Bondsraad In het verslagjaar zijn drie vergaderingen van de Bondsraad gehouden, het college, dat de plaats heeft ingenomen van de vroegere algemene ledenvergadering en Ledenraad. De eerste vergadering van dit nieuwe lichaam, waarin alle takken van ons bedrijf paritair zijn vertegenwoordigd, vond plaats op 4 maart. In zijn ope ningsrede heeft de waarnemende Bondsvoorzitter, de heer J. G. J. Bosman, een uitvoerige beschouwing gewijd aan de herstructurering van onze organisatie, waar van de eerste vergadering van de Bondsraad zijns inziens het sluitstuk was. Voor de duur van een jaar werden vastgesteld een nieuw Reglement filmverto ning, een nieuw Reglement Programmering en een nieuw Reglement Filmrap- in, een nieuw Reglement Programmering en een nieuw Reglement Filmrap- porten, overeenkomstig de tekst der gelijknamige oude reglementen. Tot leden-exploitanten van het Hoofdbestuur werden overeenkomstig het advies van de Exploitantenraad gekozen de heren M. Gerschtanowitz, C. J. Blad, beiden te Amsterdam, en J. van Willigen, te Zandvoort, en tot leden-filmverhuurders van het Hoofdbestuur overeenkomstig de aanbeveling der Bedrijfsafdeling Filmver huurders de heren G. J. H. Dujardin te Utrecht, P. J. N. R. Ooms te Amsterdam en B. J. Schimmel te Naarden. Nadat de belangrijke diensten, welke zij de organisatie hebben bewezen, waren ge releveerd, is afscheid genomen van de aftredende Hoofdbestuursleden, de heren A. F. Wolff, Drs. J. A. M. Bouts en W. Hemelraad. De tweede, tevens jaarvergadering van de Bondsraad werd gehouden op 3 juni. Aangenomen werd het voorstel van het Hoofdbestuur om onder zekere voor waarden een bedrag van 200.000,in 1969 beschikbaar te stellen ten behoeve van het Productiefonds voor Nederlandse Films en voorschotten te geven ten be hoeve van hetzelfde Fonds tot een bedrag van maximaal 300.000,op basis van garantiecontracten met bioscoopexploitanten. Het jaarverslag over 1968 werd goedgekeurd evenals de financiële jaarstukken. De contributie werd overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur vastgesteld. Tot ereleden werden op voordracht van het Hoofdbestuur benoemd de heren L. W. R. Meyer te Amsterdam, W. K. G. van Royen te Amstelveen en A. F. Wolff te Bilthoven. Op voorstel van het Hoofdbestuur werd na schriftelijke stemming met een zeer grote meerderheid van stemmen tot Bondsvoorzitter benoemd de heer J. G. J. Bos man te Aerdenhout. De duur van de benoeming werd bepaald op drie jaren. De voorzitters der respectievelijke Bedrijfsafdelingen, de heren J. Nijland, J. P. M. A. Smulders en Mr. H. B. F. J. A. Peters hebben de heer Bosman in zijn nieuwe func tie namens deze Afdelingen welkom geheten. De aftredende leden van de Filmbeurscommissie, de heren A. J. Dresscher te Am stelveen, C. Hart te Beverwijk en R. A. H. Herzet te Amstelveen werden herbe noemd. De derde vergadering van de Bondsraad vond plaats op 16 december. Er werden een nieuw Reglement Filmvertoning en een nieuw Reglement Programmering met een looptijd van een jaar vastgesteld, waarvan de tekst overeenkomt met die van de voorafgaande reglementen met dezelfde namen. Op de agenda stond ook een voor stel van het Hoofdbestuur voor de vaststelling van een nieuw Reglement op de Filmrapporten, maar dit voorstel werd teruggenomen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1969 | | pagina 54