ƒ286.551,— tegen ƒ193.183,80 in 1968. Het Bestuur van de Stichting Bio-Vacantieoord was einde 1969 samengesteld uit de heren M. Gerschtanowitz, voorzitter, J. G. J. Bosman, vice-voorzitter, A. F. Wolff, secretaris, P. Nassette, penningmeester, C. J. Blad, lid van het dagelijks bestuur, S. Barnstijn, C. van Liere, Joh. Miedema, M. J. W. Peters, W. K. G. van Royen, J. Santé Thedinga, W. G. Veldhuizen en C. van Willigen. VERTEGENWOORDIGINGEN In het voorafgaande is reeds verspreid melding gemaakt van de wijze waarop de Nederlandse Bioscoopbond krachtens benoemingsbesluit of aanbeveling van het Hoofdbestuur in 1969 was vertegenwoordigd in tal van nationale en internationale organen en instellingen. Onderstaand volgt een samenvatting van de voornaamste vertegenwoordigingen. In de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en in de Huishoudelijke Com missie van deze keuring was de Bond in 1969 vertegenwoordigd door de heer J. Nijland. In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio was de Bond begin 1969 vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bosman, W. K. G. van Royen en A. F. Wolff. In het kader van een desbetreffend besluit tot statutenwijziging, waarbij het aantal vertegenwoordigers van de Bond in de Raad van Beheer werd gebracht van drie op vijf, moest deze Bondsvertegenwoordiging opnieuw worden samengesteld. Einde 1969 hadden dientengevolge in de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio van Bondswege zitting de heren C. J. Blad, J. G. J. Bosman, M. Gerschtanowitz, Mr. H. B. F. J. A. Peters en J. P. M. A. Smulders. In het Bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films hadden zitting de heren J. G. J. Bosman, G. J. H. Dujardin en M. Gerschtanowitz. In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut was de Bond vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bosman, tevens secretaris-penning meester, J. Nijland, C. S. Roem en B. J. Schimmel. Laatstgenoemde werd be noemd in de plaats van de heer W. Hemelraad, die zijn functie om zakelijke re denen beschikbaar stelde. In het Curatorium van de Nederlandse Filmacademie hadden van Bondswege zitting de heren E. J. Verschueren, tevens voorzitter, J. G. J. Bosman en W. F. Dubbeldeman. De Bond was in het Bestuur van de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoop reclame-Exploitanten aanvankelijk vertegenwoordigd door de heer J. Nijland. Daar de heer Nijland zich wegens drukke werkzaamheden niet herbenoembaar stelde, werd in zijn plaats benoemd tot gedelegeerde van de Bond in het Bestuur van de N.V.B, de heer J. van Willigen. In het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bios coopbedrijf hadden zitting de heren W. F. Dubbeldeman, H. W. Hagenberg, H. Miedema, P. J. N. R. Ooms, E. J. Verschueren en Drs. C. A. Voskuil. In de vaca ture van de heer A. F. Wolff, ontstaan door diens aftreden, werd in het verslagjaar niet voorzien. De heer Dubbeldeman fungeerde als secretaris, de heer Miedema als lid van het dagelijks bestuur. De heren C. J. Blad, C. S. Roem en J. P. M. A. Smulders vertegenwoordigden de Bond in de Gemengde Televisiecommissie, ingesteld krachtens accoord tussen de Bond en de N.O.S. De heer J. G. J. Bosman fungeerde als plaatsvervangend lid voor de vertegenwoordigers van de Bond in deze Gemengde Commissie.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1969 | | pagina 52