ARTIKEL 18 DER STATUTEN
Krachtens artikel 18 der Statuten is het Hoofdbestuur bevoegd disciplinaire maat
regelen te nemen ten opzichte van leden die Statuten of reglementen hebben over
treden dan wel in strijd hebben gehandeld met de algemene belangen of de waar
digheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf.
Als beroepsinstantie fungeert het College van Appel, welk College in 1969 was
samengesteld uit de heren Mr. D. Bijdendijk, voorzitter, Drs. F. L. Schimshei-
mer, vice-voorzitter, Mr. R. H. Dijkstra, Mr. M. Geerling en P. Nassette, leden,
alsmede E. Alter, Mr. J. M. van der Flier, Mr. M. A. Graftdijk, Mr. W. B. H. A
Heskes en C. van Liere, plaatsvervangende leden Mej. Mr. C. A. Krietemeyer
fungeerde wederom als secretaris van het College van Appel.
Het Hoofdbestuur heeft in het verslagjaar twee leden-filmverhuurders elk de
straf van boete opgelegd van 100,wegens handelingen in strijd met artikel
14 der Bondsvoorwaarden. Zij hadden namelijk films geleverd aan een lid-bioscoop-
exploitant op een moment, dat dit lid ingevolge genoemd artikel door de Film-
huurschuldcommissie wegens niet-tijdige betaling van filmhuur was uitgesloten van
filmlevering. Weliswaar hadden de betrekken filmverhuurders zich erop beroepen,
dat de levering op een betreurenswaardige omissie berustte, doch het Hoofdbestuur
achtte dit beroep ongegrond. Juist van de leden-filmverhuurders mag immers
worden verwacht, dat zij alles in het werk stellen om een perfecte functionering te
waarborgen van het in de Bondsvoorwaarden neergelegde stelsel van contante
betaling van filmhuur, hetwelk de filmverhuurders in ons land internationaal ge
zien in een unieke, bevoorrechte positie plaatst. Een ander lid-filmverhuurder,
hetwelk dezelfde overtreding enige malen achtereen had gepleegd, werd beboet
met 500,Er heeft in de genoemde gevallen geen behandeling in beroep plaats
gehad.
Voorts constateerde het Hoofdbestuur, dat een lid, exploiterende een landelijk
premièretheater, een hoofdfilm had betrokken op een wijze, die niet strookte
met het Reglement op de lijst van Geen Bezwaar en de Bondsvoorwaarden. Het
Hoofdbestuur heeft in dit geval nog geen straf ingevolge artikel 18 der Statuten
opgelegd, doch heeft het betrokken lid wel erop geattendeerd, dat bij constatering
van nieuwe overtredingen als vorenbedoeld onherroepelijk toepassing van artikel
18 der Statuten zal volgen. Gezien de algemene aspecten van deze zaak heeft
het Hoofdbestuur alle leden gewezen op het belang van strikte naleving der on
derhavige voorschriften.
ERETEKENS
In 1969 zijn in totaal 63 eretekens met bijbehorende oorkonden toegekend. Deze
eretekens worden door het Hoofdbestuur op schriftelijke voordracht van het be
trokken Bondslid verleend aan werknemers, die gedurende een lange reeks van
jaren bij eenzelfde onderneming in het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf in
dienst zijn geweest. Er worden zilveren insignes uitgereikt aan werknemers die
tenminstb 10 jaar doch minder dan 25 jaar bij een onderneming in dienst zijn,
gouden eretekens worden toegekend aan hen wier diensttijd tenminste 25 doch
nog geen 40 jaar bedraagt en gouden insignes met diamant worden verleend we
gens trouwe dienstvervulling gedurende tenminste 40 jaar.
Er werden in het verslagjaar 25 zilveren steekspelden (voor heren) en 20
zilveren brochettes (voor dames) verleend, 8 gouden steekspelden en 2 gouden
brochettes, alsmede 6 gouden steekspelden met diamant en 2 gouden brochettes
met diamant.