Het Bondsbureau tijdvak van drie jaren uit te brengen nieuwe hoofdfilms met een minimum van acht films per drie jaar. Daarnaast stelde het Hoofdbestuur voor wijziging te brengen in de restricties ten aanzien van de filmhuur der hier bedoelde categorie van films. In het bestaande ar tikel was bepaald dat voor deze films van bioscopen met een omzet van ten hoog ste 100.000.per jaar geen hogere prijs dan 60 mocht worden bedongen. In de nieuwe versie luidde de bepaling, dat de filmhuur 50 c/c niet zal mogen over schrijden ten aanzien van bioscopen met een bruto-jaaromzet gemiddeld over drie kalenderjaren van minder dan Va van de gemiddelde brutojaaromzet over dat zelfde tijdvak van alle Nederlandse bioscopen samen. In zijn toelichting op dit voorstel merkte het Hoofdbestuur op, dat als gevolg van de kleinere prolongatiemogelijkheden de kleine en middelgrote bioscopen bij de vertoning en dus ook bij de hoogte der filmhuur, die doorgaans met het toenemend aantal vertoningsweken zakt, in een ongunstige positie verkeren, hetgeen onder de huidige moeilijke omstandigheden niet meer aanvaardbaar is. Nadat ook nog een amendement van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders be treffende de raming door het Hoofdbestuur (in plaats van door het Bondsbureau) van de te verwachten omzet van nieuwe zaken was aanvaard, werden de voor stellen van het Hoofdbestuur (met de aanvaarde amendementen) tot wijziging van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden met algemene stemmen aangenomen. Voor het eerst heeft het bureau dit jaar te kampen gehad met moeilijkheden in zake de personeelsvoorziening. In de hierdoor ontstane onderbezetting moest wor den voorzien door nood-oplossingen. Een en ander heeft aan verschillende mede werkers zware eisen gesteld. Mede hierdoor zijn de arbeidsverdeling en de arbeids verhoudingen op het bureau meermalen in het onderling overleg, zowel als in de gedachtenwisseling van het Presidium aan de orde geweest. Men is hierbij tot de conclusie gekomen, dat gezien de toenemende werkzaamheden van het bureau, het huidige personeelsbestand dat in de loop der jaren is teruggebracht van 37 naar 25 dient te worden gehandhaafd. De leeftijdsopbouw maakt bovendien met name op het secretariaat de aanstelling van een nieuwe kracht noodzakelijk. Ook is onderzocht in hoeverre de administratie, ten dele reeds geautomatiseerd, verder gemoderniseerd kan worden. Onderscheiden collectieve diensten ten behoeve van de leden, de uitbreiding van het secretariaatswerk, alsmede het werk ten behoeve van de organisatie van de Filmweek Arnhem, vormden voor het bureau een extra belasting. Dat het bureau dankzij gezamenlijke inspanning in het algemeen tot tevredenheid heeft kunnen functioneren moge met waardering worden vermeld. De volgende hoeveelheden stukken werden verwerkt: ingekomen stukken 20.163 (18.635); verzonden brieven 5.729 (6.362); circulaires 48.750 (40.890); gestencil de stukken 476 stel (495 stel); fotoeopieèn 9.000 (9.700); diploma's, inclusief 530 voor oorlogsinvaliden 1.414 (1.566); vergaderingen 197 (191); ontvangen bezoe kers 1.200 (1.150); gecontroleerde recette staten 43.000 (46.000); boekingen au teursrechten, inclusief codeer- en rekenwerk 43.000 (47.000).

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1969 | | pagina 58