In de Raad van Beheer van de Stichting Arbeidsbemiddeling zowel als in de Sub
commissie voor de Amusementskunst was de Bond in het verslagjaar vertegen
woordigd door de heer J. G. Bloem.
De heer C. S. Roem had zitting in de Commissie van Bijstand van het Nederlands
Akoestisch Genootschap.
In de Commissie ,,44" (fotografie en cinematografie) van het Nederlands Nor
malisatie-instituut was de Bond vertegenwoordigd door de heer O. P. Besseling.
De Bond werd op de vergaderingen van de Internationale Unie van Bioscoop
exploitanten (U. I. E. C.) vertegenwoordigd door de heer J. G. J. Bosman.
Op de vergaderingen van de Internationale Federatie van Verenigingen van
Filmverhuurders (F.I.A.D.) was de Bond vertegenwoordigd door de heren J. G. J.
Bosman, J. P. M. A. Smulders en J. de Wilde.
Het aantal aanvragen betreffende de Lijst van Geen Bezwaar bedroeg dit jaar 883
tegen 1160 in 1968. Hierbij zijn evenals in 1968 inbegrepen 62 aanvragen voor te
levisie-uitzendingen. In 76 gevallen (113 in 1968) werd de plaatsing geweigerd. Bij
deze aantallen zijn niet inbegrepen de filmleveranties via de Stichting Nederlands
Filminstituut. De levering van films ten behoeve van leger, marine en luchtmacht
geschiedde op de gebruikelijke wijze krachtens de met het Centraal Filmbureau der
Krijgsmacht getroffen regeling. Einde 1969 waren 12 filmproducenten door het
Hoofdbestuur op de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst, zulks conform het advies
van het Bestuur der Bedrijfsafdeling Filmproduktie. Deze plaatsingen geschiedden
voor een tijdval van een jaar, ongeacht de mogelijkheid van prolongatie.
De Commissie bestond uit de heren N. F. van Ewijk, B. W. G. van Royen, J. Smit
en J. H. van Straaten. Secretaris was de heer H. W. Hagenberg. In de loop van het
verslagjaar eindigde het lidmaatschap van de heer J. H. van Straaten, door zijn af
treden als directeur van de N.V. Cloeck en Moedigh. In de daardoor ontstane va
cature was aan het eind van 1969 nog niet voorzien.
De werkzaamheden der Commissie verminderden aanzienlijk. Zij kreeg twee aan
vragen om reductie op de vertoningsprijs voor bioscoopreclame te behandelen,
waarvan er een werd ingetrokken, nadat reeds besloten was tot reductieverlening.
De andere aanvraag betrof de jaarlijkse vertoning van platen in de bioscopen te
Haarlem voor de Zonnebloemcollecte, waarop gunstig werd beschikt met een ad
vies aan bioscoopondernemers en bioscoopreclamebureaux tot het verlenen van
50 korting.
LIJST VAN GEEN BEZWAAR
COMMISSIE VOOR NIET-COMMERCIELE RECLAME