Door loting werden de Kamers als volgt vastgesteld: Eerste Kamer: C. J. Blad en E. J. Verschueren. Tweede Kamer: Jan Miedema en W. J. F. van Ewijk. Derde Kamer: J. van Willigen en R. A. H. Herzet. In het verslagjaar werden vier zittingen gehouden, alle gepresideerd door de heer Van Willigen. Gedurende 1969 zijn er 27 geschillen (het jaar daarvoor 29) aanhangig gemaakt. In 12 van deze zaken werd vonnis gewezen, evenals in twee nog van 1968 dateren de geschillen. Twee andere geschillen van 1968 werden in 1969 ingetrokken. Van de in 1969 aanhangig gemaakte geschillen werden er 14 vóór de behandeling ingetrokken. Bij het einde van het verslagjaar waren er twee geschillen nog niet af gehandeld. In 1969 zijn er 21 (in 1968: 20) geschillen aanhangig gemaakt door leden-filmver- huurders contra leden-exploitanten, twee door leden-exploitanten onderling, drie door donateurs tegen leden-exploitanten en één door een donateur contra een lid- filmverhuurder. RAAD VAN BEROEP Voor het zittingsjaar 1969/1970 werden op 26 augustus de voorzitter, de heer C. S. Roem, de vice-voorzitter, de heer D. J. van Leen, en de leden van de Raad van Beroep op een tweetal uitzonderingen na herbenoemd. Tot nieuwe leden van de Raad werden benoemd de heren P. J. N. R. Ooms en B. J. Schimmel. Deze benoeming betekende naast het vertrek uit de Raad van de heer W. Hemelraad, die slechts korte tijd zitting heeft gehad, het heengaan van een arbiter van jaren her, de heer H. S. Boekman. Het Hoofdbestuur heeft de heer Boekman zijn bijzondere erkentelijkheid tot uit drukking gebracht voor hetgeen hij in deze functie gedurende meer dan twintig jaar in het belang van de leden van de Bond heeft verricht, daarbij zijn grote waardering uitend voor de deskundige wijze, waarop de heer Boekman zijn taak in de arbitrage heeft vervuld. Op 8 september vond de volgende samenstelling der Kamers door loting ten over staan van het Hoofdbestuur plaats: Ie Kamer: B. W. G. van Royen, Amsterdam, J. Nijland, Den Dolder, leden exploitanten, L. J. Paerl, Amsterdam, J. P. M. A. Smulders, Amsterdam, leden filmverhuurders. 2e Kamer: W. F. Dubbeldeman, Amsterdam, A. F. Wolff, Bilthoven, leden-ex ploitanten, P. J. N. R. Ooms, Amsterdam, B. J. Schimmel, Naarden, leden filmverhuurders. Secretaris was Mr. W. van Heuven. Eind december werd een hoger beroep ingediend, dat dit jaar niet meer kon worden behandeld. Het einde 1968 door een lid-filmverhuurder contra een lid- filmverhuurder aanhangig gemaakte beroep werd in februari van het verslagjaar ingetrokken. GEMENGDE COMMISSIE VAN GESCHILLEN Deze commissie bestond in 1969 uit de heren M. Samson, Rotterdam, voorzitter; J. H. van Straaten, plaatsvervangend voorzitter; C. J. Blad, Amsterdam, en Th. de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1969 | | pagina 22