan 7 (9) Amerikaanse en 3
(5) Europese.
(Het aantal ingevoerde Amerikaanse hoofd
films daalde van 124 tot 118.) Het aantal
Europese hoofdfilms bleef gelijk, namelijk
265. De invoer uit Italië daalde van 80 tot
65 films, die uit Engeland van 66 tot 64.
Daarentegen nam de invoer van Franse films
toe van 60 tot 65. Duitsland bleef met 25
films gelijk.
De filialen van de Amerikaanse productie
maatschappijen voerden gezamenlijk 142
hoofdfilms in (in 1966: 152), waarvan 87
(93) van Amerikaanse en 55 (59) van Euro
pese oorsprong. De overige filmverhuurders
importeerden in 1967 241 hoofdfilms (in
1966: 237), waarvan 210 (206) van Europe
se en 31 (31) van Amerikaanse oorsprong.
Het aandeel van de kleurenfilms breidde zich
opnieuw aanzienlijk uit. Het aantal steeg van
255 in 1966 tot 297 in het verslagjaar, dat is
ruim 74% (in 1966: 62%)van het totale
filmaanbod. Van deze kleurenfilms kwamen
er 193 (165) uit Europese landen en 104
(90) uit Amerika.
Van de 148 (161) panoramische films had
den er 5 (7) een breedte van 70 mm.
VERHUURCONDITIES
In het begin van het verslagjaar ontving het
Afdelingsbestuur een brief van het Hoofdbe
stuur, waarin stringente aanwijzingen wer
den gegeven met betrekking tot de toe
passing van het Aanvullingsreglement
Bondsvoorwaarden, meer in het bijzonder
aangaande de interpretatie van de twee mo
gelijkheden tot overschrijding van de maxi
mum auteursprijs voor hoofdfilms van 32Vi
respectievelijk 35% der netto-recette voor het
totale programma exclusief journaals.
Na zorgvuldige overweging kwam het Afde
lingsbestuur tot de conclusie, dat het aanbe
veling verdient Hoofdstuk II van het Regle
ment, handelende over de bedrijfsvoorstel-
lingen, aan te passen aan de praktijk, zoals
die de laatste jaren is gegroeid. Het geven
van speciale bedrijfsvoorstellingen in Am
sterdam, Den Haag of Rotterdam is in
onbruik geraakt, ook al omdat er van de zij
de van de leden-exploitanten te weinig be
langstelling voor bestond. Een enkele maal
wordt er een tradeshow buiten de drie grote
steden gegeven. Normaal is dat de première-
week wordt aangekondigd als bedrijfsvoor-
stelling.
Verder hepft het Afdelingsbestuur als zijn
mening ke.ioaar gemaakt, dat de limiet van
15% van het aantal uit te brengen nieuwe
hoofdfilms, gesteld aan de vrij verhandelbare
films, in de praktijk tot onaanvaardbare
consequenties leidt. Het komt meermalen
voor, dat een verhuurder de beschikking
krijgt over meer grote films (waarvoor een
hoger filmhuurpercentage dan 40 gerecht
vaardigd is) dan met een quotum van 15%
overeenkomt. Hij is dan genoodzaakt hetzij
een of meer van deze grote films tot een
volgend seizoen te laten liggen, hetzij extra
een aantal onbelangrijke hoofdfilms te im
porteren om zijn quotum tot het vereiste
aantal op te voeren. In beide gevallen wordt
het bedrijfsbelang ernstig geschaad. Aange
zien een verhoging van het aantal vrij ver
handelbare films boven 15% van het aantal
uit te brengen films waaraan het Afde
lingsbestuur de voorkeur zou geven onder
de gegeven omstandigheden niet in aanmer
king komt, valt een oplossing alleen te vul
den in een verruiming van de mogelijkheden,
die de verhuur van films op sliding scale
biedt.
Voor de beide gevallen heeft het Afdelings
bestuur aan het Hoofdbestuur de nodige
suggesties gedaan.
FILMKEURING
De aard van de bezwaren van de filmver-