Afdeling Rotterdam Op 14 december kwam de afdeling tenslotte nogmaals bijeen. Voor het overige werden de lopende zaken, de afdeling betreffende, door het Bestuur ter filmbeurze behandeld. Per 27 april 1967 droeg de N.V. Chermoek's Theaters de exploitatie van het Flora The ater over aan het City concern. De in het vorig jaarverslag aangekondigde plannen voor de bouw van twee nieuwe bioscopen in het in aanbouw zijnde congres gebouw, werden in de loop van het jaar gerealiseerd. Op 25 oktober werden Studio 2000 en de Uitkijk officieel op feestelijke wijze geopend, waardoor het Haagse Thea terpark met twee perfect geoutilleerde, mo derne bioscooptheaters werd verrijkt. Het Bestuur van de Haagse Afdeling deed haar gelukwensen aan de directie van de N.V. Mij. Voor Cinegrafie vergezeld gaan van een bloemenhulde. De vreugde veroorzaakt door de spontane publicaties in pers en vakbladen ten aanzien van de afschaffing van de vermakelijkheids- belasting werd spoedig getemperd door de mededelingen omtrent de datum van ingang op 1 januari 1969, gelijktijdig met de in voering van andere heffingen, waardoor het effect van verlichting van lasten weer goeddeels verloren dreigt te gaan. Tot slot komt bij mij tijdens het schrijven van dit jaarverslag de gedachte naar voren, dat dit verslag een min of meer historisch tintje heeft, aangezien de N. B. B. op de vooravond staat van een ingrijpende her structurering, waarbij de Haagse Afdeling als zodanig zal worden opgeheven. Het zij mij daarom vergund in dit laatste Haagse jaarverslag, mede namens het Be stuur, dank te zeggen voor het gestelde vertrouwen en de leden alle goeds, zowel privé als in zaken, voor de toekomst toe te wensen. J. J. L. Gielisse, secretaris In het verslagjaar kwamen de leden onzer afdeling tweemaal in vergadering bijeen. Op 23 februari vond te Rotterdam de jaar vergadering plaats en op 10 april werd te Amsterdam de tweede vergadering gehou den. Doordat onze vice-voorzitter C. van Willi gen zijn bestuursfunctie neerlegde als gevolg van de beëindiging van zijn afdelingslid maatschap door de overdracht der exploitatie van het Colosseum Theater, en de secreta ris W. F. Dubbeldeman zich niet herkies baar stelde, diende voorzien te worden in een tweetal vacatures; in de jaarvergadering werd bij acclamatie besloten tot verkiezing van Mevr. P. M. Hagenberg-Dogterom en de heer M. Gerschtanowitz, waarna de be stuursfuncties als volgt werden ingedeeld: C. J. Blad, voorzitter I. Keizer, vice-voorzitter M. Gerschtanowitz, secretaris Drs. W. Hofman, penningmeester Mevr. P. M. Hagenberg-Dogterom, bestuurs lid. In dezelfde vergadering werden het jaarver slag van de secretaris, evenals de door de penningmeester ingediende rekening en verantwoording alsmede de begroting onder dankzegging goedgekeurd. Evenals in alle andere geledingen van de Bioscoop-Bond ging in onze afdeling de aandacht in hoofdzaak uit naar twee onder werpen: de belasting op openbare vermake lijkheden en de plannen tct vernieuwing van de Bondstructuur. Wat de vermakelijkheidsbelasting betreft, bestond bij het afdelingsbestuur het voor nemen om in nader overleg te treden met de Wethouder van Financiën teneinde de mogelijkheid van heffingsfaciliteiten te on derzoeken, doch alvorens hieraan uitvoering was gegeven, kwam de verrassende medede ling van regeringszijde dat belastingvoor stellen in voorbereiding waren, waarvan de opheffing der vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen met ingang van 1 januari 1969 een onderdeel vormde. Daar deze maatregel gepaard zal gaan met invoering der Belasting op de Toegevoegde Waarde ter vervanging der thans geldende omzetbelasting en tevens een nieuwe, door de gemeenten te heffen, belasting op on roerend goed werd aangekondigd, is het nog niet mogelijk om de uitwerking van dit complex van maatregelen exact te bereke nen, doch dat er sprake zal zijn van een verlichting der op de bedrijven onzer leden rustende zware belastingdruk, waarnaar ge durende een lange reeks van jaren reikhal zend is uitgezien, mag als vaststaand wor den aangenomen. De voorbereiding der vernieuwing van de Bondsstructuur vond gestadige voortgang. De Hoofdbestuursvacatures, waarin voorzien diende te worden in de Bondsjaarvergade ring vroegen hierbij bijzondere aandacht doordat er ten aanzien van de candidatu- ren voor het Voorzitterschap ernstige tegen-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1967 | | pagina 71