aantal voorzieningen in etappes tijdens de exploitatie zouden dienen te worden ver wezenlijkt. Projectietechnisch deed Drouwen zeker niet onder voor de Duitse Au- tokino. Voor het overige was de exploitatie op geheel andere leest geschoeid. De Commissie was van oordeel, dat Refion als pionier in Nederland op dit terrein de nodige kansen dienden te worden gegeven. Derhalve verleende zij de gevraagde toestemming onder bepaalde voorwaarden, die Refion achtereenvolgens tijdens de exploitatie zou hebben te vervullen. Aan de filmproducent A. Haanstra te Laren werd toestemming verleend tot het ex ploiteren van een filmlaboratorium, voor de bedrijfstak-C (het opnemen, mengen, monteren of vastleggen op film van geluid langs optische of electromagnetische weg). Paul Huf Fiim Associates N.V. te Amsterdam verwierf de gevraagde toestemming tot het exploiteren van een filmproductiezaak, bedrijfstak-c (de productie van kor te films). Voorts werd aan de N.V. Cupido, waarvan directeur is de bioscoopondernemer C. A. Koppies te Amsterdam, toestemming gegeven voor het exploiteren van een filmverhuurkantoor bedrijfstak a (het verhuren van hoofd- en andere films, uitge zonderd journaalfilms). Zowel tegen deze beslissing, als tegen de beslissingen betreffende de vestiging van twee nieuwe bioscopen in nevenruimten van een bestaand bioscooppand te 's-Gra- venhage, heeft het Bestuur der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders respectievelijk het Bestuur der Afdeling A beroep aangetekend bij de Commissie Beroep Nieuwe Zaken. Eerstbedoeld beroep kon in het verslagjaar echter niet meer worden behan deld. COMMISSIE BEROEP NIEUWE ZAKEN De Commissie bestond uit Mr. J. A. van Lanschot Hubrecht, Wassenaar, voorzit ter; Mr. A. Greebe, Voorburg, vice-voorzitter; W. F. Dubbeldeman, Amsterdam, C. S. Roem, Den Haag en Drs. E. H. Scherks, Utrecht, leden en Mr. M. Geerling, Amsterdam, W. Hemelraad, Utrecht, H. Miedema, Deventer, P. J. N. R. Ooms en B. W. G. van Royen, beiden te Amsterdam, plaatsvervangende leden en H. W. Hagenberg, secretaris. De Commissie heeft in 1969 één zitting gehouden onder leiding van Mr. J. A. van Lanschot Hubrecht. Behandeld werd een beroep van een culturele stichting tegen een beslissing der Commissie Nieuwe Zaken, waarbij aan de stichting toestemming was geweigerd tot het gaan exploiteren van een nieuw te bouwen bioscoop in een gemeente in het Zuiden des lands. Het beroep werd ongegrond verklaard, onder andere omdat het plan van aanvraagster nog niet in het stadium van spoedig te ver wachten realisatie verkeerde. Verder werd behandeld een door een Afdelingsbestuur ingesteld beroep tegen een beslissing der Commissie Nieuwe Zaken, waarbij aan een lid-exploitant toestem ming was verleend tot het gaan exploiteren van twee nieuwe bioscopen in hetzelfde pand, waarin reeds een bioscoop van die exploitant gevestigd was. Het beroep werd verworpen. BESLISSINGEN HOOFDBESTUUR Het Hoofdbestuur schreef in het Bedrijfsregister in, zeven nieuw geopende per manente bioscopen-A: De Pannehoef te Oosterhout, Studio Anders-132 te Geleen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1969 | | pagina 25