c. Reglement Filmvertoning.
Het Reglement Filmvertoning, dat ten doel heeft overlading van het filmpro
gramma met hoofdfilms te voorkomen door middel van restricties ten aanzien
van het aantal per avond, per dag en per speelweek te vertonen films, biedt
niettemin voldoende ruimte voor een afwisselende programmering gedurende
een speelweek, nog afgezien van de bevoegdheid van het Hoofdbestuur dispen
satie van de voorschriften in kwestie te verlenen. Het reglement was laatste
lijk door de Ledenraad voor 1968 geprolongeerd.
Het Hoofdbestuur oordeelde het nuttig het reglement wederom met een jaar
te verlengen en diende een desbetreffend voorstel in. Als gevolg van de re
organisatie van de Bond kon dit voorstel eerst op 4 maart 1969 door de Bonds
raad in behandeling worden genomen. Dit voorstel, hetwelk derhalve betrek
king had op 1969, werd met algemene stemmen aangenomen. Een later in
het jaar ingediend voorstel van het Hoofdbestuur tot prolongatie van het
Reglement Filmvertoning voor 1970 werd door de Bondsraad op 16 decem
ber 1969 aanvaard.
d. Reglement Programmering.
Evenals het Reglement Filmvertoning was het Reglement Programmering op
31 december 1968 geëxpireerd. Laatstgenoemd reglement houdt het principe
in van vrije selectie door de bioscoopexploitant. Dit komt tot uiting in het voor
schrift, dat per bioscoop jaarlijks gedurende tenminste 12 weken niet-Ameri
kaanse films zullen worden vertoond, alsook in de bepaling, dat een verto
ningsovereenkomst slechts op één hoofdfilm betrekking mag hebben. Boven
dien is de filmverhuurder verplicht een redelijk bod van een bioscoopexploi
tant te accepteren, tenzij de desbetreffende hoofdfilm binnen vier weken na
het bod voor vertoning door een andere exploitant in de gemeente in
kwestie is verhuurd. Het voorstel van het Hoofdbestuur om het Reglement
Programmering voor 1969 te verlengen, werd op 4 maart door de Bondsraad
aangenomen. De Raad aanvaardde eveneens het later ingediende voorstel
van het Hoofdbestuur om het reglement voor 1970 te prolongeren en wel in
zijn vergadering van 16 december.
e. Reglement op de Filmrapporten.
Het Reglement op de Filmrapporten heeft ten doel te bewerkstelligen, dat
men door een sluitend systeem van uniforme controlerapporten op de hoogte
kan blijven van de toestand waarin het filmateriaal verkeert. Aldus kan de
oorzaak van filmbeschadigingen beter worden opgespoord. Ook is het regle
ment van belang met het oog op de behandeling van schadeeisen in het kader
van de collectieve kopieverzekering.
Ofschoon het reglement een nuttige bijdrage zou kunnen vormen bij het stre
ven naar kostenbesparing aan de ene kant en de algehele verbetering van de
toestand van het filmateriaal aan de andere kant, had het Hoofdbestuur niet
temin de indruk gekregen, dat dit systeem niet zodanig van de grond was ge
komen als wenselijk moest worden geacht. Het stelde in verband hiermede
met medewerking van het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
een onderzoek in naar de wijze waarop het reglement in de praktijk werkte.
Rekening houdende met de mogelijkheid dat dit onderzoek gunstige resultaten
te zien zou geven, besloot het Hoofdbestuur met het oog op de expiratie van
het reglement eind 1969 in ieder geval een voorstel tot prolongatie voor 1970