Afdeling B meer dan ooit nodig is te achten, dat nieuw te vestigen theaters aan hoge eisen op het gebied van uitrusting en inrichting voldoen. Voorts heeft het Bestuur zich meermalen bezig gehouden met kwesties liggende op het terrein van de filmannoncering. ALGEMEEN De bezoekersdaling waarmede onze bedrij ven nu al tal van jaren worden geconfron teerd, heeft zich ook in 1969 voortgezet. Het bezoek in Amsterdam daalde ten op zichte van 1968 met 8,6%, in Den Haag met 11,9 en in Rotterdam met 10,7 De verstrekking van uitkeringen uit de door de regering voor 1969 verleende tegemoet koming heeft voorkomen, dat de daling van het bezoek, welke daling als uitvloeisel van de prijsstop van de regering niet in de en treeprijzen kon worden opgevangen, zich ook in de bedrijfsresultaten heeft gemani festeerd. Uiteraard ging het gunstige effect van de subsidiëring ten dele verloren door de invoering van de B.T.W., die voor onze bedrijfstak een grotere lastenverzwaring in- OVERZICHT 1 OKTOBER 1968 - 1 JANUARI 1969 Doordat de gewijzigde Statuten van de Ne derlandse Bioscoopbond bij K. B. van 21 augustus 1968 waren goedgekeurd, ontstond op 1 oktober 1968 de nieuwe Afdeling B, welke een der vier afdelingen A, B, C en D is, die tezamen de Bedrijfsafdeling Bio scoopexploitanten vormen. In de Afdeling B zijn verenigd alle Bondsleden, die een per manente bioscoop exploiteren in een ge meente, (uitgezonderd Amsterdam, Rotter dam en 's-Gravenhage), waarvan de totale brutojaaromzet der daar gevestigde bios copen gemiddeld over de voorafgaande drie kalenderjaren ten minste 1 bedraagt van de gemiddelde brutojaaromzet van alle Ne derlandse bioscopen tezamen in genoemd tijdvak. De ledenvergadering van 18 november be noemde een bestuur en koos als voorzitter de heer J. Nijland, die echter op 16 decem ber 1968 moest aftreden. Voor de samen stelling van het bestuur en de voorziening in de ontstane vacatures van bestuurslid en voorzitter zij kortheidshalve verwezen naar het hoofdstuk „Algemeen" in dit verslag. Tot gedelegeerde in de Bondsraad werd be noemd de heer W. F. Dubbeldeman. Onder de 17 gemeenten, die tot de Afdeling houdt dan voor andere bedrijfstakken het geval is. Het aantal bioscopen, dat van onze afde ling deel uitmaakt, is in 1969 met drie ge stegen en bedroeg aan het einde van het verslagjaar 83. In Amsterdam werd het aantal zaken door de vestiging van Ciné D gebracht op 37. In Den Haag werd „Royal op Zolder" geopend, waardoor het aantal theaters daar op 25 kwam. In Rotterdam werd Calypso gevestigd, zodat het aantal bioscopen daar einde 1969 21 bedroeg. Deze initiatieven tot nieuwbouw zijn ver heugend te achten, omdat zij nieuwe im pulsen tot bioscoopbezoek kunnen geven. Ook vond een aantal belangrijke renovaties plaats, waarvan met name de grondige ver bouwing bijkans gelijkstaande met nieuwbouw van het City Theater te Amsterdam dient te worden vermeld. Eni ge zaken schaften kostbare nieuwe projec tie-apparaten aan. In de afdeling valt het verlies te betreuren van Mevrouw W. A. M. Gielisse-Jerpha- nion, directrice van de NV. Hoogduin tot exploitatie van Café's, Restaurants en Theaters te Scheveningen. J. Th. van Taalingen, secretaris. B behoorden, bevonden zich 11 van de 15 gemeenten in ons land met meer dan 100.000 inwoners. INLEIDING VERSLAG 1969 Het was niet te verwachten, dat onze afde ling het afgelopen jaar waarin de recon structie van de Bond werd afgebouwd, een spectaculaire ontwikkeling zou geven te zien. De spanne tijds was te kort om de leden met de nieuwe situatie vertrouwd te maken. De oude bekende afdelingen waren ver dwenen; de ledenvergaderingen der nieuwe afdelingen waren niet de vergaderingen van weleer, waarin iedereen iedereen kende. Ook de bestuurders moesten eerst op elkaar ingespeeld raken. Niettemin moet met enige zorg worden ge constateerd, dat het in de ledenvergade ringen ook schort aan belangstelling voor het organisatorisch leven. De opkomst bleef beneden de verwachtingen, die men had ge koesterd op grond van de herstructurering welke beoogde, de leden meer direct bij het Bondswerk te betrekken. Het bestuur moge deze inleiding besluiten met een dringend beroep op alle leden om de ledenvergaderingen trouw bij te wonen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1969 | | pagina 80