Hoofdbestuursarbeid
Overzicht van het aantal zaken
werden drie donateurs uitgeschreven, waardoor het aantal donateurs op genoemde
datum 29 bedroeg.
Ingeschreven op 1 januari 1960 tot en met 1 januari 1970
bio
film
film-
jaren
bio
zit
scopen
reis
verhuur
film-
pro-
dona
scopen
plaatsen
nog niet
bio
kan
labora-
duktie-
teurs
in bedrijf
scopen
toren
toria
zaken
1960
559
263.100
15
17
37
10
33
41
1961
565
266.750
8
16
39
10
33
40
1962
562
266.250
8
16
39
10
33
39
1963
562
264.325
5
17
39
12
38
40
1964
552
260.600
3
17
39
12
42
39
1965
537
255.428
4
17
39
12
42
37
1966
522
247.800
5
17
37
12
42
35
1967
490
236.500
6
17
37
12
44
32
1968
468
227.846
6
17
37
12
46
31
1969
452
221.626
4
17
37
11
40
32
1970
434*
211.659
2
14
37
12
42
29
Hiervan staan 41 zaken ingeschreven als permanente bioscopen-B.
Wanneer men de werkzaamheid van het Hoofdbestuur in 1969 overziet, dan
blijken enige problemen de bijzondere aandacht te hebben gevraagd. De moei
lijkheden, samenhangende met het hernieuwde uitstel van de afschaffing der ver-
makelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen, welk uitstel voortsproot uit de
vertraging in de behandeling van het ontwerp van wet tot wijziging van de bepa
lingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen, hebben in de vergaderin
gen van het Hoofdbestuur centraal gestaan. Het Hoofdbestuur was als gevolg
van genoemde vertraging genoodzaakt enerzijds maatregelen te ontwikkelen voor
het geval, dat de belastingafschaffing op de in het wetsontwerp genoemde datum
zou plaatshebben, en anderzijds ter voorkoming van stagnaties en onzekerheden
bij de bedrijfsvoering van de leden tijdig alternatieve oplossingen achter de hand
te hebben, zodra als vaststaand kon worden aangenomen, dat de belastingaf
schaffing niet op de gestelde datum kon worden gerealiseerd. Veel aandacht is
ook besteed aan het vraagstuk van de filmkeuring, hetwelk reeds geruime tijd op
nieuw in ons land aan de orde is, alsmede aan de voorbereiding van een nieuwe
overeenkomst met BUMA. Met name heeft het overleg in het Hoofdbestuur om
trent een herziening van de leveringscondities tussen filmverhuurders en bioscoop
exploitanten in het afgelopen jaar een voorname plaats in de bestuurswerkzaam-
heid ingenomen. Ook andere reglementsvoorstellen werden ontworpen. De her
structurering van de organisatie kreeg conform de nieuwe statutaire voorziening,
die op 1 oktober 1968 werd geïntroduceerd, medio 1969 haar feitelijke afsluiting,
hetgeen de voltooiing betekende van een belangrijk programmapunt.
Naast de arbeid die de toepassing en de uitvoering van statuten en reglementen
met zich brengen, heeft het Hoofdbestuur zich ampel bezig gehouden met ver-